Twee gelijkaardige vervallen enkelhuizen van respectievelijk twee (nummer 3) en vijf (nummer 5) traveeën en twee bouwlagen onder een licht gebogen zadeldak met hanggoot (nokrichting parallel aan het plein, rood geglazuurde Vlaamse pannen), uit het eerste kwart van de 19de eeuw. Baksteenbouw: nummer 3 witbeschilderd op een gecementeerde plint; nummer 4 geelbeschilderd. Rechthoekige vensters met deels betegelde, cordonvormende onderdorpels van baksteen. Interessant houtwerk. Kozijnvensters: schuiframen, grote roedeverdeling, wisseldorpel met tandlijst, en luiken met behouden hang- en sluitwerk op de begane grond; middenstijl en kleine roedeverdeling (deels verdwenen bij nummer 3) op de bovenverdieping. Kozijndeuren met een tweedelig bovenlicht. Nummer 4 heeft een recente rechthoekige poort onder een ijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten.
DEVLIEGHER L. & GOOSSENS M. 1980: Vensters in West-Vlaanderen, Oud-heden in West- en Frans-Vlaanderen 1, Tielt.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)