Twee dorpswoningen ()

Ensemble van twee dorpswoningen, gebouwd in het begin van de 19de eeuw. Ze staan afgebeeld op het primitief kadasterplan van 1826-1843. Beide panden werden grotendeels herbouwd in de periode 1988-1989. Enkel de voorgevel bleef behouden terwijl de achterliggende delen en het schrijnwerk werden vervangen.

Twee gelijkaardige enkelhuizen van respectievelijk twee (nummer 3) en vijf (nummer 4) traveeën en anderhalve bouwlaag onder een zadeldak met hanggoot. Beide bakstenen lijstgevels worden verticaal geritmeerd door rechthoekige muuropeningen en horizontaal geleed door een druiplijst. Nummer 4 heeft een recente rechthoekige poort onder een ijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten. Op de bovenverdieping, boven de voordeur van nummer 4 zit een blind raam ingevuld met een volkse beschildering.

  • Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW000491, Woonhuis (S.N. 1985).
  • Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Lopend archief, Poperinge (Watou), Woonhuis.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijne Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1170-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • DRIES VANHOVE ARCHITECTENBUREAU & AVA PARTNERS 2020: Dorpskom Watou – beheersplan [online], https://id.erfgoed.net/plannen/1160 (geraadpleegd op 13 maart 2023).
  • Rijksarchief, primitief kadaster Poperinge, afdeling VIII (Watou), sectie A, 1825 [online], https://search.arch.be (geraadpleegd op 13 maart 2023).

Auteurs:  Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Dorpswoningen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/430756 (geraadpleegd op ).


Twee dorpswoningen ()

Twee gelijkaardige vervallen enkelhuizen van respectievelijk twee (nummer 3) en vijf (nummer 5) traveeën en twee bouwlagen onder een licht gebogen zadeldak met hanggoot (nokrichting parallel aan het plein, rood geglazuurde Vlaamse pannen), uit het eerste kwart van de 19de eeuw. Baksteenbouw: nummer 3 witbeschilderd op een gecementeerde plint; nummer 4 geelbeschilderd. Rechthoekige vensters met deels betegelde, cordonvormende onderdorpels van baksteen. Interessant houtwerk. Kozijnvensters: schuiframen, grote roedeverdeling, wisseldorpel met tandlijst, en luiken met behouden hang- en sluitwerk op de begane grond; middenstijl en kleine roedeverdeling (deels verdwenen bij nummer 3) op de bovenverdieping. Kozijndeuren met een tweedelig bovenlicht. Nummer 4 heeft een recente rechthoekige poort onder een ijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten.

  • DEVLIEGHER L. & GOOSSENS M. 1980: Vensters in West-Vlaanderen, Oud-heden in West- en Frans-Vlaanderen 1, Tielt.

Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Dorpswoningen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/31483 (geraadpleegd op ).