Oorspronkelijk omwalde hoeve met losse, lage bestanddelen rond een met grint bedekt erf met een siertuintje in het midden, toegankelijk via een ijzeren hek. Ten zuidwesten bevindt zich de met wilgen afgezette rest van een omwalling. Een boomgaard ligt ten zuiden.
Ten westen van het erf: boerenhuis van één staltravee links en een woongedeelte van zes traveeën onder, wegens uitbouwen, mank zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, mechanische pannen), met een overstekende dakrand. Het huis heeft een 19de-eeuws uitzicht met een oudere 18de-eeuwse kern, te zien aan de scherpe dakhelling. Verankerde rode baksteenbouw. Rechthoekige muuropeningen met beluikte kozijnen. Kozijndeur. Linker zijpuntgevel met drie oeils-de-boeuf.
Ten zuiden: dwarsschuur onder zadeldak (nokrichting parallel aan het huis, golfplaten) met overstekende dakrand op houten modillons. Het jaartal 1853 is in kerfsneetechniek aangebracht boven de schuurpoort. Stijl- en regelwerk met houten plankenbeschieting boven een bakstenen voeting. Versteend gedeelte rechts. Zijpuntgevels met oculi. Aanbouwsel tegen de linker zijpuntgevel.
Ten oosten: bakhuisje en hopast.
Overige gebouwen zonder noemenswaardigheden.