Kleine hoeve met losse, lage bakstenen bestanddelen onder zadel- en mansardedaken (stalgebouw) zonder specifieke opstelling. Ten zuiden ligt een erfoprit. Ten noorden een vaalt. Armpomp tegen de erfgevel.
Ten zuiden van het erf: boerenhuis uit het eerste kwart van de 19de eeuw met een vernieuwd gevelparement aan de zuidelijke voorgevel. De behouden noordelijke erfgevel toont één opkamertravee links en vijf traveeën onder een zadeldak, met overstekende rand op houten modillons bekleed met Vlaamse pannen (stro). Witgekalkt en bepleisterd stijl- en regelwerk met lemen vullingen boven een gepikte bakstenen voeting. Kelderopening met houten bolkozijn onder de derde travee. Beluikte kozijnvensters. Kozijndeur. Noordwestelijke zijgevel: baksteenbouw met muurvlechtingen, waaronder een Marianisje.
Ten noordwesten: stalgebouw onder mansardedak (nokrichting loodrecht op het huis, Vlaamse pannen). Datering 1914 is aangebracht in de linker zijgevel door middel van gele bakstenen opgenomen in het metselverband. Twee getoogde koetspoorten.
Ten noordoosten, tegen de erfgevel van het boerenhuis aangebouwd: melkhuisje. Baksteenbouw onder zadeldak met laadluik (mechanische pannen, nokrichting loodrecht op het huis).
Ten noorden: stalgebouw uit de 20ste eeuw.