Hoeve naar ontwerp van architect A. Duvilers (Brussel), uit 1920. Wederopbouw teruggaand op de regionale doorsnee-hoevebouw, zie:
opstelling: losse, lage bestanddelen U-vormig gegroepeerd rondom een begrint, deels gebetonneerd erf, toegankelijk via hek ten noordoosten; boerenhuis, dwarsschuur, wagenhuis respectievelijk ten noordwesten, ten zuiden, ten oosten;
aanplantingen: boomgaard en drenkplaats, ten oosten; waldepressie afgezoomd met knotpopulieren, ten westen;
materialen: verankerde donkerrode baksteen; pannen zadeldaken, onderbroken door dakvensters;
indeling: boerenhuis van het langgestrekte type bestaande uit een stalgedeelte links + een woongedeelte van vijf traveeën en één opkamertravee rechts; een dwarsschuur met stalgedeelte rechts; streekeigen bouwelementen: zijgevels afgewerkt met muurvlechtingen en schouderstukken; asemgaten in schuurgedeelte. Aangepaste muuropeningen in het boerenhuis: oorspronkelijk beluikte houten kruiskozijnen, vervangen door betonnen lateien. Vooroorlogse ast, ten noordoosten, nabij de straat. Recente loodsen, ten zuiden.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Het stalgedeelte links van de woning, het wagenhuis ten oosten en de ast ten noordoosten zijn gesloopt. Ook het toegangshek en de boomgaard zijn niet langer aanwezig.