Teksten van Watermolen Nieuwe Molen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31696

Watermolen Nieuwe Molen ()

Historische watermolensite met bewaarde maalinstallatie, vermoedelijk uit de tweede helft van de 19de eeuw.

Context

De watermolen Nieuwe Molen (ook Nieuwmolen, Ter Koestemolen of Herkermolen) ligt aan de noordoostelijke zijde van het gehucht Terkoest. De molen is gelegen op de Herk die ten zuidwesten stroomt, langs de Molenstraat. Het erf is met een betonnen brugje over de Herk met de straat verbonden. De aansluitende vallei van de Herk en de Kleine Herk wordt bepaald door natte graslanden en ruigten afgewisseld met bos en populierenaanplanten en (knot)bomenrijen.

Historiek

Ondanks de naam Nieuwe Molen gaat deze watermolensite vrij ver terug in de tijd, naar verluidt tot eind 14de eeuw. De watermolen staat aangeduid op de Villaretkaart (1745-48) als Moulin Noeuf, op de Ferrariskaart (1771-77) als “Nieuwen Meulen” en op de Atlas van de Buurtwegen (1844) als “Nieuw Molen”. Tot in de 19de eeuw omvatte de site niet alleen een korenmolen maar ook een hennepbraakmolen, aan de overzijde (westzijde) van de Nieuwe Herk. Tussen 1850 en 1914 werden de gebouwen grotendeels vernieuwd en werd het gebouw met de hennepbraakmolen gesloopt. In 1957 werd gestopt met beroepsmatig malen maar de molen bleef wel maalvaardig.

Tot begin 21ste eeuw bleef de site herkenbaar bewaard met gebouwde volumes rond een gekasseiderf. Tegen de noordoostzijde van de watermolen was een molenaarswoning aangebouwd van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Dit was een bakstenen gebouw met lijstgevels en getoogde muuropeningen met gecementeerde lekdrempels. Aan de oostzijde van de molenaarswoning en haaks erop bevond zich het stalvolume onder zadeldak (Vlaamse pannen) met getoogde deuren en kleine, rechthoekige vensters. Ten zuidwesten stond een bakstenen dienstgebouw onder zadeldak (Vlaamse pannen) en een dienstgebouw van cementblokken onder plat dak. Aan de overzijde van de Molenstraat bevond zich een vakwerkschuur die al tussen 1982 en 2003 gesloopt werd.

De watermolensite zelf werd tussen 2000 en 2020 ingrijpend aangepast. Het stalvolume werd afgebroken (met uitzondering van het onderste deel van de erfgevel) en vervangen door een nieuwbouwvolume, net zoals de molenaarswoning. Die laatste werd verhoogd en kreeg een parement in recuperatiebaksteen. Het aanpalende molenhuis werd deels vervangen door nieuwbouw (aansluitend op de molenaarswoning) en deels (deel met maalinstallatie) voorzien van nieuw gemetste buitengevels in recuperatiebaksteen en met herneming van verband en detaillering. Ook de dakstructuur werd vernieuwd met plaatsing van houten bebording en isolatie. De twee volumes aan de zuidzijde van het erf werden vervangen door nieuwbouw. In een latere fase werd ten noordwesten van het perceel ook een nieuw bakhuis gebouwd op een bestaande fundering en ten noordoosten van het perceel werden nieuwe volumes opgetrokken. Het gekasseide erf verdween en de betonnen sluisconstructie werd volledig vernieuwd, met vervanging van de dubbele lossluis door een enkele, en van de natuurlijke oevers (schuin en begroeid met gras) door keermuren met zware betonnen platen.

Beschrijving

Watermolensite met bewaarde inplanting van gebouwde volumes rondom een erf. Het molenhuis bewaart de historische volumetrie en opbouw van drie traveeën en één bouwlaag onder een zadeldak, met een houten laadvenster boven de rechtertravee van de erfgevel en een molenrad tegen de linkerzijgevel.

De maalinstallatie bleef grotendeels bewaard, zoals in 1999 beschreven. Molenrad met gietijzeren armen, plaatijzeren pluiplanken, aaneengebout, doorsnede circa 4,30 meter, op de stalen as bevestigd met ijzeren spieën; rond gemetst asgat. Het sluiswerk bestaat uit betonnen borst- en regelwerk, maalsluisdeur in hout met ijzeren staart, vanop de maalzolder bediend door middel van een houten hefboom. Lossluis: schuine bedding en evenals de overlaat door middel van tand en beugel bediend. Kleine asput met konische ijzeren of ijzer- en houten raderen; waterwiel oorspronkelijk berekend op dikkere houten as. De maalvloer is een balkconstructie door gemetselde muurtjes onderstut en bereikbaar via een trap met leuning. De inrichting omvat: een steenkoppel met Engelse rijn, hoed, ronde steenring, met naaf ingeschakelde peerijzers; lichtsysteem met bedieningswiel, volledig houten toebehoren, speleman in gietijzer met vier vleugels; schoen rust op deksel, bel aanwezig. Eén houten jakobsladder; een houten galg met ijzering. Binnenluiwerk met riemaandrijving vanop horizontale as onder de maalstoel, drukrol, kruiketting wordt gedeeltelijk door een horizontale houten schacht geleid. Haverpletter op geprofileerde ijzeren voet (circa Eerste Wereldoorlog).

Aanpassingen die tussen 2012 en 2016 werden uitgevoerd, zijn onder andere een nieuwe lagering met één steunpunt in plaats van twee, uitvoering van het asgat aan de exterieurzijde in natuursteen in plaats van in baksteen, en het verwijderen van de hefboom waarmee de sluizen vanaf de maalzolder konden bediend worden.

  • Onroerend Erfgoed Limburg, Beschermingsdossier DL000317, Watermolen genaamd Nieuwe Molen en onmiddellijke omgeving (DE SCHEPPER J. 1987).
  • Onroerend Erfgoed Limburg, Lopend archief, Alken, Watermolen Nieuwe Molen.
  • Onroerend Erfgoed, Digitaal opheffingsdossier 4.001/73001/102.1, Watermolen Nieuwe Molen met omgeving in Alken (S.N. 2023).

Auteurs:  Schlusmans, Frieda; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. & Vandeweghe E. 2023: Watermolen Nieuwe Molen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/430941 (geraadpleegd op ).


Watermolen Nieuwe Molen ()

Watermolen, reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) als Nieuwen Meulen en in de Atlas van de Buurtwegen (1844) als Nieuw Molen. Gelegen op de Nieuwe Herk. Voormalige graanmolen van het onderslagtype, maalvaardig. Hoewel de huidige configuratie van de gebouwen grosso modo die is van circa 1845, dateren de huidige gebouwen uit de tweede helft van de 19de eeuw en eind 19de - begin 20ste eeuw. Gebouwen rondom een gekasseid erf, met ten zuidwesten de Herk, die hier vlak naast de straat stroomt. Het erf is met een betonnen brugje over de Herk met de straat verbonden. Ten noordwesten, woonhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak, uit eind 19de - begin 20ste eeuw. Bakstenen gebouw met lijstgevels en getoogde muuropeningen met gecementeerde lekdrempels. Links, aansluitend molenhuis van drie traveeën en één bouwlaag uit dezelfde periode, de oudere kern zichtbaar in de linkerzijgevel; gelijkaardige afwerking; bakstenen dropmotief onder de kroonlijst. Houten laadvenster boven de rechtertravee. Molenrad tegen de linkerzijgevel: gietijzeren armen, plaatijzeren pluiplanken, aaneengebout, doorsnede circa 4,30 meter, op de stalen as bevestigd met ijzeren spieën; rond gemetst asgat. Het sluiswerk bestaat uit betonnen borst- en regelwerk, maalsluisdeur in hout met ijzeren staart, vanop de maalzolder bediend door middel van een houten hefboom. Lossluis: schuine bedding en evenals de overlaat door middel van tand en beugel bediend. Kleine asput met konische ijzeren of ijzer- en houten raderen; waterwiel oorspronkelijk berekend op dikkere houten as. De maalvloer is een balkconstructie door gemetselde muurtjes onderstut en bereikbaar via een trap met leuning. De inrichting omvat: een steenkoppel met Engelse rijn, hoed, ronde steenring, met naaf ingeschakelde peerijzers; lichtsysteem met bedieningswiel, volledig houten toebehoren, speleman in gietijzer met vier vleugels; schoen rust op deksel, bel aanwezig. Eén houten jakobsladder; een houten galg met ijzering. Binnenluiwerk met riemaandrijving vanop horizontale as onder de maalstoel, drukrol, kruiketting wordt gedeeltelijk door een horizontale houten schacht geleid. Haverpletter op geprofileerde ijzeren voet (circa Eerste Wereldoorlog). Ten noordoosten, haaks op het woonhuis, stallen uit de tweede helft van de 19de eeuw, onder zadeldak (Vlaamse pannen). Getoogde deuren en kleine, rechthoekige venstertjes. Ten zuidwesten, bakstenen dienstgebouw onder zadeldak (Vlaamse pannen) en dienstgebouw van cementblokken onder plat dak.

  • DE SCHEPPER J., onuitgegeven gegevens.

Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1999: Watermolen Nieuwe Molen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/31696 (geraadpleegd op ).