Boerenwoning ()

Het woonhuis is gelegen in de Ridderstraat, in het dorpscentrum van Alken. De complete vakwerkvleugel is het enige bewaarde onderdeel van de voor het overige verdwenen achterliggende hoeve. Als straatvleugel is het woonhuis prominent aanwezig in het dorpsbeeld, doordat de omliggende bebouwing een teruggeweken rooilijn heeft.

Historiek

Het gebouw verschijnt duidelijk als een hoeve met losse bestanddelen in de Buurtwegenatlas (circa 1840) en kan eventueel zelfs worden gelinkt aan reeds bestaande bebouwing op de Ferrariskaart (1771-77). Het oude complex bestond uit een woonhuis aan straatzijde, uitgebreid met aansluitende en vrijstaande dienstgebouwen rond een uitgebreid erf. De hoeve was onderdeel van een gespreide lintbebouwing langsheen de straat, die in het dorp te situeren was, waar de dichtheid geleidelijk begon af te nemen. Daardoor was een relatief uitgestrekt en onbebouwd hinterland beschikbaar.

Van de vroegere hoevecomplex rest enkel nog de straatvleugel; de lintbebouwing is ondertussen verdicht en door verkaveling is ook de uitgestrektheid van het hinterland aanzienlijk afgenomen. Door het feit dat op de nieuwe bouwkavels meestal woningen in open of halfopen bebouwing werden opgetrokken, uitgerust met voortuinen, bleef het gebouw in zijn typologisch bepaalde en contextueel gegroeide individualiteit.

Beschrijving

Het vroeg-19de-eeuws, alleenstaand breedhuis van het dubbelhuistype telt acht traveeën en een bouwlaag en in uitgevoerd in bepleisterd stijl- en regelwerk met lemen vullingen op een bakstenen stoel. Het woonhuis is overdekt door een wolfsdak met Vlaamse pannen. De straatgevel heeft zes beluikte vensters en een deur die bereikbaar is met een trap (verhoogde begane grond). De opkamer is onderkelderd over de breedte van de twee rechtse traveeën. De linkerzijgevel is versteend met een kunstleien beschieting.

Voornoemd woonhuis is één van de drie overgebleven vakwerkgebouwen in het dorpscentrum van Alken, dat tot de eerste helft van de 20ste eeuw als regionaal centrum de dichtste vakwerkkern van de regio was.

  • PAUWELS D., SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 14n 4. Provincie Limburg. Arrondissement Tongeren. Kanton Borgloon, Turnhout, 32-33.

Bron: Beschermingsdossier DL002292, Woonhuis van vakwerkhoeve (digitaal dossier)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Boerenwoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/152823 (geraadpleegd op ).


Boerenwoning ()

Resterend woonhuis van een grote hoeve, waarvan de dienstgebouwen zich achter en rechts van het woonhuis bevonden, zie Atlas van de Buurtwegen (1844). Alleenstaand breedhuis van het dubbelhuistype uit het eerste deel van de 19de eeuw; acht traveeën en een bouwlaag onder wolfsdak (Vlaamse pannen). Bepleisterd stijl- en regelwerk met lemen vullingen. Verhoogde begane grond, bakstenen stoel. Opkamer in de twee rechter traveeën. Zes beluikte vensters en een deur met trap. Kunstleien beschieting aan de versteende linkerzijgevel.


Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Boerenwoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/31706 (geraadpleegd op ).