De parochiekerk Sint-Alfons is gelegen aan de Alfonsstraat, ten zuiden van het kasteeldomein. De neoclassicistische kerk werd in 1841-1844 gebouwd naar ontwerp van Lambert Jaminé en vervangt de oude Sint-Annakapel. De zaalkerk werd in 1885 van een torenspits voorzien naar ontwerp van Bricteux.
Bommershoven vormde met het huidige, noordelijker gelegen gehucht Haren één heerlijkheid, die in 1366 in bezit kwam van de Bisschoppelijke Tafel van Luik. Bommershoven en Haren waren zelfstandige Loonse gemeenten, die onder de jurisdictie stonden van de Loonse schepenbank van Haren-Bommershoven. Op kerkelijk gebied domineerde wel de Sint-Pietersparochie van Haren, een stichting van de abdij van Corbie. Corbie behield tot omstreeks 1559 de patronaatsrechten en tienden van de parochie. In 1588 werden beide overgedragen aan het Sint-Lambertuskapittel van Luik. De kapel van Bommershoven, gewijd aan Sint-Anna wordt op de Ferrariskaart (1771-1777) gestandaardiseerd als kruisvorm weergegeven op een ommuurd perceel.
De geschiedenis van de kapel kreeg een typische wending. In 1836 had de visiterende bisschop Van Bommel de gemeente opgedragen de kapel opnieuw op te richten, op een schaal die voldeed aan de gegroeide bevolking. Bovendien vereiste de kerk van Haren grote reconstructies en achtte Van Bommel de plaatsing, aan het uiteinde van het gehucht, te excentrisch voor de gemeente. Zijn oplossing was de overbrenging van de parochie van Haren naar een nieuw op te richten kerk in Bommershoven. In 1841-1844 werd de kapel dan ook vervangen door een neoclassicistische zaalkerk naar ontwerp van provinciaal architect Lambert Jaminé (1800-1871), nadat de Sint-Annakapel na inspectie onherstelbaar werd verklaard: de muren van silexstenen en keien stonden uit het lood. Deze kerk was tot de verzelfstandiging van de gemeente Bommershoven (1844) nog succursaal van de kerk van Haren. In 1885 zou het basisontwerp van de kerk worden aangepast door de toevoeging van een torenspits naar ontwerp van Bricteux.
De nieuwe Sint-Alfonskerk werd ontworpen volgens het passe-partoutsysteem, dat Jaminé toepaste in een streven naar tijd- en budgetbeheersing, maar dat evengoed een typisch kenmerk is voor het neoclassicistische streven naar rationalisatie en standaardisatie. De afbraakmaterialen van de kapel werden gedeeltelijk gerecupereerd voor het metselwerk van de funderingen. In 1841 werd de gemeente belast met vervaardiging van bakstenen en de levering van mergelstenen uit de groeven van Zichen voor de vensteromlijstingen. Omwille van de spaarzame middelen, werd beroep gedaan op de inzet van de lokale bevolking.
De kerk ligt wat hoger dan het straatniveau en is omringd door het voormalige, ommuurde kerkhof. Het gebouw is bereikbaar via een dubbele rechte steektrap. Het kerkhof is leeg op een paar oude grafkruisen na, waaronder dat van Willem Gilisen († 1666, geplaatst door zijn echtgenote Anna Pipeleers, met vermelding van Terhove, twee wapenschilden en de datering 1669), een zekere Gielis († 1652), zijn vrouw Catharina Geysen († 1636) en Catharina Tercaeffs († 1636).
De plattegrond van de kerk beschrijft een schip van vier traveeën met een ingebouwde toren. Een koor van één travee met halfronde koorsluiting wordt links geflankeerd door een sacristie en rechts door een oratorium voor de kasteelheren van Bommershoven.
De bakstenen gevels zijn versierd met bakstenen pilasters met mergelstenen lijstkapitelen die een gekorniste, mergelstenen kroonlijst dragen. Het schip en oratorium zijn afgedekt met leien zadeldaken, de sacristie met een leien tentdak en de toren met ingesnoerde naaldspits. De voorgevel is voorzien van een middenrisaliet, met een rechthoekig portaal in een geprofileerde, hardstenen omlijsting met entablement waarboven zich een hardstenen oculus met ijzeren roedeverdeling bevindt. In de zijgevels zijn bakstenen rondboogvensters met doorlopende, hardstenen lekdrempels voorzien. De toren is voorzien van een oculus met roedeverdeling en in elke zijde een rondboogvormig, bakstenen galmgat met hardstenen imposten, ingeschreven in een verdiept gevelvlak. Het oratorium is een rechthoekige constructie, met hoekbanden van hardsteen. De voorgevel omvat een rechthoekige deur en een oculus in een hardstenen omlijsting. De vrije zijgevel is voorzien van een risaliet, afgelijnd met mergelstenen hoekbanden en voorzien van een driehoekig fronton met een timpaan van mergelsteen en een hardstenen wapenschild van de familie Naveau de Marteau. In de risaliet is een rondboogvenster voorzien, in een hardstenen omlijsting met negblokken.
Het interieur is bepleisterd. Een gedrukt tongewelf op gordelbogen wordt gedragen door een zwaar, gekornist entablement op gekoppelde Ionische pilasters. Het schip en koor worden gescheiden door een rondboogvormige scheiboog. In de kerk is de grafsteen verwerkt van Anna Cecila Wilsens († 1718), in het oratorium deze van Willem van Manshoven († 15xx) en zijn vrouw Anna van Hinisdael († 1558), van Joseph Magnee († 1829) en zijn familieleden, met acht kwartieren.
In het oratorium hangen twee schilderijen op doek, een calvarie en een Onze-Lieve-Vrouw met Sint-Anna (mogelijks 18de-eeuws). Twee eiken kerkbanken dateren uit de tweede helft van de 18de eeuw.
Bron: Beschermingsdossier DL002294, Aspecten van Bommershoven (J. Gyselinck, 2003, digitaal dossier)
Auteurs: Gyselinck, Jozef
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Gyselinck J. 2003: Parochiekerk Sint-Alfonsus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/179644 (geraadpleegd op ).
Neoclassicistische zaalkerk, gebouwd in 1841-44 naar ontwerp van L. Jaminé (Hasselt) als succursale van de kerk van Haren; pas in 1844 wordt Bommershoven een zelfstandige gemeente. De kerk vervangt de oudere Sint-Annakapel, die op dezelfde plaats stond, doch met een enigszins andere oriëntering, zoals aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1844). Torenspits van 1885 naar ontwerp van Bricteux. De kerk ligt wat hoger dan het straatniveau en is omringd door het voormalige, ommuurde kerkhof, thans leeg op een paar oude grafkruisen na. De plattegrond beschrijft een schip van vier traveeën met ingebouwde toren, een koor van een rechte travee met halfronde sluiting, sacristie aan de noordzijde van het koor, en aan de zuidzijde van het koor het oratorium van de kasteelheren van Bommershoven.
Bakstenen gebouw onder zadeldak (leien), de gevels versierd met bakstenen pilasters met mergelstenen lijstkapiteel, die een gekorniste, mergelstenen kroonlijst dragen. Bakstenen rondboogvensters met doorlopende, hardstenen lekdrempels. De voorgevel is voorzien van een middenrisaliet, waarin het rechthoekig portaal in een geprofileerde, hardstenen omlijsting met entablement; erboven een hardstenen oculus met ijzeren roedeverdeling. De toren is voorzien van een gelijkaardige oculus, en in elke zijde een rondboogvormig, bakstenen galmgat met hardstenen imposten, ingeschreven in een verdiept gevelvlak; ingesnoerde naaldspits (leien).
Het oratorium van de kasteelheren is een rechthoekige constructie onder zadeldak, baksteen, met hoekbanden van hardsteen. De noordoostelijke gevel is voorzien van een risaliet, afgelijnd met mergelstenen hoekbanden, en voorzien van een driehoekig fronton met timpaan van mergelsteen en hardstenen wapenschild van de familie Naveau de Marteau; rondboogvenster in een hardstenen omlijsting met negblokken. Hardstenen oculus en rechthoekige deur in hardstenen omlijsting in de zuidoostelijke gevel.
Bepleisterd interieur. Gedrukt tongewelf op gordelbogen, gedragen door een zwaar, gekornist entablement op gekoppelde Ionische pilasters. Rondboogvormige scheiboog tussen schip en koor.
Mobilair: twee schilderijen op doek in het oratorium: Calvarie en Onze-Lieve-Vrouw met Sint-Anna (18de eeuw?). Beeld van Sint-Sebastiaan, gepolychromeerd hout, door De Tombay, Luik (circa 1842); beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, gepolychromeerd hout (circa 1900); Calvarie, beschilderd hout. Altaar, afkomstig van de Heilige Kruiskerk van Luik, gemarmerd hout (begin 18de eeuw); tabernakel, imitatie eik, Lodewijk XIV (eerste helft 18de eeuw). Biechtstoel, neoclassicistisch, eik, voorzien van drie nissen waarin reliekhouders (eerste helft 19de eeuw). Preekstoel, eik, neo-Lodewijk XIV (eerste helft 19de eeuw). Orgel en doksaal, eik (midden 19de eeuw). Doopvont, hardsteen met messing deksel, gedateerd 1861. Kerkbanken, eik (tweede helft 18de eeuw) in het oratorium. Grafsteen van Anna Cecila Wilsens (✝ 1718); in het oratorium, grafstenen: van Willem van Manshoven (✝ 15..) en zijn vrouw Anna van Hinisdael (✝ 1558); van Joseph Magnee (✝ 1829) en familieleden met acht kwartieren.
Grafkruizen op het kerkhof: van Willem Gilisen (✝ 1666), geplaatst door zijn echtgenote Anna Pipeleers; met vermelding van Terhove, twee wapenschilden en datering 1669; van [...]Gielis (✝ 1652), zijn vrouw Catharina Geysen (✝ 1636) en Catharina Tercaeffs (✝ 1636).
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1999: Parochiekerk Sint-Alfonsus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/31732 (geraadpleegd op ).