erfgoedobject

Kasteel van Rullingen met Engels park

bouwkundig element
ID
31855
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31855

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

De heren van Rolinghen waren leenmannen van de graven van Loon. De oudst bekende telg is Egbert die in 1135 vermeld wordt als getuige bij de stichting van de abdij van Averbode. In 1288 vecht Hendrik van Rolinghen aan de zijde van de graaf van Loon in de slag bij Woeringen. In de funderingen van het kasteel werd in 1981-82 een oude kern van mergel en silex teruggevonden. Dit restant van een middeleeuwse constructie blijft een onvoldoende bewijs voor de door J. Daris geformuleerde hypothese als zou er oorspronkelijk een mottoren gestaan hebben. In de tweede helft van de 15de eeuw komt Rullingen in het bezit van de familie van Hulsberg Schaloen en in 1575 gaat het door huwelijk over naar de familie van Voordt. Zij liet het kasteel in de eerste helft van de 17de eeuw ombouwen tot een waterkasteel in Maasstijl. Volgens een stichtingsakte van 1622 werd er toen een huiskapel opgericht sur la motte de Rullingen. Op de Ferrariskaart (1771-77) worden het kasteel en de hoeve voorgesteld als twee tegenover elkaar gelegen U-vormige complexen. In de loop van de 18de en de eerste helft van de 19de eeuw wordt het geheel gemoderniseerd door de familie de Zeegraedt: zij bouwen tussen 1761-1789 de pachterwoning met buitenschuur, verwijderen de kruisen uit de vensters van het kasteel, en vormen het Franse park om tot een park in landschapsstijl; naast de hoeve wordt een woning voor de jachtwachter gebouwd, en de oude slotkapel wordt vervangen door koetshuizen. In 1806 komt Rullingen door huwelijk in het bezit van de familie Claes. In de Atlas van de Buurtwegen (1844) verschijnt het complex in zijn grootste uitgestrektheid; vooral de hoeve was inmiddels sterk uitgebreid. Circa 1850 bouwt Eugène Claes in het verlengde van de oostelijke dienstvleugel naar het park toe een oranjerie van glas en metaal. In 1910 wordt Rullingen aangekocht door ridder Pangaert d'Opdorp. Een grote brand in 1920 verwoest het grootste gedeelte van de kasteelhoeve en de dienstvleugel van het kasteel, gevolgd door een nieuw bouwcampagne: de verwoeste dienstgebouwen en de resten van de hoeve worden gesloopt en vervangen door een formele, zogenaamde Franse tuin; het vervallen waterkasteel wordt in 1921-35 gerestaureerd naar ontwerp van Langerock (Luik) in neotraditionele stijl met neorenaissance-inslag. De slotgracht wordt aan de uiteinden gedeeltelijk gedempt en van afbraakmateriaal worden enkele nieuwe dienstgebouwen opgetrokken. Het complex wordt in 1978 verworven door de Provincie Limburg, die het als hotel-restaurant verhuurt.

Beschrijving

Engels park met enkele merkwaardige beuken en exotische boomsoorten. De oorspronkelijke toegang tot het domein is een hek met gietijzeren zuilen met cannelures en hardstenen pijlers, bekroond met een staande leeuw.

In zijn huidige vorm een U-vormig complex van baksteen, verankerd met gietijzeren ankers; muur- en hoekbanden van mergelsteen en deels van hardsteen. Gedeeltelijk kalkstenen onderbouw. Overwegend schilddaken (leien en kunstleien). Houten kroonlijsten met gesculpteerde modillons. De hoofdingang in de zuidvleugel is bereikbaar via een stenen brug (1885) over de slotgracht. Soort van dubbelhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen; twee rijen afgewolfde dakkapellen. Neorenaissance deuromlijsting met geblokte pilasters, waarop een deels open fronton met voluten en wapenschilden. Boven de deur een venster in aedicula-omlijsting. Aan weerszijden gevelstenen uit de periode van de restauratie met opschrift ANNO 1640; het is niet duidelijk waarop dit jaartal slaat. Achtergevel uitgebreid met veranda naar ontwerp van J. Martens in 1983.

De zuidelijke toren is het best bewaarde onderdeel; deels omlijstingen en ontlastingsbogen van originele kruiskozijnen; ronde, blinde nis in de voorgevel (zonnewijzer?); achthoekige torenspits met klokvormige bekroning.

Korte westvleugel onder wolfsdak uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. Noordvleugel met koetspoorten en centraal middenrisaliet met in- en uitzwenkende geveltop (tweede kwart 20ste eeuw).

Alleenstaand zogenaamd jachthuis, oorspronkelijk koetshuis, met neobarokke in- en uitzwenkende geveltoppen (tweede kwart 20ste eeuw met oudere kern).

Interieur: de wanden van het grote salon in de toren zijn versierd met negen idyllische landschapsscènes, olieverf op doek, gevat in een lambrisering (17de eeuw); mogelijk van elders afkomstig; de deuren van hetzelfde salon zijn gedecoreerd door Josephine Claes (midden 19de eeuw) met onder meer muzikanten met een banderol waarop de eerste noten van de opera Les Huguenots van G. Meyerbeer. Enkele schouwen uit de 18de eeuw. Huiskapel uit de 19de eeuw met beschilderde wanden uit de 19de eeuw.

  • GENICOT L.F. (editor), Het groot kastelenboek van België, deel 1, [Brussel], 1976, pagina's 216-217.
  • DARIS J., Histoire du Diocèse et de la Principauté de Liège pendant le XVIe siècle, 2 delen, Luik, 1865, pagina's 130-141.
  • DECKER DOUCET de TILLIER R. de, Contribution à l'histoire du château de Rulingen, in De Middelaar tussen de Genealogische Navorsers, 26 (6) 1971, pagina's 322-343.
  • ID., La famille de Borman au château de Rullingen, in De Middelaar tussen de Genealogische Navorsers, 27 (2) 1972, pagina's 115-116.
  • ID.- F. GOOLE, Généalogie des barons de Zeegraedt, seigneurs de Vrundt, puis de Rullingen, de leurs ancêtres de kerkem et de leur descendance, in De Middelaar tussen de Genealogische Navorsers, 28 (163) 1973, pagina's 1-16.
  • GHELLINCK D'ELSEGHEM J.de, Rullingen, in De Woonstede door de eeuwen heen, 9, 1971, pagina's 98-99.
  • HANSSEN M. - SCHEPERS S., Het kasteel van Rullingen te Borgloon, in De Band, 3 (3) 1973, pagina 48.
  • STEVENS J. (ed.), Landschapswandeling Rullingen, Rekem, 1987, pagina's 25-32.
  • VAN DE KONIJNENBURG R., Archeologisch vooronderzoek, (1982) (niet-gepubliceerd).
  • VERHEYEN W., Provinciale initiatieven rond het kasteel van Rullingen, in Limburg Vandaag, 10 (12) 1978-79, pagina's 19-20.
  • WAEGEMAN T., Het Kasteel van Rullingen. Van seigneuriaal hoevekasteel tot charmant buitengoed, in Limburg, 68, 1989, pagina's 139-149.

Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Domein van Rullingen

  • Is gerelateerd aan
    Hoogstamboomgaard van het kasteel van Rullingen

  • Is deel van
    Rullingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel van Rullingen met Engels park [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31855 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.