Van de romaanse kerk uit de 13de eeuw resten de onderbouw van toren en schip. In de 14de eeuw(?) werd een gotisch koor aangebouwd. De bovenbouw van de toren draagt aan de oostzijde een mergelstenen jaarsteen 1616. De bovenbouw van het schip dateert uit de 18de eeuw. In 1912 werd door H. Martens een sacristie bijgebouwd. Naar ontwerp van R. M. Lemaire (Leuven) werd de kerk in 1967-70 grondig gerestaureerd: Lemaire verving de 18de-eeuwse vensters uit het schip door kleinere rondboogvensters waarvan de sporen nog zichtbaar waren en plaatste opnieuw gotische vensters in de koorsluiting. Bijkomende restauraties vonden plaats in 1991 (interieur) en 1995 (exterieur) naar ontwerp van L. Vandeplas (Borgloon).
De plattegrond van de Sint-Servatiuskerk beschrijft een éénbeukige schip van drie traveeën, een koor van één rechte travee met driezijdige koorsluiting, en een voorstaande westtoren. De gesloten vierkante westtoren heeft een romaanse onderbouw van silex en andere breuksteen, en een bovenbouw van baksteen met mergelstenen banden en hoekbanden. De torenromp versmalt licht naar boven toe. Onderaan is er in drie zijden een lichtgleuf, bovenaan bevindt zich in elke zijde een klein, getoogd, niet-gecentreerd bakstenen venster met mergelstenen sluitsteen dat ook dienst doet als galmgat. De toren is afgedekt met een ingesnoerde leien naaldspits.
Het schip telt drie traveeën onder een leien zadeldak en is grotendeels opgetrokken uit bepleisterde silexsteen. Aan elke langszijde bevinden zich drie kleine, hoog ingeplante rondboogvensters. De zuidgevel is voorzien van een rechthoekig portaal in een kalkstenen omlijsting van hergebruikt materiaal met nieuw houtwerk en oorspronkelijk(?) smeedijzeren beslag.
Het koor van bepleisterde mergelsteen met silex telt één rechte travee met driezijdige sluiting. Overhoekse steunberen met een sokkel en drie versnijdingen ondersteunen de muren. De rechte travee wordt gekenmerkt door één rondboogvenster en een in blokjes geprofileerde kroonlijst op consoles. In de driezijdige sluiting bevinden zich van noord naar zuid een vierpasvenster, een driepasvenster en een spitsboogvenster. De grotere dichtgemaakte spitsboogvensters zijn nog zichtbaar. Aan de noordzijde werd in 1912 met hergebruikte bakstenen een sacristie onder een schilddak aangebouwd.
Het interieur is volledig bepleisterd. Het schip en koor, beide met vlakke houten zoldering, zijn door middel van een rondboogvormige boog gescheiden. In het koor bevinden zich twee blinde nissen, ten noorden rechthoekig, ten zuiden spitsboogvormig. De gelijkvloerse verdieping van de toren is afgedekt met een kruisgewelf, en is ingericht als doopkapel. Het meubilair omvat een houten kruisbeeld (16de eeuw?), tot 1970 opgesteld tegen de buitengevel; keramische reliëfs met voorstellingen van Onze-Lieve-Vrouw in een Rozenkrans en Sint-Servatius door M. Van der Linden (1971), die ook de kruisweg en het tabernakel vervaardigde; modern meubilair (circa 1970), behalve kleine biechtstoel uit de 19de eeuw.
De Sint-Servatiuskerk, te midden van het omringend, ommuurd kerkhof, ligt op een heuvel en vormt een baken in het landschap rond Groot-Loon. Het perceel van de kerk is ten noorden en westen afgeboord met een geschoren haag. Het kerkhof is grotendeels verhard met enkele kenmerkende beplantingen zoals een snoeivorm van buxus.
Auteurs: Verdurmen, Inge; Daemen, Caroline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verdurmen I. & Daemen C. 2024: Parochiekerk Sint-Servatius [online], https://id.erfgoed.net/teksten/442353 (geraadpleegd op ).
De kerk, te midden van het omringend, ommuurd kerkhof, ligt op een heuvel en vormt zo een baken in het landschap. Van de romaanse kerk uit de 13de eeuw resten de onderbouw van toren en schip. In de 14de eeuw(?) wordt er een gotisch koor aangebouwd. De bovenbouw van de toren draagt aan de oostzijde een mergelstenen jaarsteen 1616; de bovenbouw van het schip stamt uit de 18de eeuw. In 1912 wordt een sacristie bijgebouwd door H. Martens. De kerk wordt in 1967-70 grondig gerestaureerd naar ontwerp van Raymond Marie Lemaire (Leuven): hij vervangt de 18de-eeuwse vensters uit het schip door kleinere rondboogvensters waarvan de sporen nog zichtbaar waren en plaatst opnieuw gotische vensters in de koorsluiting. Bijkomende restauraties in 1991 (interieur) en 1995 (exterieur) naar ontwerp van L. Vandeplas (Borgloon).
De plattegrond beschrijft een éénbeukige schip van drie traveeën, een koor van één rechte travee met driezijdige koorsluiting, en een voorstaande westtoren. Gesloten vierkante westtoren met romaanse onderbouw van silex en andere breuksteen, en bovenbouw van baksteen met mergelstenen banden en hoekbanden; naar boven toe licht versmallende torenromp. Beneden is er in drie zijden een lichtgleuf; boven is er in alle zijden een klein, getoogd, niet-gecentreerd bakstenen venster met mergelstenen sluitsteen dat ook dienst doet als galmgat. Ingesnoerde naaldspits (leien).
Schip van drie traveeën onder zadeldak (leien); grotendeels opgetrokken uit bepleisterde silexsteen. Aan elke langszijde drie kleine, hoog ingeplante rondboogvensters. Toegangsdeur in de zuidgevel. Rechthoekig portaal in kalkstenen omlijsting van hergebruikt materiaal; nieuw houtwerk met oorspronkelijk (?) smeedijzeren beslag.
Koor van bepleisterde mergelsteen met silex van één rechte traveeën met driezijdige sluiting. Overhoekse steunberen met sokkel en drie versnijdingen; in blokjes geprofileerde kroonlijst op consoles. In de rechte traveeën telkens één rondboogvenster en in de driezijdige sluiting van noord naar zuid een vierpasvenster, een driepasvenster en een spitsboogvenster; grotere dichtgemaakte spitsboogvensters zijn nog zichtbaar.
Aan de noordzijde recent aangebouwde sacristie onder schilddak; hergebruikte bakstenen.
Bepleisterd interieur met vlakke houten zoldering, zowel in het schip als in het koor. Rondboogvormige scheidboog tussen beide; in het koor twee blinde nissen, ten noorden rechthoekig, ten zuiden spitsboogvormig. De gelijkvloerse verdieping van de toren, onder kruisgewelf, ingericht als doopkapel.
Mobilair: houten kruisbeeld (16de eeuw?), tot 1970 opgesteld tegen de buitengevel; keramische reliëfs met voorstellingen van Onze-Lieve-Vrouw in een Rozenkrans en Sint-Servatius door M. Van der Linden (1971), die ook de kruisweg en het tabernakel vervaardigde; modern meubilair (circa 1970), behalve kleine biechtstoel uit de 19de eeuw.
Op het kerkhof de voormalige gietijzeren dorpspomp, die vroeger in de Dorpsstraat stond, thans omgebouwd tot lantaarn. Tegen twee zijden van de koorsluiting twee grafkruisen: Hubert Tercafs (✝ 1677) en Anna van Langenaker (✝ 1720), met wapens; Willem Ouwerix (✝ 1682) en Anna Heintiens (✝ 1669).
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1999: Parochiekerk Sint-Servatius [online], https://id.erfgoed.net/teksten/31903 (geraadpleegd op ).