Teksten van Parochiekerk Sint-Vedastus met kerkhof

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31934

Parochiekerk Sint-Vedastus met kerkhof ()

Gelegen binnen het ommuurde kerkhof. De Sint-Vedastuskerk is een zeer oude stichting, vanaf eerste helft 13de eeuw in handen van de abdij van Herkenrode. De huidige, romaanse toren uit 11de - 12de eeuw leunde mogelijk aan bij een preromaanse zaalkerk. Deze wordt in de 14de - 15de eeuw vervangen door een gotische kerk, waarvan een gedeelte van het koor bewaard bleef. In 1725 worden de toren en de muren van het kerkhof hersteld. In 1788, onder het pastoraat van Bernard Lievin de Trois-Marie, bouwt Augustina van Hamme, abdis van Herkenrode, de huidige classicistische kerk met twee zijbeuken en sacristie. Restauratiewerken in 1926 en 1927 door A. Debruyn.

De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van vijf traveeën met voorstaande westertoren, en een koor van één rechte travee met driezijdige sluiting en een in het verlengde aangebouwde sacristie. Toren van twee geledingen, opgetrokken uit silex met fragmenten van ijzerzandsteen; verankerd. Onderaan bakstenen steunberen, aan de noord- en de zuidzijde op plint van silex en deels met mergelstenen hoekbanden; de twee steunberen aan de westzijde zijn in 1988 grondig gerestaureerd. Op de tweede geleding hoekbanden van kalksteen. Aan drie zijden mergelstenen rondboogvensters met galmgaten. Hoge ingesnoerde naaldspits (leien).

Bakstenen schip met kalkstenen plint, hoekbanden en steigergaten, onder zadeldak met schildvormig uiteinde aan de oostzijde. Rondboogvensters in mergelstenen omlijsting met kalkstenen negblokken; aan de westzijde kleinere getoogde vensters in kalkstenen omlijsting met sluitsteen. Zowel aan de noord- als aan de zuidzijde een rondboogportaal in een rechthoekige kalkstenen omlijsting, met pilasters op neuten en een archivolt met sluitsteen. Boven de hoofdingang in de zuidelijke gevel een kalkstenen gevelsteen met wapen van abdis Augustina van Hamme, haar wapenspreuk REGIQUE DEOQUE en het jaartal 1788.

Koor van mergelsteen; tegen elke hoek een slanke steunbeer. Drie van de vijf spitsboogvensters zijn later met baksteen gedicht. Aangebouwde bakstenen sacristie met kalkstenen hoekbanden onder zadeldak; getoogde vensters in kalkstenen omlijsting met sluitsteen.

Bepleisterd interieur. Pseudo-basiliek met overwelving door middel van tongewelf op entablement; geplafoneerde zijbeuken; halve koepel over de koorsluiting; zuilen en pijlers met hardstenen sokkel.

Mobilair: altaarschilderij met voorstelling van Tobias' blijde thuiskomst te Ninive (17de eeuw); altaarschilderij met voorstelling van Sint-Blasius die een kind tot leven wekt, met chronogram 1665 en signatuur M. STRAUVEN INVENTOR ET PINCIT. Gepolychromeerde houten beelden: van Sint-Anna-ten Drieën, laatgotisch (1520-1530); van een Engelbewaarder, door een beeldhouwer van Hasselt (1744); van Christus aan het kruis, door von Beek (1835) dat tot in de jaren 1970 opgesteld stond onder een luifel tegen de toren; van Sint-Blasius (18de eeuw?); van Sint-Vedastus (9de eeuw); beeld van Christus aan het kruis, hout, laatgotisch (1540). Hoofdaltaar uit eerste helft 18de eeuw met in het fronton beeldengroep van de Heilige Drievuldigheid; portiekaltaar in de noordelijke zijbeuk (18de eeuw) met Processiemadonna; portiekaltaar in de zuidelijke zijbeuk (17de eeuw) met jaartal 1855, verwijzend naar een restauratie. Preekstoel (17de eeuw), omgevormd tot een spreekgestoelte, in 1919 overgebracht uit de Sint-Odulfuskerk van Borgloon. Biechtstoel in de noordelijke zijbeuk (circa 1700) met latere aanpassingen; biechtstoel in de zuidelijke zijbeuk, door Roeth, schrijnwerker van Waremme (1777). Acht kerkbanken en twee knielbanken (midden 18de eeuw). Orgel van Clerinx (1851), gerestaureerd door Verschueren (1977). Merkwaardige laatgotische doopvont met invloed van de Luikse renaissance (1530-1550).

Grafsteen in de kerk van pastoor Henricus (✝ 1313) en sterk verweerde grafsteen van pastoor Nicholaus de Hoichim (✝ 1350), beiden met persoonsvoorstelling. In het koor, figuratieve glasramen uit tweede helft 19d eeuw met de wapens van onder meer de Stenbier-de Wideux en de Brigode. Op het kerkhof zeven sterk verweerde grafkruisen uit de 16de eeuw (Jan Renaers (?, ✝ 1566) en de 17de eeuw; grafsteen van marmer en hardsteen van barones de Stenbier de Wideux, geboren barones de Sluse de Houpertingen (✝ 1835) met wapens.

  • Het kerkorgel,1851, Grepen uit het dorpsverleden van Hoepertingen, 2, 1977, pagina's 103-105.
  • Laat-gotische beeldsnijkunst uit Limburg en Grensland, Sint-Truiden, 1990, nummer 75-77.
  • CASTER E. VAN - OP DE BEECK R., De grafkunst in Belgisch Limburg. Vloerzerken en -platen met persoonsvoorstellingen (13e tot 17e eeuw) , Maaslandse Monografieën, 4, Assen, 1981, pagina's 64-65, 71.
  • DARIS J., Notices historiques sur les églises du diocèse de Liège, Liège, 1867, volume I, pagina's 428-431; volume IV, pagina's 159; volume X, pagina 59.
  • DRIESEN W., Fonds Provinciale Dienst der Gebouwen. Plannen. Snelinventaris van nog niet behandelde plannen, 1995.
  • GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Limburg. Kanton Borgloon, Brussel-Sint Truiden, 1977, pagina's 51-52.
  • GRAUWELS J., De visitaties van de kerk van Hoepertingen , Limburg, 62, (3), 1983, pagina's 117-122.
  • KRIEK H., Arnold Clerinx, orgelmaker te Sint-Truiden, (1816-1898), De Mixtuur, 12,(35), 1981, pagina's 165-170.
  • TIMMERS J.J.M., De kunst van het Maasland. Deel II. De Gotiek en de Renaissance, Assen, 1980, pagina's 232-233.

Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1999: Parochiekerk Sint-Vedastus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/31934 (geraadpleegd op ).


Parochiekerk Sint-Vedastus met kerkhof ()

De Sint-Vedastuskerk is gelegen binnen het ommuurde kerkhof, tegenover het kasteel van Hoepertingen. De kerk omvat restanten van verschillende bouwfases: de 11de- of 12de-eeuwse toren, het 14de- of 15de-eeuws gotisch koor en het 18de-eeuwse schip.

Historiek

De Sint-Vedastus- of Sint-Vaastkerk is een zeer oude stichting en was een oud bezit van de Sint-Vaastkerk van Arras. Aangezien de graven van Loon voogd waren over de goederen van Sint-Vaast in hun graafschap, usurpeerden zij het patronaatsrecht, en gaven dit in leen aan verschillende van hun vazallen. Vanaf de eerste helft van de 13de eeuw kwam de kerk in handen van de abdij van Herkenrode. De huidige, romaanse toren uit 11de - 12de eeuw leunde mogelijk aan bij een preromaanse zaalkerk. Deze werd in de 14de - 15de eeuw vervangen door een gotische kerk, waarvan een gedeelte van het koor bewaard bleef. In 1725 werden de toren en de muren van het kerkhof hersteld. In 1788, onder het pastoraat van Bernard Lievin de Trois-Marie, bouwde Augustina van Hamme, abdis van Herkenrode, de huidige classicistische kerk met twee zijbeuken en sacristie. Restauratiewerken werden in 1926 en 1927 uitgevoerd door A. Debruyn.

Beschrijving

De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van vijf traveeën met voorstaande westtoren, een koor van één rechte travee met driezijdige sluiting en in het verlengde ervan een aangebouwde sacristie.

De romaanse toren telt twee geledingen en is opgetrokken uit silex met fragmenten van ijzerzandsteen. De gevels zijn verankerd. Onderaan zijn bakstenen steunberen aangebracht tegen de toren, aan de noord- en de zuidzijde op een plint van silex en deels met mergelstenen hoekbanden. De twee steunberen aan de westzijde zijn in 1988 grondig gerestaureerd. De tweede geleding is afgewerkt met hoekbanden van kalksteen en is aan drie zijden opengewerkt met mergelstenen rondboogvensters met galmgaten. De toren is afgedekt met een hoge, ingesnoerde, leien naaldspits.

Het bakstenen schip is voorzien van een kalkstenen plint, hoekbanden en steigergaten en is afgedekt door een zadeldak met schildvormig uiteinde aan de oostzijde. Rondboogvensters in een mergelstenen omlijsting met kalkstenen negblokken werken de zuidgevel open, aan de noordzijde gaat het om kleinere getoogde vensters in een kalkstenen omlijsting met sluitsteen. Zowel aan de noord- als aan de zuidzijde bevindt zich een rondboogportaal in een rechthoekige kalkstenen omlijsting, met pilasters op neuten en een archivolt met sluitsteen. Boven de hoofdingang in de zuidelijke gevel is een kalkstenen gevelsteen aangebracht met het wapen van abdis Augustina van Hamme, haar wapenspreuk "REGIQUE DEOQUE" en het jaartal 1788.

Het koor is opgetrokken in mergelsteen, tegen elke hoek is een slanke steunbeer aangebouwd. Drie van de vijf spitsboogvensters zijn later met baksteen gedicht. De aangebouwde bakstenen sacristie met kalkstenen hoekbanden onder een zadeldak is voorzien van getoogde vensters in een kalkstenen omlijsting met sluitsteen.

Interieur

Het interieur is volledig bepleisterd. De pseudo-basiliek is overwelfd door middel van een tongewelf op entablement, de zijbeuken zijn geplafonneerd, de koorsluiting is voorzien van een halve koepel. De beuken zijn van elkaar gescheiden door zuilen en pijlers met een hardstenen sokkel. De vensters van het koor zijn voorzien van figuratieve glasramen uit de tweede helft van de 19de eeuw met de wapens van onder meer de Stenbier-de Wideux en de Brigode.

Meubilair
  • Altaren
    • Hoofdaltaar (eerste helft 18de eeuw): portiekaltaar met altaarschilderij met de voorstelling van Tobias' blijde inkomst te Ninive (17de eeuw), in fronton beeldengroep van de Heilige Drievuldigheid, geschilderd hout.
    • Zijaltaar zuid (17de eeuw): portiekaltaar met altaarschilderij met de voorstelling van een tafereel uit het leven van de Heilige Blasius, met chronogram 1665 en signatuur "M. STRAUVEN INVENTOR ET PINCIT", geschilderd hout. De datering 1855 verwijst naar een restauratie.
    • Zijaltaar noord (18de eeuw): portiekaltaar met nis met beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, geschilderd hout.
  • Beelden
    • Gepolychromeerde houten beelden: van Sint-Anna-ten Drieën, laatgotisch (1520-1530); van een Engelbewaarder, door een Hasseltse beeldhouwer (1744); van Christus aan het kruis, door von Beek (1835) dat tot in de jaren 1970 opgesteld stond onder een luifel tegen de toren; van Sint-Blasius (18de eeuw?); van Sint-Vedastus (19de eeuw).
    • Beeld van Christus aan het kruis, hout, laatgotisch (1540).
  • Meubilair
    • Preekstoel (17de eeuw), omgevormd tot een spreekgestoelte, in 1919 overgebracht uit de Sint-Odulfuskerk van Borgloon.
    • Biechtstoel in de noordelijke zijbeuk (circa 1700) met latere aanpassingen;
    • Biechtstoel in de zuidelijke zijbeuk, door Roeth, schrijnwerker van Waremme (1777).
    • Acht kerkbanken en twee knielbanken (midden 18de eeuw).
    • Orgel van Clerinx (1851), gerestaureerd door Verschueren (1977).
    • Doopvont, laatgotisch met invloed van de Luikse renaissance (1530-1550).
  • Grafstenen
    • Grafsteen in de kerk van pastoor Henricus (✝ 1313) en sterk verweerde grafsteen van pastoor Nicholaus de Hoichim (✝ 1350), beiden met persoonsvoorstelling.

 

Kerkhof

Het kerkhof rond de Sint-Vedastuskerk is aangelegd als tuin. In de perkjes in de hoeken van het schip met het koor bleven enkele grafstenen bewaard. Het kerkhof is grotendeels leeg, op een oorlogsherdenkingsmonument voor de toren na, en twee perceeltjes op de hoeken tussen het schip en het smallere kerkkoor, die door smeedijzeren hekwerk zijn afgebakend.

Het hekwerk rond het noordelijke perceeltje wordt geritmeerd door elegante zuiltjes op gecanneleerde postamenten, met getorste schacht en composietkapiteel met bloemmotief, bekroond door een punt. Het eigenlijke hekken en een centrale, dubbele poort, bestaan uit stijlen met gekrulde lanspunten, onderling verbonden door een dubbele regel en getooid met eenvoudig krulwerk op postamenthoogte. Het afgebakende perceel is volledig leeg, op een grafsteen van barones de Stenbier de Wideux, geboren barones de Sluse de Houpertingen (†1835) na. De grafsteen bestaat uit hardsteen en marmer, is versierd met de wapens van de barones, bekroond door een ijzeren kruis en ingemetseld in de schipgevel.

Het hekwerk rond het zuidelijke perceeltje wordt geritmeerd door gecanneleerde zuiltjes met kapiteel- en bolbekroning. Het hekken, behalve over de breedte van het centrale dubbele poortje op een lage hardstenen plint, bestaat uit alternerend hoge en lage stijlen met lanspuntbekroning, verstevigd door een onderregel, een tweede regel op hoogte van de lage stijlen en een derde regel op hoogte van de hoge stijlen. Binnen het perceel bleven een aantal eenvoudige grafstenen bewaard, rustend tegen de kerkparamenten.

  • Archief Onroerend Erfgoed Limburg, DL000230, Sint-Vedastuskerk, pastorie en omgeving, beschermingsdossier (J. Gyselinck, 1981).
  • Beschermingsdossier DL002334, Aspecten van Hoepertingen (S. Defresne, 2004, digitaal dossier).
  • PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Provincie Limburg. Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N4, Turnhout, 163-165.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 1999: Parochiekerk Sint-Vedastus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/156775 (geraadpleegd op ).