Gesloten hoeve ()

De gesloten hoeve, gelegen ten noorden van kerk, gaat op zijn minst terug tot de derde kwart van de 18de eeuw en is voorzien van een bakhuis. Rondom de tuin van de hoeve werd een haag van gele kornoelje aangeplant, een typische vorm van erfafbakening in de streek waarvan maar weinig voorbeelden bewaard zijn.

Historiek

De hoeve wordt al op de Ferrariskaart als een belangrijke gesloten hoeve weergegeven. De Ferraris geeft het complex weer in een context van licht gespreide lintbebouwing, met een beperkt boomgaardperceel ten noorden en een op de achtervleugel gefixeerde veldwegel ten oosten. Het beeld op het voorprimitief kadasterplan en in de Atlas der Buurtwegen is al wat genuanceerder, de hoeve blijkt semi-gesloten met een open inrit aan straatzijde; links in het verlengde van de straatvleugel (ten noorden) wordt het bakhuis weergegeven als uitbouw, de hoek linksachter is onregelmatig uitgebouwd. De zone links wordt als tuin afgebakend, een veldweg scheert langsheen de rechtervleugel, een eigenaardig puntig perceel achter het complex lijkt te verwijzen naar de door de Ferraris weergegeven veldwegel.

De hoeve onderging sindsdien verbouwingen die in een latei boven de inrijpoort omstreeks 1885 kunnen worden gesitueerd, maar die pas in 1887 kadastraal werden geregistreerd (mutatieschets 1887/3). De huidige plattegrond toont de hoeve met een autonome, diepe rechtervleugel, de hoek linksachter is regelmatig en het bakhuis is een autonome constructie.

Beschrijving

Hoeve

De hoeve omvat bakstenen gebouwen onder zadeldaken met Vlaamse pannen, geschikt omheen een rechthoekig erf: een straatvleugel met inrijpoort en links aansluitende stal, linkervleugel met woonhuis en achteraan aansluitende stallingen, achtervleugel met stallingen, rechtervleugel met langsschuur.

De inrijpoort, onder een zadeldakje, is rondbogig, gevat in een kalkstenen omlijsting, met negblokken in regelmatig verband aan de boog, waar zich ook het het opschrift JEAN M.R./ KNAPEN/ [?]SEPTEMBRE/ 1885/ CAROLINE N.J./ HENCKAERTS bevindt. Schamppalen bakenen de doorgang af. De aansluitende stal heeft een blinde straatgevel, met gepikte silexplint en sporen van witkalk op het parement. De erfzijdegevel omvat een opeenvolging van vernieuwde deuren en vensters.

Het woonhuis is een volume van vijf traveeën en twee bouwlagen, de kopgevels met aandaken en vlechtingen, de kopgevel-straatzijde rust evenals de straatgevel van de straatvleugel op een gepikte silexplint, elders werd kalksteen gebruikt; de tweede bouwlaag is blijkens de lage dakhelling het resultaat van een verhoging. Het huis is onderkelderd, wat het duidelijkst blijkt aan straatzijde, ten gevolge van de helling van het bouwperceel; de kopgevel-straatzijde heeft een hoge fundering, waarin twee hoog gepositioneerde, in kalksteen omlijste keldergaten de kelderruimte markeren; aan erfzijde bevindt zich één keldergat, tussen de derde en vierde travee van links, vlak tegen het maaiveld.

De erfzijdegevel omvat een sequentie van rechthoekige muuropeningen in de twee bouwlagen, de eerste drie traveeën in een regelmatige spreiding, de vierde travee dicht tegen de derde, de vijfde travee ver van de vierde verwijderd. De eerste bouwlaag omvat twee deuren: een hoge in de tweede travee van links, een lage in de vijfde travee; de andere traveeën omvatten vensters; de tweede bouwlaag wordt volledig door vensters ingenomen. De gelijkvloerse vensters waren oorspronkelijk kruiskozijnen, blijkens de verankerde latei van het linkse venster. Thans zijn alle muuropeningen, behalve het verdiepingvenster rechts, gevat in een hardstenen omlijsting, waarin ouder materiaal is gerecupereerd. Het verdiepingvenster rechts heeft slechts een hardstenen onderdorpel. Al het schrijnwerk werd vernieuwd.

De kopgevel straatzijde omvat op gelijkvloers niveau en op de verdieping telkens twee vensters in een wijde spreiding, rechthoekig in een kalkstenen omlijsting; op zolderniveau wordt elke travee bekroond door een halvemaanvormig venster met kalkstenen omlijsting. Al het schrijnwerk werd vernieuwd.

Het bij het woonhuis aansluitende stalvolume is een beetje lager dan het huis; de erfzijdegevel, gedeeltelijk in de schaduw van de overdekte laterale doorrit naar de velden, links in de achtervleugel, omvat een rechthoekig staldeurtje in vlakke kalkstenen omlijsting, links en rechts geflankeerd door een rechthoekig venster. Onder de dakrand zijn twee uilengaten zichtbaar.

De achterste stalvleugel, met links in het verlengde de reeds vermelde laterale doorrit, omvat aan erfzijde een sequentie van zes rechthoekige staldeuren in vlakke kalkstenen omlijsting, alternerend met bakstenen asemgaten; boven de tweede, vierde, vijfde en zesde deur van links bevinden zich zoldervensters met hardstenen onderdorpel; alle vensters, behalve het vijfde, dat onder de dakrand is gepositioneerd, hebben hardstenen (of gecementeerde) bovendorpels. De derde staldeur van links wordt bekroond door een klein getoogd venstertje met hardstenen onderdorpel. Het rechterdeel van de gevel, is over de breedte van één travee uitgebouwd met een onregelmatig puntgeveltje, waarin de restanten van een duiventil (?).

De langsschuur staat in verbinding met de achterste stalvleugel via een lage constructie onder zadeldakje, waarin aan erfzijde een rechthoekig deurtje is voorzien, gevat in een vlakke kalkstenen omlijsting. Rechts ernaast bevindt zich een pomp. De hoofdgevel van de schuur bevindt zich aan straatzijde, met een rondbogige schuurpoort, in kalksteen omlijst en ter hoogte van de boog van regelmatig gespreide negblokken voorzien. De doorgang wordt door schamppalen afgeboord. Het poortschrijnwerk werd vernieuwd. In de geveltop bevinden zich drie uilengaten. De erfzijdegevel is blind, op een rechthoekig deurtje in vlakke kalkstenen omlijsting, twee asemgaten met hardstenen boven- en onderdorpel en twee dito vensters na.

Het bakhuis is nog met een bakstenen muurtje op gepikte silexplint (in het verlengde van de woonhuisplint) met het woonhuis verbonden. Het gebouwtje, aan straatzijde eveneens met gepikte silexplint en met de restanten van een kalkstenen hoekband links, is een twee bouwlagen hoge constructie, met aan straatzijde een rechthoekig deurtje in hard¬stenen omlijsting , erboven twee kleine vensters in een gerecupereerde kalkstenen omlijsting. De achtergevel, zijde boomgaard, omvat een rechthoekige deur links, een venstertje rechts, beide in een gerecupereerde kalkstenen omlijsting met neg¬blokken in onregelmatig verband. De linkerkopgevel, met aandak, omvat een venstertje, de rechterkopgevel werd volledig vernieuwd. Intern bleef de bakoven bewaard.

Omgeving van de hoeve

Links van de hoeve strekt zich een boomgaardperceel uit, dat al op de Ferrariskaart wordt weergegeven. Het terrein ligt hoger dan de straat en is aan straatzijde afgedamd met een bakstenen muur. Een voor de streek typische, gevlochten haag, 44 meter lang, van gele kornoelje omgeeft het perceel. In de tuin, die aansluit bij het boerenhuis en het aanleunende, vanaf de straat rechtstreeks toegankelijke bakhuis, staat centraal in het grasveld nog een halfrond gesnoeid groenpaviljoen, ook van gele kornoelje.

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DL002441, Heers: aspecten van Gutschoven (DEFRESNE S. & WUYTS V., 2005).
  • DE MAEGD C. EN VAN DEN BROECK M. 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 3: Alken, Borgloon, Heers, Kortessem, Wellen, Brussel.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gesloten hoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/158391 (geraadpleegd op ).


Gesloten hoeve ()

Belangrijke, gesloten hoeve, één van de grote hoeven van het dorp, die reeds op de Ferrariskaart (1771-77) als dusdanig staan weergegeven.

De hoeve behield elementen van twee bouwcampagnes: het oudste gedeelte, het woonhuis met aansluitende stal en bakhuis aan straatzijde, uit het derde kwart van de 17de eeuw; de stallen, schuur en inrijpoort van 1885; in deze periode werd ook het woonhuis verbouwd.

Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), rondom het rechthoekig erf. Inrijpoort onder zadeldakje; rondboogpoort in een hardstenen omlijsting, met negblokken in regelmatig verband aan de boog; op deze boog het opschrift: JEAN M.R./ KNAPEN/ [?]SEPTEMBRE/ 1885/ CAROLINE N.J./ HENCKAERTS. De links aansluitende stal heeft een 17de-eeuwse kern, te oordelen naar de behouden plint van gepikte silex. De muuropeningen werden gewijzigd.

Ten noordwesten van het erf, woonhuis (nok loodrecht op de straat) uit het derde kwart van de 17de eeuw, vijf traveeën en thans twee bouwlagen; verhoogd in 1885. Gepikte silex plint aan straatzijde; aan erfzijde een kalkstenen plint. De benedenvensters waren oorspronkelijk kruiskozijnen, confer de verankerde latei van het linkervenster; thans zijn alle vensters rechthoekig in een hardstenen omlijsting, met hergebruik van ouder materiaal. Gelijkaardige deur. De zijgevel aan straatzijde is voorzien van dezelfde vensters. De onderkeldering is hier zichtbaar in de kalkstenen keldergaten (17de eeuw). Zijgevels met aandak en vlechtingen.

Stallen naast het woonhuis en ten noordoosten van het erf van 1885, voorzien van rechthoekige deuren in een vlakke, hardstenen omlijsting, en zoldervensters met hardstenen lekdrempel.

Langsschuur ten zuidoosten van het erf, eveneens van 1885. Een deur van het hoger beschreven type, en twee kleine vensters met hardstenen latei en lekdrempel in de gevel aan erfzijde. Schuurpoort in de zijgevel aan straatzijde, confer inrijpoort; drie ronde uilengaten.

Monumentaal bakhuis uit het derde kwart van de 17de eeuw aan straatzijde, achter het woonhuis. Het was voorheen met het woonhuis verbonden (Atlas van de Buurtwegen, 1843). Twee traveeën en twee bouwlagen. Hoge silex en bakstenen plint. Rest van een kalkstenen hoekband. In de gevel aan straatzijde, een rechthoekige deur in hardstenen omlijsting en twee kleine vensters in een kalkstenen omlijsting, hergebruikt 17de-eeuws materiaal. Aan erfzijde, een rechthoekige deur in een kalkstenen omlijsting, met negblokken in onregelmatig verband; hergebruikt materiaal; dit geldt ook voor het kleine venster. Het interieur met de grote bakoven bleef intact bewaard.


Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gesloten hoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/32071 (geraadpleegd op ).