Het klooster en de school, opgetrokken in 1903, zijn twee afzonderlijke gebouwen aan weerszijden van een speelplaats.

Na een tijdlang te zijn gehuisvest in de voormalige rentmeesterswoning van het kasteel, konden de zusters van Sint-Vincentius vanaf 1903 beschikken over deze nieuwbouw, die door de kasteelheer werd opgetrokken in de franje van zijn domein.

Het klooster en de school zijn twee afzonderlijke gebouwen aan weerszijden van een speelplaats. Het schoolgebouw, ten noordoosten, vormt een geheel met een poortgebouw aan de Meerstraat. Het kloostergebouw, ten zuidoosten, omarmt een tuin, reikend tot aan de Hekslaan, alwaar op de straathoek met de Meerstraat een secundair poortje te situeren is, onder een schilddakje.

Het klooster is een bakstenen constructie op een breukstenen plint, in kern L-vormig, twee bouwlagen hoog op een souterrain en onder leien, sterk overkragende daken van verschillende types. Het basisvolume is aan de verschillende zijden uitgebouwd met afgeschuinde hoeken en allerhande erkervormen, veelal één bouwlaag hoog onder leien schilddaken. Het gebouw wordt verder verlevendigd door steunberen, gecementeerde imitatiehoekbanden, aandaken en bakstenen lijstwerk met dropmotief onder de dakrand. Het gebouw heeft talrijke muuropeningen, rechthoekig met afgeronde hoeken, omlijst in helrode baksteen, de vensters voorzien van hardstenen onderdorpels en voorzien van elegant schrijnwerk.

Het schooltje is opgetrokken in baksteen, vier traveeën breed en één bouwlaag hoog onder leien wolfsdak. De muuropeningen, waaronder de grote ramen van het klaslokaal, zijn gelijkaardig aan deze van het klooster. Aan straatzijde heeft het gebouw een torenachtige uitbouw, onder leien tentdak, versmeltend met het door een leien schilddakje overdekte toegangspoortje tot de speelplaats.

Het gebouw werd door de kasteelheer gebouwd voor de zusters, die het in 1903 betrokken en er de vrije meisjesschool hielden. Het gebouw is grosso modo L-vormig, doch is voorzien van erkers en uitbouwen van verschillende vorm. Zadeldaken (leien).

Bakstenen gebouw op souterrain; breukstenen plint. De gevels zijn afgewerkt met steunberen, gecementeerde imitatiehoekbanden, puntgevels met aandak, en een bakstenen dropmotief onder de dakrand. Rechthoekige muuropeningen met afgeronde hoeken, in een geprofileerde omlijsting van helderrode baksteen.

Het klaslokaal ligt aan de overzijde van de speelplaats. Rechthoekig gebouwtje van vier traveeën en één bouwlaag onder wolfsdak (leien). Muuropeningen zoals in het klooster.