De neogotische parochiekerk Sint-Anna werd in 1910 gebouwd naar ontwerp van H. Martens (Stevoort) en V. Lenertz (Leuven).
De oorspronkelijke kerk van Mechelen-Bovelingen bevond zich op het bouwperceel dat nu door de Bovelingenstraat en de Schoolstraat wordt afgeboord. De kerk werd omgeven door een ommuurd kerkhof en geflankeerd door de pastorie, een redelijk groot complex met componenten omheen een binnenhof.
De oude kerk, die een aantal keren werd herbouwd en een beslissend cachet kreeg in 1830, werd in 1910 vervangen door een nieuwbouw, op een nieuw perceel, op de hoek van de Bovelingenstraat en de Darisstraat, tegenover de vroegere site. De nieuwbouw, gerealiseerd naar ontwerp van H. Martens (Stevoort) en V. Lenertz (Leuven) is de huidige, neogotische kruiskerk.
De kerk heeft een driebeukig schip, vijf traveeën diep, met een ronde traptoren tegen de noordwestelijke hoek en de meest westelijke zuidtravee uitgebouwd tot doopkapel, één travee breed en driezijdig afgesloten. Bij het schip sluit een transept aan, de armen één travee breed en één travee diep. Het koor is één travee diep en driezijdig afgesloten. In de oksel tussen het koor en de noordelijke transeptarm is een vierkante toren te situeren, met een aansluitende, ronde traptoren ten oosten, in de oksel met het koor. Bij het koor sluit ten zuiden een sacristie aan.
Het gebouw is integraal opgetrokken in baksteen op een hardstenen plint in pseudo-bossage, het geheel rondom rond voorzien van steunberen met enkelvoudige of dubbele verjonging naargelang de hoogte. Hardstenen cordonlijsten verbinden de onderdorpels van spitsboogramen en blindbogen. De cordonlijsten sluiten ook aan bij de boogzwikken van de puntgevelramen en volgen verder de boogtracés. De lijstgevels worden afgeboord door een baksteenfries, die bij de middenbeuk- en koorgevels is verzwaard met een spitsboogfries op consooltjes. De puntgevels worden afgeboord door muurankers. Verschillende types leien daken dekken het geheel af.
Het schip heeft een basilicale opstand met middenbeuk onder zadeldak en zijbeuken onder lessenaarsdaken.
De westgevel omvat een centrale, getoogde ingangsdeur, geflankeerd door hardstenen zuiltjes die een bakstenen spitsboognis schragen, waarin een beeldengroep van Anna en Maria is opgesteld. Boven het portaal zijn drie gekoppelde spitsboogramen ingebracht, het middelste hoger dan de laterale. Hun collectieve onderdorpel is een weinig hoger dan de cordonlijst die de eerste van de tweede bouwlaag scheidt. De geveltop, boven een derde cordonlijst, omvat vijf gekoppelde, blinde spitsbogen, die qua hoogte de dakrand volgen. In de hoogste, centrale blindboog is een venstertje ingebracht.
De laterale zijbeukgevels omvatten dubbele spitsboogramen in elke travee, behalve in de bij de doopkapel aansluitende travee aan de noordzijde, waar een zijportaal is ingebracht. De bij de westgevel aansluitende zijbeukkopgevels omvatten elk één klein spitsboograampje, zoals ook de zichtbare traveeën van de doopkapel. De laterale middenbeukgevels, voor zover zichtbaar, omvatten ronde vensters.
Het traptorentje, onder kegelvormig dak, is grotendeels blind, op enkele lichtspleten na. De bovenste bouwlaag, op dezelfde hoogte als de derde bouwlaag van het schip, heeft een hiermee analoge afwerking met cordonlijst en gekoppelde blinde spitsbogen. Binnen de spitsbogen zijn wel lichtspleten voorzien.
De transeptkopgevels omvatten elk een driedubbel spitsboograam in dezelfde vormentaal als dit in de westgevel. De geveltop is getooid met een blinde spitsboog, links en rechts opengewerkt met progressief verlagende, halve spitsbogen. Centraal is een klein rechthoekig venster ingebracht. Het koorvolume is ietwat lager dan het schip en wordt afgedekt door een schilddak. Elke koortravee omvat een lancetbogig raam. De koortoren, onder ingesnoerde naaldspits, geflankeerd door vier hoektorentjes, telt vijf geledingen, gescheiden door hardstenen waterlijsten. De toren omvat enkele lichtspleten. De vierde geleding is afgewerkt met gekoppelde blinde spitsbogen. De vijfde geleding is aan alle zijden voorzien van dubbele, spitbogige galmgaten. De traptoren heeft dezelfde vormentaal als deze aan de westzijde.
De sacristie is een sobere constructie onder schilddak, die via een oostwaarts verlengstuk van de zuidelijke zijbeuk met het koor in verbinding staat. De gevel zijde Bovelingenstraat omvat twee rechthoekige venstertjes met hardstenen boven- en onderdorpel, daartussen een geconsoolde schoorsteen.
Het interieur wordt bepaald door een dubbele spitse scheibogenarcade, rustend op hardstenen zuilen met knopkapitelen. Kruisribgewelven dekken de midden- en zijbeuken af, een straalgewelf het koor. De vloer is betegeld met cementtegeltjes in een geometrisch patroon, wanden en gewelfvlakken zijn bepleister. De westwand onder het orgeldoksaal is afgewerkt met muurschilderingen naar ontwerp van A. Huppen (1921), die herinneren aan de Eerste Wereldoorlog. De meeste andere muurschilderingen van zijn hand werden in 1964 overschilderd.
Het kerkmeubilair omvat naast voor de nieuwe kerk ontworpen stukken ook gerecupereerd materiaal:
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DL002423, Heers: Aspecten van Mechelen-Bovelingen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2005: Parochiekerk Sint-Anna [online], https://id.erfgoed.net/teksten/159170 (geraadpleegd op ).
HISTORIEK
De oorspronkelijke kerk bevond zich te midden van het kerkhof, aan de Schoolstraat. In 1359, melding van de bouwvallige toestand van de romaanse kerk, aansluitende restauratie in de tweede helft van de 14de eeuw. In 1642 wordt de kerk door een brand verwoest en heropgebouwd. In 1712 bouw van een nieuwe toren. Herstellingen in 1781 en 1784. In 1816 wordt het koor herbouwd, in 1830 de rest van de kerk.
Deze kerk wordt in 1910 afgebroken en vervangen door een neogotische kruiskerk van H. Martens (Stevoort) en V. Lenertz (Leuven), op de huidige plaats, de hoek van de Bovelingenstraat met de Darisstraat.
BESCHRIJVING
De plattegrond beschrijft een driebeukig schip van vijf traveeën, met transept van één travee; koor van één rechte travee met driezijdige sluiting; toren tussen koor en noordtransept; sacristie ten zuidoosten. Het gebouw is opgetrokken in baksteen op een hardstenen plint; rond om rond voorzien van steunberen.
Vierkante toren met ten oosten aangebouwde ronde traptoren. Vijf geledingen, gescheiden door hardstenen waterlijsten; in de vierde geleding gotische blindbogen; de vijfde geleding is aan alle zijden voorzien van dubbele galmgaten. Ingesnoerde naaldspits, geflankeerd door vier hoektorentjes. De traptoren onder kegelvormige spits.
Schip met basilicale opstand onder zadel- en lessenaarsdaken; spitsboogfries onder de kroonlijst. In de zijbeuken spitsboogvensters met hardstenen lekdrempel; in de middenbeuk ronde vensters. In de noordgevel is er een ingangsportaal in de vierde en een driezijdige uitbouw van de doopkapel in de vijfde travee. Rechts tegen de westgevel, ronde traptoren. Hardstenen waterlijst boven en onder de vensters in de westgevel en in het transept. Westelijke ingangsdeur geflankeerd door twee hardstenen zuiltjes die een bakstenen spitsboog schragen; in het boogveld, beeldengroep van Anna en Maria. Het koor sluit qua ritmiek en ornamentiek bij het schip aan. Aan de zuidzijde van het koor is er een sacristie aangebouwd onder schilddak.
Het interieur is bepleisterd. Middenbeuk en zijbeuken van elkaar gescheiden door een spitsboogarcade op ronde zuilen met knoppenkapitelen. Overwelving door middel van kruisribgewelven.
Mobilair: schilderij met voorstelling van Sint-Anna-ten-Drieën van 1772(?); schilderij met voorstelling van Christus aan het kruis (17de of 18de eeuw); schilderij van Zagazara met voorstelling van Sint-Martinus die zijn mantel deelt (eerste helft 20ste eeuw).
Gepolychromeerde, houten beelden: Onze-Lieve-Vrouw met Kind (17de eeuw); Sint- Sebastiaan (17de eeuw); Sint-Martinus, laatgotisch (1530-1540); Christus aan het kruis, laatgotisch (1510-1520); Christus aan het kruis hout (tweede helft 19de eeuw); beeldengroep Sint-Anna leert Onze-LIeve-Vrouw lezen (tweede helft 19de eeuw).
Hoofdaltaar naar ontwerp van V. Lenertz, verschillende steensoorten, neogotisch (circa 1913); dienstaltaar, geschilderd hout (tweede helft 18de eeuw); twee zijaltaren, hout (tweede helft 19de eeuw), naar verluidt afkomstig uit de kerk van Brustem; preekstoel met bustes van de evangelisten en hun symbolen in medaillons, eik (eind 18de eeuw); twee biechtstoelen van Schoffeniels,eik (midden 18de eeuw), aangekocht in 1779; orgel in kast van F. Plugers (tweede helft 18de eeuw); doopvont, hardsteen met koper op houten deksel (eerste helft 18de eeuw).
Muurschilderingen aan westgevel van de narthex als herinnering aan de oorlog 1914-1918 naar ontwerp van A. Huppen (1921); de meeste andere muurschilderingen van zijn hand werden in 1964 overschilderd.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1999: Parochiekerk Sint-Anna [online], https://id.erfgoed.net/teksten/32140 (geraadpleegd op ).