erfgoedobject

Hoeve van de abdij van Herkenrode

bouwkundig element
ID
32181
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/32181

Juridische gevolgen

Beschrijving

De abdij bezat reeds goederen in Opheers in 1218; dit is ook de oudste vermelding van deze grangria; de stichting ervan is eind 17de - begin 18de eeuw te situeren. De abdij verwierf in de loop der eeuwen een aanzienlijk grondbezit in Opheers; het was één van haar belangrijkste landbouwuitbatingen. De inplanting op deze plaats heeft waarschijnlijk te maken met de aanwezigheid van een bron, die de zogenaamde Wetterdelle voedt, die uitmondt in de Oostherk. De hoeve is gelegen tegenover de kerk.

De oudste gebouwen dateren van 1639 (datering gevelsteen woonhuis), en werden gebouwd door abdis Barbara van Hinisdael; het zijn het woonhuis en een thans losstaand dienstgebouw achter het woonhuis; uit de Ferrariskaart (1771-77) blijkt dat dit gebouw één van de drie vleugels rondom een kleine binnenplaats was, aansluitend op de achtergevel van het woonhuis; hier bevond zich een tweede ingang die aansloot op een naar het zuidoosten lopende weg; de zuidoostelijke en zuidwestelijke vleugels van deze binnenplaats -evenals de weg- waren midden 19de eeuw, confer Atlas van de Buurtwegen (1843) reeds verdwenen en vervangen door een schuine vleugel.

De grote tiendschuur, ten noordoosten van het erf, dateert uit de 18de eeuw. Het poortgebouw en de ten zuidwesten aansluitende stal schijnen te dateren uit eind 18de of eerste helft 19de eeuw; zij staan in hun huidige vorm weergegeven in de Atlas van de Buurtwegen (1843). De grote, L-vormige stalvleugel in de zuidhoek van het erf dateert van na het midden van de 19de eeuw, evenals de stal die ten noordoosten bij het poortgebouw aansluit.

Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse en mechanische pannen), rondom een ruim, rechthoekig erf, bereikbaar via een poort in de noordwestvleugel, door een korte oprit met de straat verbonden.

Rondboogvormige inrijpoort in een kalkstenen omlijsting met negblokken in regelmatig verband, uit eind 18de - eerste helft 19de eeuw. Woonhuis ten zuidoosten van het erf. Breedhuis van een ongelijk aantal traveeën (tien op de benedenverdieping, acht op de bovenverdieping) en twee bouwlagen onder gebogen zadeldak. Verhoogde begane grond; plint van silexblokken met twee keldergaten. Smeedijzeren ankers, S-vormig en met krullen. Een grote gevelsteen in het midden van de gevel met wapens van de abdis en opschrift: 1639/ MODERATA DURANT/ BARBARA VAN HINISDAEL ABBATISSA. Een tweede, kleine gevelsteen in een geprofileerde bakstenen nis boven de deur, sterker verweerd, met wapenschild en opschrift BH. Gesculpteerde, houten daklijstbalken. De oorspronkelijke vensters zijn de kruiskozijnen in een kalkstenen omlijsting met negblokken in onregelmatig verband, en sponningbeloop in het benedengedeelte, waar ze voorheen beluikt waren; ontlastingsboog van twee rollagen en een platte laag; slechts twee bleven intact bewaard (bovenverdieping); twee werden gedicht, en de overige werden in de eerste helft van de 19de eeuw naar onderen toe vergroot, waarbij het kruis verwijderd werd; één eerste helft 19de-eeuws venster in vlakke, kalkstenen omlijsting in de rechtertravee, erboven een tweede helft 19de-eeuws venster; schuin boven de deur, links, een klein vierkant venster van 1639 van het hoger beschreven type. Lage rondboogdeur in een kalkstenen omlijsting met telkens twee negblokken aan de posten; geprofileerde neg; ontlastingsboog van een platte laag, een rollaag en een platte laag; kalkstenen trap uit dezelfde periode. Aangezien de zijgevels geen aandaken hebben, mag verondersteld worden dat het gebouw oorspronkelijk een onderdeel vormde van een vleugel van gelijke hoogte. De achtergevel werd recent verbouwd. Het interieur bleef vrij gaaf bewaard (indeling, vloeren).

Dienstgebouw ten zuidoosten, buiten het erf, uit dezelfde periode als het woonhuis. Thans losstaand gebouw van zes traveeën en één bouwlaag onder gebogen zadeldak. Silex plint. Gevelsteen met wapenschild van de abdis en opschrift BH/ MODERATA DURANT. S-vormige, smeedijzeren ankers. Twee kloosterkozijnen in een kalkstenen omlijsting met negblokken in onregelmatig verband; ontlastingsboog van twee rollagen en een platte laag. Twee rechthoekige, getraliede venstertjes uit een latere periode (tweede helft 18de of eerste helft 19de eeuw) in een kalkstenen omlijsting met sponningbeloop, voorheen beluikt. Drie rondboogdeuren in een kalkstenen omlijsting met twee negblokken aan de posten; ontlastingsboog van een rollaag en een platte laag; de deur rechts was van hetzelfde type, doch werd in een latere periode van een rechte kalkstenen latei voorzien. Zijgevels met aandak en vlechtingen.

De L-vormige stal, aansluitend bij het woonhuis in de zuidhoek van het erf, dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw. Hij is lager dan het woonhuis en voorzien van rechthoekige deuren in een hardstenen omlijsting en getoogde vensters. Interieur: zolderingen met troggewelfjes tussen metalen balken. Thans ingericht als burelen. De stal die ten zuidwesten op het poortgebouw aansluit dateert waarschijnlijk uit eind 18de of eerste helft 19de eeuw. Hij is voorzien van gekoppelde, rechthoekige deuren in een kalkstenen omlijsting, en kleine, rechthoekgie vensters in dito omlijsting; een aantal muuropeningen werd gewijzigd.

De stal of het wagenhuis, die ten noordoosten bij het poortgebouw aansluit dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw; twee poorten onder metalen I-balk.

Imposante dubbele dwarsschuur ten noordoosten van het erf, daterend uit de (tweede helft? van de) 18de eeuw, thans in ruïneuze toestand; het steile wolfsdak is op een paar elementen van het gebint na vrijwel volledig verdwenen. Twee rondboogpoorten in een kalkstenen omlijsting met negblokken in regelmatig verband. De zijgevels zijn voorzien van grote smeedijzeren ankers met krullen en zes ronde uilengaten.

Rechts, aansluitend bij de schuur bevindt zich een rondboogpoort uit de 18de eeuw, die toegang gaf tot de tweede ingang, ten zuidoosten van de hoeve; rondboogpoort in een kalkstenen omlijsting met negblokken in regelmatig verband; klein zadeldakje. Het lage gebouw centraal tegen de voorgevel van de schuur is een recente uitbreiding van een ondiep aanbouwsel, zoals aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen.

  • DE DIJN C.G., Heers/Opheers. Hoeve van de Cisterciënzerinnenabdij "Herkenrode", in Boerderijen renoveren. 1977. p. 17.
  • PIETERS R., De grangia te Opheers van de cisterciënzerinnenabdij van Herkenrode. Bijdrage tot de geschiedenis en gedeeltelijke uitgave van het cijnsboek (1289). Licentiaatsverhandeling, V.U.B., 1976-77.

Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve van de abdij van Herkenrode [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/32181 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.