is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Henisdael
Deze vaststelling is geldig sinds
Henisdael of Hinnisdael was een Loons leen binnen het grondgebied van Vechmaal, en was voorzien van een kasteel met hoeve, omgeven door grachten. Het was eigendom van de ridders van Hinnisdael, een belangrijke Haspengouwse familie, waarvan de oudst gekende telg Gilles de Hinnisdael is (circa 1200); hij zou met Filips van den Elzas op kruistocht zijn gegaan. Door huwelijk komen zij ook in het bezit van Sint-Pieters-Heurne; vanaf dan noemen zij zich heren van Horne. In 1616 wordt Denis van Hinnisdael heer van Vechmaal en Horne. Na de kinderloze dood van Otto van Hinnisdael (1676) wordt het goed verkocht en komt in het bezit van de familie Bentinck en de Leerode (1688). De burcht wordt ondertussen waarschijnlijk sedert geruime tijd niet meer bewoond, en is vervallen.
In 1812 verkoopt Maximilien, graaf de Leerode, Hinnisdael; een gedeelte van de goederen wordt gekocht door L. Delvigne, burgemeester van Vechmaal, die toen de hoeve bewoonde. In 1848 zou het goed gesplitst zijn en wordt een nieuwe woning gebouwd. In 1898 wordt de hoeve verkocht aan R. Bodson. Na zijn dood bleef de hoeve onbewoond en raakte in verval. Pas in de jaren 1960 wordt ze opnieuw bewoond en hersteld.
Een afbeelding van 1661 toont de hoeve en de burcht van Hinnisdael, tegenover elkaar gelegen: de burcht lag dus waarschijnlijk in de weide aan de overzijde van de weg. De burcht is omgracht en voorzien van een houten brug, en schijnt, in tegenstelling tot de andere gebouwen, in natuursteen opgetrokken, waarschijnlijk mergel, wat een een datering vóór de 16de eeuw doet veronderstellen. De burcht is op dat moment reeds in ruïneuze toestand. Dit wordt bevestigd door een getuigenis van 1708, die vermeldt dat de ruïnes nog zichtbaar zijn. Op de Ferrariskaart (1771-77) is hij niet meer aangeduid.
Van de hoeve, aangeduid op de tekening, bleef alleen het poortgebouw met flankerende traptoren bewaard. De tekening is niet accuraat, maar geeft een algemene indruk van de versterkte herenhoeve met deels bakstenen gebouwen en torens, en deels vakwerkgebouwen.
De Ferrariskaart geeft de oudste exacte weergave van de hoeve: zij is op dat ogenblik reeds U-vormig, met de open zijde van het erf naar het noorden; achter de hoeve, ten westen, liggen de hovingen. In de Atlas van de Buurtwegen (1844), met vermelding Ferme Delvigne, naar de toenmalige eigenaar, is ten noorden, buiten het erf, een woning gebouwd. De huidige woning dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw, mogelijk 1879 (kadastrale gegevens).
U-vormige hoeve met poortgebouw aan de noordzijde van de oostvleugel. De hoeve is geïsoleerd gelegen, aan een smalle, met meidoornhagen afgezette weg.
Poortgebouw uit de tweede helft van de 16de eeuw, opgetrokken in laatgotische stijl met renaissance-elementen. Bakstenen gebouw van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen). Hoekbanden, onderaan kalksteen, bovenaan mergel. Smeedijzeren ankers. Geprofileerde, mergelstenen kroonlijst, waaronder een mergelstenen trigliefenfries. Brede rondboogpoort in een kalkstenen omlijsting met imposten, en negblokken in onregelmatig verband aan de posten; ontlastingsboog van twee rollagen en een platte laag. Twee rechthoekige bovenvensters, voormalige bolkozijnen, in fraai geprofileerde, kalkstenen omlijsting met negblokken en accoladeboogvormige sculptering op de latei; dubbele ontlastingsboogjes van een rollaag. Boven de poort een mergelstenen gevelsteen in een aedicula met renaissance-ornamentiek, geflankeerd door twee gevelstenen elk met voorstelling van een harnas; wapenschild van de Hinnisdael. Aan erfzijde een brede rondboogpoort met geprofileerde, mergelstenen boog en posten van kalksteen met negblokken in onregelmatig verband; ontlastingsboog. In de poortdoorgang een mergelstenen muurpartij, en de resten van een mergelstenen boog met een ontlastingsboog van een platte laag, een rollaag en een platte laag; hij beantwoordt aan een gedichte muuropening in de noordelijke zijgevel met een gelijkaardige boog. Onder de geprofileerde kroonlijst, een schijnbaar recent, mergelstenen bolkozijn.
Het trigliefenfries loopt door in de noordelijke zijgevel, die eveneens voorzien is van een voormalig bolkozijn in omlijsting. In de zuidelijke zijgevel een kloosterkozijn in geprofileerde, kalkstenen omlijsting met negblokken. Twee gedichte oculi in mergelstenen omlijsting in de geveltop. De zijgevels waren voorheen waarschijnlijk getrapt, zoals aangeduid op de tekening van 1661.
Aansluitend bij de noordelijke zijgevel, halfronde traptoren van baksteen met muurpanden van mergel in de onderbouw. Thans even hoog als het poortgebouw, doch oorspronkelijk hoger, zoals blijkt uit de houten spil van de trap, die bovenaan nog de gaten vertoont waar bijkomende treden waren ingelaten. Spleetvormige schietgaten met ronde opening voor vuurwapen, in kalkstenen omlijsting. Toegang via een smalle rondboogdeur in een kalkstenen omlijsting met negblokken. De houten trap bleef vrij goed bewaard, met sculptering op de sokkel van de spil.
De hoeve dateert waarschijnlijk uit het tweede tot derde kwart van de 19de eeuw, doch heeft een oudere kern, afleesbaar in de muurpanden van silex in de onderbouw. Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen) en wolfsdak (dito) voor de schuur. Het huidige woonhuis, voorheen waarschijnlijk stallen, sluit ten zuiden aan bij het poortgebouw. Links, een gedichte rondboogdeur in een hergebruikte kalkstenen omlijsting. Rechthoekige deuren in vlakke, kalkstenen omlijsting uit de periode van de bouw, weliswaar met hergebruik van ouder materiaal; getoogde vensters uit de tweede helft van de 19de eeuw; recente dakvensters.
Ten westen, tegenover het woonhuis, stalvleugel, voorzien van gelijkaardige deuren; een rechthoekig zolderluik met houten latei en onderdorpel, en een korfboogpoort. Rechter zijgevel met aandak en vlechtingen. De twee noordelijke traveeën horen bij nummer 1, en zijn voorzien van vensters uit de tweede helft van de 19de eeuw. Ten zuiden, dubbele dwarsschuur, voorzien van twee rondboogpoorten. Mogelijk is dit gedeelte ouder dan de rest van de hoeve, te oordelen naar het algemeen volume en de ontlastingssystemen van de poorten.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Hoogstamboomgaarden en veekeringshagen bij Hoeve Henisdaal
Is deel van
Henisdael
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Henisdael [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/32197 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.