Hoeve met complexe vorm, ontstaan uit een L-vormige hoeve, zoals aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1844).
De oude kern uit het eerste kwart van de 19de eeuw bleef bewaard in de eerste bouwlaag van het woonhuis; dit werd in de tweede helft van de 19de eeuw met één bouwlaag verhoogd, verlengd met een travee aan de linkerzijde, en voorzien van een nieuwe, haakse stalvleugel op de voorgevel; in het eerste kwart van de 20ste eeuw werden de dienstgebouwen rondom een nieuw erf achter het woonhuis toegevoegd; het oorspronkelijke erf vóór het woonhuis is nu een tuin.
Woonhuis van oorspronkelijk drie, thans vier, en oorspronkelijk één, thans twee bouwlagen onder zadeldak met schild aan de rechterzijde. Verhoogde begane grond met kalkstenen keldergaten. De muuropeningen uit het eerste kwart van de 19de eeuw zijn de rechthoekige vensters, voorheen beluikt, en deur in een kalkstenen omlijsting; de deur behield de oorspronkelijke houten roedeverdeling en glas in het bovenlicht. De muuropeningen uit de tweede helft van de 19de eeuw zijn de getoogde vensters en deur.
Haakse stal onder zadeldak (Vlaamse pannen), voorzien van getoogde vensters, een houten zolderluik en een rechthoekige deur onder houten latei.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)