Semi-gesloten vakwerkhoeve uit de tweede helft van de 19de eeuw.
De langgestrekte hoeve verschijnt in 1896 op de mutatieschetsen. Volgens overlevering zou de hoeve dateren van circa 1874-1875. Ten laatste in 1915 is de hoeve verlengd met circa twee meter en is er een kleine bijbouw (bakhuis?) gezet, een eindje van de hoeve verwijderd. Deze bijbouw bleek in 1937 verbouwd of vervangen. Ook verscheen er een lange en smalle aanbouw dwars tegen de hoeve, een klein losstaand gebouw tegen de straat, en een groter losstaand gebouw parallel met de hoeve. Deze drie losstaande gebouwen waren in 1956 met elkaar verbonden.
Het aan de straat gelegen complex wordt omringd door weiland en bestaat uit een woonhuis ten noorden van het erf en dienstgebouwen ten zuidwesten. Een waterput ligt aan de erfzijde van het westelijk dienstgebouw.
Het woonhuis telt acht traveeën (met zeven zichtbare ankerbalkgebinten), waarvan de eerste travee versteend is en de overige in stijl- en regelwerk met lemen vullingen. De woning is één bouwlaag hoog, onder zadeldak (Vlaamse pannen). De muuropeningen zijn oorspronkelijk. De voorgevel bevat van links naar rechts een klein getoogd venster (in bakstenen travee), twee beluikte houten kozijnen en twee deuren, waarnaast het haaks aangebouwde volume. De achtergevel bevat twee kleine rechthoekige vensters, een klein bolkozijn en een klein getoogd venster (in bakstenen travee). De aanbouw, dwars tegen de hoeve, is opgetrokken in betonblokken.
De L-vormige dienstgebouwen, waaronder stallen, zijn deels in vakwerk, met lemen en bakstenen vullingen, onder een zadeldak met Vlaamse pannen.
Bron: Beschermingsdossier DL002435, Kortessem - Vakwerk (digitaal dossier)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2008: Vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/153660 (geraadpleegd op ).
Hoeve met losstaande bestanddelen, volgens familielid van de eigenaar van circa 1874-1875. Aan de straat gelegen complex, omringd door weiland, bestaande uit een woonhuis ten noorden van het erf en dienstgebouwen ten zuidwesten. Een waterput ligt aan de erfzijde van het westelijk dienstgebouw.
Ten noorden, woonhuis van acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen). Stijl- en regelwerk met lemen vullingen, versteende eerste travee. Oorspronkelijke muuropeningen, beluikte kozijnen.
Ten zuidwesten, L-vormige dienstgebouwen, waaronder stallen, deels in vakwerk, met lemen en bakstenen vullingen, onder zadeldak (Vlaamse pannen).
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda; Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. & Pauwels D. 1999: Vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/32372 (geraadpleegd op ).