Leegstaande en bouwvallige hoeve met losstaande bestanddelen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), uit de eerste en tweede helft van de 19de eeuw, als een L-vormig complex met losstaand bakhuis aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen (1846).
Heden identieke configuratie, id est een L.-vormig complex ten noordoosten en een bakhuis ten noordwesten, aangevuld met stallingen ten zuidwesten.
Woonhuis, waarvan de voorgevel ten noordwesten is gesitueerd, met koestal ten noordoosten en schob ten zuiden, van vijf traveeën en één bouwlaag (nok parallel aan de straat), uit de eerste helft van de 19de eeuw. Minstens één travee ontbreekt ten noordoosten. Stijl- en regelwerk met deels lemen, deels bakstenen vullingen. Traditionele indeling met aaneensluitende woonkeuken en kamer en gezamenlijke schoorsteen.
Ten zuidwesten, latere koeienstal en varkensstallen in vakwerk (nok loodrecht op de straat), uit de tweede helft van de 19de eeuw. Ten noordwesten, bakhuis in vakwerk, uit de eerste helft van de 19de eeuw.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout. Auteurs: Pauwels, Dirk Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)