Alleenstaande villa van het dubbelhuistype van circa 1925, gelegen in een ruime beboomde tuin, aan de straat gemarkeerd door de twee uitgewerkte bakstenen pijlers van het verdwenen inrijhek; drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien) met één dakkapel.
Gebouw van baksteen in verschillende tonen op een verhoogde begane grond en een breukstenen plint. Baksteenfriezen als gevelornament. De brede rechtertravee heeft een puntgevelvorm en een halfronde erker over de eerste en de tweede bouwlaag. Rechthoekige vensters. Dito deur en portaal. Behouden houtwerk, onder meer schuiframen met typische roedeverdeling in de bovenlichten.
Links van het woonhuis: losstaande garage.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda; Pauwels, Dirk Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)