erfgoedobject

Kasteelhoeve van Printhagen

bouwkundig element
ID
32440
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/32440

Juridische gevolgen

Beschrijving

De U-vormige kasteelhoeve maakt deel uit van het kasteel Printhagen, een typisch voorbeeld van een 17de-18de-eeuws kasteel- en hoevecomplex in renaissance-Maasstijl.

Historiek

Printhagen was tijdens het ancien régime een leengoed van de heren van Kortessem, dat in handen was van de al in de 13de eeuw vermelde familie van Printhagen, die in de 13de eeuw nauwe banden had met de Duitse Orde. In 1819 kocht Felix Bouhaye uit Luik het kasteel met de hoeve en de uitgestrekte landerijen die in 1845, toen de kadastrale legger werd opgesteld, 114 hectare telden. Printhagen wordt na zijn dood langs vrouwelijke lijn vererfd en het grondbezit loopt in 1888 op tot 270 hectare en zal pas de laatste jaren van de 20ste eeuw worden verkocht. Sedertdien is het herenhuis, dat rond het jaar 2000 een restauratie onderging, in andere handen dan de boerderij.

De oudste beschrijving van Printhagen uit 1744 in ’Les Délices du Païs de Liège’ vermeldt de ligging bij een bos van opgaand hout in een vruchtbare vlakte en signaleert dat het kasteel bestaat uit een ruim, omgracht neerhof en een grote, vierkante in zijn eigen kasteelvijver gelegen toren, een soort donjon bekroond met een spits eindigend op een achthoekige lantaarn.

Volgens de Ferrariskaart is in 1774-1775 de toestand geëvolueerd: de kasteelvijver is gedempt en de site beschrijft nu een klassieke omgrachte rechthoek. In de ene helft liggen tegenover elkaar twee lange gebouwen, met op de hoek het vierkant volume van het kasteel, in de andere helft de tuinen.

Philippe de Corswarem (1759-1839) maakte van Printhagen twee aquarellen. Het poortgebouw en zijn flankerende gebouwen met een bijkomend torentje in de oksel, liggen aan de toegangsdreef, het kasteel en de wagenhuizen aan de overkant van de binnenkoer. Die is op de korte zijde beveiligd door twee gebouwtjes op de hoek en een muur met een toegang naar de gracht. De vierde zijde, waar Ferraris de tuin situeerde, is afgebakend door een laag muurtje met een hek, dat in de jongere tekening vervangen is door een hoge muur. Het herenhuis heeft een silhouet eigen aan de late 16de of de vroege 17de eeuw, met 18de-eeuwse muuropeningen, een hoge pui met dubbele trap en een open lantaarn in de dakspits. Alle andere gebouwen bezitten door hun typische volumewerking, hun wolfseinden en de getoogde vorm van de muuropeningen onmiskenbaar een uitstraling uit het derde kwart van de 18 eeuw. Toen ook moet het kasteel aangepast zijn.

De getekende situatie is herkenbaar op het Primitief kadasterplan van 1810, door Tricot: de Printhagendreef, de kasteelrechthoek, de gebouwen, de tuinmuur en het tuinperceel. In de as van het poortgebouw loopt een al bij Ferraris opgetekende dreef naar het perceel met de plaatsnaam Printhagenbos, naar alle waarschijnlijkheid het bos dat in ’Les Délices’ werd gesignaleerd. In 1841, bij de herziening van het kadaster, is de toestand opnieuw geëvolueerd. Het tuinperceel is nu uitgebreid ten koste van het erf, dat in twee is verdeeld. Bij de dienstgebouwen is er een duidelijk neerhof ontstaan, gedefinieerd door een nieuwbouw op de korte zijde en een nieuwe scheiding; die bestaat uit een haakse nieuwbouw ten dienste van het kasteel en een gebogen muur.

De grachten zijn gedempt en deels moestuin en boomkwekerij geworden. Het bosperceel en de Printhagendreef zijn als dusdanig genoteerd. De uitgestrekte bouwlanden, het hooiland en een kleine weide concorderen met de vruchtbare vlakte die in ’Les Délices’ honderd jaar vroeger werd vermeld. De opdrachtgever voor deze wijzigingen is ongetwijfeld de nieuwe eigenaar, Felix Hendrik Willem Bouhaye, die aan zijn naam de Printhagen toevoegde.

De legger van 1844 noteerde zijn weduwe, hun dochter Charlotte en haar echtgenoot Stephanus Carolus Roly, rentenier in Anthisnes, als eigenaar. Zij moeten verantwoordelijk zijn voor de verdeling van het goed: een als buitenhuis gebruikte herenwoning met een ruim perceel lusttuin en een boerderij, waarvan de gebouwen in de loop van de 19de eeuw verder evolueren rond het ruime, mooi geplaveide boerenerf; ook aan de overzijde van de straat, waar zich al in 1810 het bakhuis bevond, liggen bijgebouwen.

Beschrijving

Het complex is functioneel opgedeeld in een residentieel deel, bestaande uit een vierkante woontoren, wagenhuizen, een poortgebouw en lusttuin en een economisch deel, gevormd door een complex van hoevegebouwen. Kenmerkend zijn de rechthoekige symmetrie, onder andere merkbaar in de U-vormige hoevegebouwen en de dreven en de geslotenheid van het domein door de bakstenen muren en hagen die het geheel omsluiten.

De gebouwen van het U-vormig hoevecomplex zijn gegroepeerd rondom een gekasseid erf en bestaan uit een vleugel ten noordwesten, gemarkeerd door een poortgebouw met aan weerszijden waarschijnlijk de voormalige stallen, ten noordoosten een dubbele dwarsschuur geflankeerd door twee lagere dienstgebouwen, ten zuidoosten een tweede dubbele dwarsschuur en ten zuidwesten een dienstgebouw. Alle gebouwen zijn grotendeels opgetrokken in baksteen met leien en kunstleien bedaking. De stal en de dwarsschuur aan de overzijde van de Printhagendreef zijn losstaand.

Het poortgebouw is een gebouw van drie bouwlagen onder een schilddak met twee smeedijzeren windvanen, daterend uit het einde van de 17de eeuw, met eind 18de-eeuwse aanpassingen onder meer aan vensters, deur en windvanen. De buitenzijde is voorzien van mergelstenen steigergaten en krulankers. De inkom wordt voorzien via een korfboogvormige inrijpoort in een hardstenen omlijsting met negblokken en twee schamppalen, wet daarboven een rechthoekige venster in een vlakke hardstenen omlijsting. Aan de erfzijde zijn mergelstenen hoekbanden en steigergaten voorzien. Krulankers sieren de gevel. Er is een mergelstenen rondboogpoort met één schamppaal, met daarboven een mergelstenen waterlijst, een gelijkaardig venster als aan de straatzijde en een duifhuis in een vlakke hardstenen omlijsting. Er zijn sporen van vroegere vensters zichtbaar (ontlastingsbogen). Ten zuiden sluit een ronde toren aan onder piramidale bedaking, voorzien van een peervormige bekroning met smeedijzeren windvaan, met mergelstenen waterlijsten, kroonlijst en gedichte steigergaten. Ook hier zien we gelijkaardige rechthoekige muuropeningen met negblokken, deels gedicht. Er is een rechthoekige deur in een hardstenen omlijsting aanwezig, bestaande uit twee flankerende zuilen met Toscaans kapiteel, met erboven een architraaf met geprofileerde druiplijst.

Aan weerszijden van het poortgebouw zijn waarschijnlijk de voormalige stallen gesitueerd. Het noordoostelijke gedeelte, nu als woonhuis ingericht, dateert uit het midden van de 18de eeuw. De gevel wordt gekenmerkt door mergelstenen steiger- en verluchtingsgaten. Ten noordoosten vinden we een paar rechthoekige vensters in vlakke hardstenen omlijstingen, Ten zuidwesten twee gecementeerde vensteromlijstingen. De erfzijde van het woonhuis heeft één dakvenster, mergelstenen steigergaten en dito band boven de hardstenen plint, rechthoekige vensters en deuren in vlakke hardstenen omlijstingen, bijna alle van hergebruikt materiaal.

Ten noordoosten van het erf staat een haakse dubbele dwarsschuur uit de eerste helft van de 19de eeuw onder zadeldak, het noordwestelijk deel is als woonhuis ingericht. De muuropeningen bestaan uit een rechthoekige poort onder een houten latei en rechthoekige muuropeningen in vlakke hardstenen omlijstingen, hoogstwaarschijnlijk van hergebruikt materiaal (gewijzigde ordonnantie). De erfzijde heeft twee rondboogpoorten in een hardstenen omlijsting met negblokken, mergelstenen steigergaten en daklijstbalkjes. Er is een lager dienstgebouw ten noordwesten uit de 18de eeuw onder afgewolfd zadeldak met rechthoekige muuropeningen in vlakke hardstenen omlijstingen (mogelijk hergebruikt materiaal). Ten zuidoosten staat een lager dienstgebouw, de voormalige stal, onder afgewolfd zadeldak, uit de 18de eeuw, met mergelstenen verluchtings- en steigergaten. Ten zuidoosten staat een dubbele dwarsschuur, onder wolfsdak, daterend uit het midden van de 18de eeuw. De erfzijde wordt gekenmerkt door twee rondboogpoorten in hardstenen omlijstingen met negblokken, daklijstbalkjes en mergelstenen steigergaten. Ten zuidwesten is een dienstgebouw aanwezig uit de eerste helft van de 19de eeuw, dat open aan de erfzijde.

Aan de overzijde van de Printhagendreef is een stal uit de tweede helft van de 19de eeuw onder zadeldak aanwezig, met de nok loodrecht op de straat.

  • Archief Onroerend Erfgoed Limburg, DL000300, Printhagendreef: kasteel, beschermingsdossier (J. Gyselinck, 1986).
  • DE MAEGD C. & VAN DEN BROECK M. 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen, Inventaris Limburg, Deel 3: Alken, Borgloon, Heers, Kortessem, Wellen, M&L Cahier 15, Brussel, 240-244.
  • PAUWELS D., SCHLUSMANS F. met medewerking van Muyldermans E. & Rombouts J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N4, Brussel - Turnhout.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteelhoeve van Printhagen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/32440 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.