Vakwerkhoeve uit de tweede helft van de 19de eeuw, gereconstrueerd in 2017.
De oorspronkelijke vakwerkhoeve langs de weg Langenakker dateerde van halverwege de 19de eeuw. Op het primitief kadasterplan van 1840-1843 en de Atlas der Buurtwegen uit de periode 1843-1845 was het perceel met perceelsnummer 933 nog onbebouwd. Het hoofdvolume parallel met Langenakker was het oudste gebouw en voor het eerst zichtbaar op een kadastrale mutatieschets uit 1858. In de tweede helft van de 19de eeuw breidde de hoeve uit met een aansluitende rechtervleugel, een vrijstaand volume linksachter en een bijkomend klein volume links van de hoeve.
In de jaren 1970 was de semigesloten vakwerkhoeve nog een alleenstaande hoeve langs de Langenakker. De hoeve was omgeven door hoogstamboomgaarden, wei- en akkerland. De volgende decennia is het aantal ééngezinswoningen langs Langenakker gestaag toegenomen. Sinds begin jaren 2000 is de straat bijna volledig bebouwd.
In 2007 was de semigesloten vakwerkhoeve een hoevecomplex dat bestond uit een woonhuis parallel aan de straat met in de rechtse twee traveeën een stal. Haaks op het hoofdvolume was er rechts een aansluitend dienstgebouw. Achter het woonhuis en links ervan bevonden zich een stal en dienstgebouw. De verschillende gebouwen waren geordend rondom een klein verhard erf dat via een open doorgang links van het woonhuis toegankelijk was. De vakwerkhoeve had een versteende onderbouw. Van verschillende gebouwen waren de gevels langs de erfzijde versteend, maar de authentieke vullingen met vits- en leemwerk bleven voor een groot deel bewaard. De directe omgeving bestond uit een huiskavel met tuin, wat weiland en een hoogstamboomgaard die integraal deel uitmaakten van het agrarisch geheel.
In 2016 stortte de vakwerkstructuur tijdens een storm in. In 2017 werd de hoeve gereconstrueerd in gewijzigde vorm zonder recuperatie van authentieke materialen.
Het huidige pand is opnieuw een vakwerkbouw, maar volgens hedendaagse technieken. Hoewel hoger en breder dan de oorspronkelijke volumes, refereren de huidige gebouwen naar de historische constellatie.
Het woonhuis parallel met de Langenakker telt zes traveeën en anderhalve bouwlaag onder een rood pannen zadeldak. De oorspronkelijke indeling van het woonhuis met opkamer en kelder is afleesbaar in het ontwerp. In het interieur zijn verschillende elementen gereconstrueerd die herinneren aan de oorspronkelijke vakwerkhoeve. Dit is onder andere de zichtbare nieuwe houtstructuur, het gebruik van troggewelfjes als afwerking voor plafonds en de indeling met opkamer en kelder.
Haaks op het woonhuis staat een dienstgebouw onder pannen zadeldak met een aanbouw onder een lessenaarsdak. Achteraan en links van het erf staan de volumes die refereren naar een voormalige stal en dienstgebouw.
Auteurs: Sys, Annelien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Sys A. 2023: Semigesloten hoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/431001 (geraadpleegd op ).
De semigesloten hoeve aan de Langenakker is omstreeks met midden van de 19de eeuw opgetrokken in vakwerkbouw.
De hoeve is progressief gegroeid vanaf omstreeks 1858: kadastrale mutatieschets 1858/9 geeft de straatvleugel weer, op schets 1861/12 verschijnt de aansluitende rechtervleugel, schets 1877/10 toont daarbij de kern van het vrijstaande volume linksachter, schets 1894/6 toont het perceel bizar genoeg onbebouwd, schets 1907/16 toont opnieuw de toestand van 1877, uitgebreid met een bijkomend klein volume ten noordwesten. Verdere mutaties worden niet geregistreerd, hoewel het complex sindsdien nog evolueerde tot de huidige, semigesloten hoeve met de al weergegeven straat- en rechtervleugel, de in kern oudere, maar sinds 1877 wel verbrede, vrijstaande achtervleugel en een nieuwe linkervleugel, misschien het verplaatste bijkomende volume uit 1907.
Het betreft een semigesloten hoeve, samengesteld uit een woonhuis-straatvleugel, een rechts daarbij aansluitende dienstvleugel, een brede, vrijstaande stal-achtervleugel, een smallere, vrijstaande stal-linkervleugel. De verschillende componenten zijn geschikt omheen een erf, dat via een open doorgang links van het woonhuis toegankelijk is. Het erf is gedeeltelijk overdekt met een golfplaten afdak.
Het gros van het complex bleef bewaard in stijl- en regelwerk, gedeeltelijk met bakstenen, gedeeltelijk met lemen vullingen op een gedeeltelijk vernieuwde bakstenen stoel; de stoel is gedeeltelijk, het houtwerk volledig gezwart, de vullingen zijn integraal gewit. zadeldaken met Vlaamse pannen dekken de verschillende volumes af.
Het woonhuis is zes traveeën breed en anderhalve bouwlaag hoog. De straatgevel omvat van links naar rechts een opkamervenster, een venster, een woonhuisdeur en twee vensters, gekoppeld aan een stijl; het schrijnwerk is niet origineel; de rechtse ramen zijn daarbij wellicht nieuw ingebracht: positie van deur en schoorsteen verraden een oorspronkelijke indeling met laterale gang en in het linkerdeel van het huis enkele door een centrale schoorsteen verwarmde vertrekken; de inrichting van het rechterdeel als woonhuis in in dit traditionele licht ongewoon, en aangezien de woonhuisvleugel ooit de enige hoeve-component vormde, is het mogelijk dat het rechterdeel van het huis oorspronkelijk als stal fungeerde. De linkerzijgevel is blind, onder een pannen beschieting, de rechterzijgevel omvat een nieuw ingebracht venster. De erfzijdegevel is vernieuwd met betonblokken.
De bij het woonhuis aansluitende dienstvleugel heeft schijnbaar ook een woonfunctie gekregen. In de blinde veldzijdegevel werd een venster ingebracht, de erfzijdegevel schijnt grondiger aangepast. De stallen omvatten aan erfzijde enkele deurtjes en enkele (niet altijd originele) venstertjes.
In de woning bleef een opkamer bewaard. Tussen de eerste en de tweede travee bevindt zich de haard. Aan de achterzijde werd de woning uitgebreid met een nieuwbouw optrokken in betonblokken. De interne structuur van het woonhuis bleef wel bewaard. De bij het woonhuis aansluitende dienstvleugel werd verbouwd tot slaapkamer. Ook hier werd de erfzijdegevel aangepast gebruik makend van betonblokken. De overige dienstgebouwen zijn opgetrokken in vakwerk; lokaal werden de lemen vullingen vervangen door baksteen.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DL002467, Wellen: 11 vakwerkhoeves en omgeving (S.N., 2007)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2007: Semigesloten hoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/431374 (geraadpleegd op ).
Hoeve, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw. Beschilderd stijl- en regelwerk met deels lemen, deels bakstenen vullingen; versteende onderbouw.
Woonhuis van zes traveeën en anderhalve bouwlaag onder zadeldak (nok evenwijdig aan de straat, Vlaamse pannen). Mogelijk voorheen een stal in twee rechtse traveeën. Voorgevel met aangepaste vensters; opkamer in de linkse travee. Linker zijgevel met pannen beschieting. Achtergevel vernieuwd met betonblokken.
Haaks dienstgebouw onder zadeldak (Vlaamse pannen). Aanbouwsel onder lessenaarsdak. Achteraan en links van het erf, stal en dienstgebouw onder zadeldaken (Vlaamse pannen).
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda; Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. & Pauwels D. 1999: Semigesloten hoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/32520 (geraadpleegd op ).