Watermolen van het onderslagtype, gelegen op de Herk, voor het eerst vermeld in 1235. Waarschijnlijk dezelfde die genoemd wordt in de memoires van de Ferraris als olieslagmolen. Op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1844) aangeduid als een L-vormig complex, met een nu verdwenen dwarsschuur of doorgang naar de velden tussen woonhuis en haakse stal in.
Heden complex van losstaande bestanddelen met woon- en molenhuis ten zuidwesten (nok loodrecht op de Herk), voormalige stal ten zuidoosten en bakhuis achter het woonhuis ten zuidwesten. Achterin gelegen, aan het einde van een gekasseide oprit.
Ten zuidwesten, bakstenen woon- en molenhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), in kern mogelijk teruggaand tot de tweede helft van de 18de eeuw. Versteende vakwerkbouw confer schaarse resten in de achtergevel. Vier traveeën brede voorgevel van het later versteende woonhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.
Witgekalkte molenhuisgevel van twee traveeën met laaddeur en rechthoekig venster op de bovenverdieping. Achtergevel met schaarse resten van het oorspronkelijke vakwerk. Baksteen met ingegrift jaartal 1806 opgenomen in een metselaarsteken met Sint-Andreaskruismotief van gesinterde baksteen, bewaard boven de kozijndeur in een vroeger versteende partij van de benedenverdieping van het molenhuis confer bouwnaden en baksteensoort en -koloriet. Vier houten kozijnen op de tweede bouwlaag. Rechter zijgevel bezet met cementlaag ter hoogte van het ijzeren rad; drie rondboogvensters van circa 1920; recent baksteenmetselwerk in de top. Betonnen sluiswerk, loopbrug en damwanden. Binnenwerk van circa 1900 nog aanwezig.
Ten zuidwesten, achter het woonhuis, tweeledig bakhuis in versteend vakwerk onder zadeldak (Vlaamse pannen).
Ten Zuidoosten, vooraan en haaks op het woonhuis, voormalige stal in baksteenbouw, verhoogd confer bouwnaden en afgedekt met zadeldak (mechanische pannen).
Afdeling ROHM Limburg, Cel Monumenten en Landschappen, dossier nummer 362.
Met de stroom mee..., pagina 49, afbeelding
BOGAERTS D. - VALGAERTS E., Kortessem. Een rijk molenverleden, Kortessem, 1990, p. 14 (illustratie 3), (in verband met Hertenmolen).
MAES T., Wellen van toen, (Wellen), (1993), p. 89, 90, tekening.
MICHIELS J.,De vroegste geschiedenis van Wellen..., p. 168.
VAN DER LINDEN R. en andere,Landelijk leven in Vlaanderen. Een onmisbaar werk over de laatste restanten van de oude landelijke cultuur, Gent, (1982), p. 124.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda; Pauwels, Dirk Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Mogelijk was deze watermolen eertijds een oliemolen maar de molen is vandaag, en reeds zeer lang, een graanmolen met twee koppel stenen en buil.
Informatie verstrekt door J. Van Nuffel, Molenzorg Zuid-Limburg.