Teksten van Stroopstokerij Bleus

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/32557

Stroopstokerij Bleus ()

De stroopstokerij Bleus werd in 1843 opgericht, de huidige gebouwen werden opgericht na de Tweede Wereldoorlog en bevatten een gaaf bewaarde productie-installatie.

Historiek

In 1843 werd op de huidige locatie in een vakwerkbouw door de familie Bleus met het bedrijf gestart. De stokerij bleef steeds in werking en na de Tweede Wereldoorlog werd overgegaan van het stoken van de ovens met kolen naar mazout en vond ook de overstap van het louter verwerken van geleverde grondstoffen voor de leverancier naar verkoop van stroop in eigen beheer, plaats. Het huidige complex dateert van na de Tweede Wereldoorlog en herstellingswerken vonden in 1998 en daarna plaats.

Beschrijving

Het gebouw bestaat uit een kleine werkplaats (stookplaats) van één bouwlaag onder zadeldak met Vlaamse en mechanische pannen en met een dakschild aan de straatzijde. Het volume wordt gekenmerkt door een vierkante schoorsteen. Ten zuidoosten bevindt zich een aansluitende galerij onder doorlopend dakschild die dienst doet als stapelruimte. Deze gaanderij vormt de verbinding met een ruimte met spoeltrommel en bietmolen om de suikerbieten te spoelen en te raspen. Een aanbouw met verpakkingsruimte bevindt zich in het verlengde ten noordoosten eveneens onder een zadeldak. Ten noordwesten werd een onderkelderd aanbouwsel onder lessenaarsdak (golfplaten) opgericht.

Het interieur wordt gekenmerkt door een belangrijke uitrusting met industrieel-archeologische waarde die is opgesteld in verschillende ruimtes.

Centrale stookplaats

Twee koperen kookketels uit 1919 en 1961, met een capaciteit van 1000 kilogram grondstoffen.

Eén handpers uit 1925 (oorspronkelijk vier) die kan worden bediend door middel van een rad (diameter 90 centimeter) waarop zes handvaten staan gemonteerd. Deze functioneert nog steeds zonder drukverlies. Het kader ervan wordt gevormd door gelaste spoorwegstaven van het merk “Cockerill”. Eén pers op waterdruk met compressor (1961). De pers is rechthoekig en de vertikale, beukenhouten latten worden samengehouden door gelaste profielijzers. Onderaan bevindt er zich een inox opvangbak en een inox bodem. Het persraam is eveneens opgebouw uit profielijzers. De waterdruk voor deze pers wordt geleverd door een compressor van het merk “BUSH, Verviers”. De compressor is opgebouwd rond een gietijzeren kader en levert een druk van 250 kilogram per vierkante centimeter. De druk wordt geleverd door vier cilinders.

Eén koperen ketel die gebruikt wordt om de persdoeken in uit te spoelen. De vloer in deze ruimte bestaat uit klinkaart op kant en leem, verder is er een gietijzeren deksel dat dienst doet als afsluiter van een rookkanaal. De vloer vertoont bovendien talrijke sporen die wijzen op het verplaatsen van instrumenten. Onder de vloer bevindt zich ook een buizennet via hetwelke de ketels worden gestookt.

Halve kelder

Vanuit deze ruimte worden de twee ovens gestookt. De ovenmonden zijn na het overschakelen van kolen op mazout gedeeltelijk dichtgemaakt met leem en bakstenen.

Twee mazoutbranders van het merk “RADIANT UTILITIES CORP. Brooklyn New York” zijn intact, behalve het ontstekingsmechanisme dat ontbreekt. Deze halve kelder staat via een houten luik in verbinding met een ruimte waaruit oorspronkelijk de kolen werden gehaald en waar nu een water- en mazoutreservoir werd geplaatst.

Eén inox stroopreservoir, hier komt de stroop na het persen in terecht, waarna het in en een zogenaamde koelbak wordt overgeschept.

Open ruimte in het verlengde van de gaanderij

Eén spoeltrommel met houten spaken waarin de suikerbieten worden opgeslaan. Het geheel draait in een ijzeren bak gevuld met water. De wastrommel wordt elektrisch aangedreven. Riemen en houten riemwielen op een horizontale as zorgen voor de overbrenging.

Eén bietmolen van het merk “de Saint-Hubert, Orp-Le-Grand” is aangesloten op hetzelfde aandrijfmechanisme als de spoeltrommel.

Verpakkingsruimte stroop

Eén houten koelbak met eenvoudig kipsysteem en twee openingen waarlangs de lege verpakkingen worden gevuld. Onder de grote vulopening staat een baskuul waarop vroeger verpakkingen tot 120 kilogram werden afgewogen.

Eén zogenaamde ‘wespebak’: een houten bak met inox vergiet.

Verder bevinden er zich nog tal van kleinere gebruiksvoorwerpen en toebehoren zoals gewichten, roerstaven, en dergelijke die kunnen beschouwd worden als onroerend door bestemming.

De stroopstokerij Bleus is een uniek geworden voorbeeld van een ambachtelijke stroopstokerij en familiebedrijfje, daterend van 1843. De gave toestand van bewaring en het feit dat vanaf midden augustus tot eind december nog dagelijks stroop wordt gefabriceerd op een wijze die de verschillende generaties Bleus hebben doorgegeven, maken dat deze stokerij dient bewaard te worden.

  • Archief Onroerend Erfgoed Limburg, DL002024, Wellen (Vrolingen): Stroopstokerij Bleus, Beschermingsdossier (J. De Schepper en H. De Vuyst, 1996).
  • Pauwels D., Schlusmans F. met medewerking van Muyldermans E. & Rombouts J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N4, Brussel - Turnhout.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2017: Stroopstokerij Bleus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/159565 (geraadpleegd op ).


Stroopfabriek ()

De grootvader van de huidige eigenaar was op dezelfde plaats, in de toenmalige vakwerkbouw, met het bedrijf gestart in 1843. De stokerij bleef steeds in werking. Na de Tweede Wereldoorlog werd overgegaan van het stoken van de ovens met kolen naar mazout, tevens van het louter verwerken van geleverde grondstoffen voor de leverancier naar verkoop van stroop in eigen beheer. In Wellen worden peer- en appelsoorten voor de bereiding gebruikt. Herstellingswerken in 1998 en volgende.

Het huidige complex dateert van na de Tweede Wereldoorlog. Stookplaats van één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen) met dakschild aan de straatzijde; vierkante schoorsteen; ten zuidoosten aansluitende galerij onder doorlopend dakschild, met spoeltrommel en bietmolen. Aanbouw met verpakkingsruimte in het verlengde ten noordoosten, onder dito zadeldak.

Ten noordwesten: onderkelderd aanbouwsel onder lessenaarsdak (golfplaten).

Interieur: belangrijke uitrusting met industrieel-archeologische waarde als uniek voorbeeld van een stroopstokerij met uitgesproken ambachtelijk karakter daterend van 1843: stookinstallaties, persen en ander gerei; vloer van de stookplaats bestaande uit klinkaart op kant en leem.

  • Afdeling ROHM Limburg, Cel Monumenten en Landschappen, dossier nummer 2024.
  • GIERAERTS M. e.a., Inleiding tot de industriële archeologie, onuitgegeven verhandeling, s.l.e.a., zonder pagina, afbeeldingen.
  • VAN DER LINDEN R. e.a., Landelijk leven in Vlaanderen. Een onmisbaar werk over de laatste restanten van de oude landelijke cultuur, Gent, (1982), pagina 134-135.

Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda; Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. & Pauwels D. 1999: Stroopstokerij Bleus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/32557 (geraadpleegd op ).