Zaalkerk met gotisch koor uit circa 1300, neoclassicistische westtoren uit het midden van de 19de eeuw en neogotisch schip uit circa 1865. De kerksite wordt omgeven door een kerkhofmuur met 19de-eeuws gietijzeren poorthek.
Historiek
Reeds ten tijde van pastoor R.V. Hardiques (1747-91) werd gemeld dat restauratie van de gotische kerk uit circa 1300 nodig was. In 1797-1799 werd de kerk gesloten en het meubilair verkocht in 1799, waarna het door de koper weer aan de kerk werd geschonken. In 1851-1865 volgde de bouw van de neoclassicistische toren en het neogotische schip. In 1864 (volgens jaartal op sluitsteen van het koor) werd het gotisch koor vergroot en gerestaurerd.
In 1980-1984 vonden herstellingswerken plaats onder leiding van architect P. Stevens (Hasselt).
Beschrijving
De georiënteerde kerk is gelegen op een opgehoogde heuvel en omgeven door een ommuurd kerkhof, met hardstenen pijlers waartussen zich een smeedijzeren hek bevindt. Het bedehuis is in het centrum van het dorp gesitueerd, vlakbij en ten noordwesten van de rivier de Herk.
De plattegrond beschrijft één beuk van drie traveeën, met ingebouwde westtoren, geflankeerd door een doopkapel ten noorden en een ruimte met trap ten zuiden, een inspringend koor van één rechte travee met driezijdige sluiting en een sacristie aan de rechter zijde van het koor vervolledigen het geheel.
De bakstenen toren van twee geledingen, de bovenste inspringend, onder een ingesnoerde naaldspits (kunstleien), dateert uit het midden van de 19de eeuw. De bakstenen sokkel is afgelijnd met geprofileerde lijsten van hardsteen. Een neoclassicistisch portaal in een hardstenen geprofileerde omlijsting op recente neuten met een bekronende druiplijst op consoles en daarboven een radvenster met ijzeren roedeverdeling vormen de toegangspartij. De derde bouwlaag is aan de west-, de noord- en de zuidzijde voorzien van een rondboogvormig galmgat met kordon vormende hardstenen lekdrempels en imposten. On de dakrand zijn steigergaten aanwezig.
Het neogotisch bakstenen schip onder zadeldak (kunstleien) dateert uit circa 1865. Het schip wordt verlicht door drieledige spitsboogvensters van mergelsteen met drie driepassen in het maaswerk. Steunberen met drievoudige versnijding en afwerking van mergelsteen ritmeren het schip dat eveneens voorzien is van mergelstenen afzaten en kroonlijst.
Het gotisch koor uit circa 1300 is opgetrokken in mergelsteen op een sokkel van silex en wordt eveneens afgedekt door een kunstleien dakbedekking. De vensters en tracering zijn zoals in het schip.
Een neogotische sacristie van baksteen onder zadeldak (kunstleien) bevat muuropeningen en afzaten afgewerkt met mergelsteen en overhoekse steunberen.
Interieur
Het interieur is bepleisterd en beschilderd. Het schip wordt overwelfd met kruisribgewelven op schalken voorzien van bladwerkkapitelen en geritmeer door spitsboogvormige muraalbogen. Een spitsboogvormige triomfboog vormt de overgang naar het koor overkluisd door middel van een stergewelf en straalgewelf boven de sluiting, schalken zoals in het schip. De sluitsteen van het koorgewelf draagt de datering “1864”.
Meubilair
Schilderij met voorstelling van de Sint-Carolus-Borromeus die de steun van Onze-Lieve-Vrouw inroept voor de pestlijders van Milaan (18de eeuw), geschonken door de Brigittijnen van Loon, waarschijnlijk tijdens het pastoraat van E.H. Claes (1811-22), onlangs gerestaureerd; Jezus aan het kruis, gepolychromeerd hout, Luiks (1530-40); Gestoffeerd beeld van Onze-Lieve-Vrouw-met-Kind; Neogotische kruisweg in gips (?). Neogotisch hoofdaltaar (circa 1865 of 1896), retabel met beelden van Sint-Martinus (?), Sint-Norbertus, een heilige bisschop en Sint-Petrus; Barokke eiken biechtstoel (17de eeuw en deels 19de eeuw); Eiken preekstoel (Luikse Lodewijk XIV (rococo), tweede helft 18de eeuw); Eiken neogotisch doksaal; Orgel (midden 19de eeuw). Kerkportaal: marmeren gedenkplaat ter ere van de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog en hardstenen grafsteen van Gijsbrecht van Heers (+ 1440) met persoonsvoorstelling, gotisch.
Kerkhof
Het kerkhof rond de kerk wordt omgeven door een gerestaureerde hoge bakstenen keermuur uit de bouwtijd van het schip en de toren (1861-1865). Aan de zuidzijde, waar het niveauverschil veel steiler is, werd de kerkhofmuur later (eerste helft 20ste eeuw) deels heropgebouwd met breukstenen.
Het ingangshek, van smeedijzer en met neogotische invloed in de vormgeving, heeft vierkant stijl- en regelwerk, ronde onderspijltjes en spijlen met klimmend beloop naar de spits van de boog die de stijlen met de makelaar verbindt. Een kruis bekroont de makelaar. De hekpijlers zijn vierkante monolieten van blauwe hardsteen met invloed van het neoclassicisme in de vormgeving van de deksteen.
De smeedijzeren handgreep van de vroegere dubbele trap met pui bleef bewaard, maar de trappen zelf verdwenen bij de verbreding en uitdieping van de straat; ze werden vervangen door achteruit gelegen bakstenen trappen op het kerkhof.
- Archief Onroerend Erfgoed Limburg, DL000320, Wellen (Berlingen): Sint-Agathakerk met kerkhofmuur en kerkhof, Beschermingsvoorstel (J. Gyselinck, 1984).
- Pauwels D., Schlusmans F. met medewerking van Muyldermans E. & Rombouts J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14N4, Brussel - Turnhout.