Wederopbouwhoeve ten noordwesten van de kerk, teruggaand op de regionale 19de-eeuwse hoevebouw zie, opstelling: eerder uitzonderlijk gesloten, met lage bestanddelen en achterliggend, deels verhard erf met centrale vaalt en oprit ten zuiden; aanplantingen: doornhaag ter afbakening van het erf; ten zuiden, aan de straat gelegen omhaagde moestuin; materialen: donkerrode baksteen; pannen (mechanische), geknikte zadeldaken; arduinen onderdorpels; "traditioneel" houtwerk; streekeigen bouwelementen aansluitend bij de 19de-eeuwse bouwtrant: getrapte dakkapellen; getrapt dakvenster ter bekroning van de afgeschuinde hoektravee; door middel van rollaag afgelijnde plint; aflijnende dubbele muizentand boven dambordpatroon; korfbogige muuropeningen, onder meer deels gedicht ter hoogte van het stalgedeelte, in een vlakke omlijsting van lichtere baksteen; diamantkopvormige sluitstenen; indeling: onderkelderd woongedeelte met links en rechts aanleunende nutsgebouwen. Ten westen, recente loods.

Nummer 150, 152 en 154: woonhuizen in aansluitende bouwtrant.