Lijstermolen ()

De Lijstermolen is een houten standaardmolen met open voet, die fungeert als korenmolen.

De tweezoldermolen werd tussen 1801 en 1805 gebouwd en stond aanvankelijk op de Lijsterhoek in Beernem. Voor de bouw stonden de molenmakers Jan Hoste uit Moerkerke, Jan Adams uit Kruishoutem en Marcel Caem uit Deinze in. Opdrachtgever was molenaar Augustijn Van Haecke, die als pachter in 1801 omwille van een stropershistorie de Beernemse Walmolen moest verlaten. Aanvankelijk had de molen een open voet, maar na 1884 werden de teerlingen een meter opgehoogd en werd de molen van een gesloten voet voorzien. Ondanks de oprichting kort na de Eerste Wereldoorlog van een stoommaalderij bleef de windmolen tot 1948 in bedrijf. Daarna raakte de molen in verval en in 1957 werd de molen afgebroken om door toedoen van Emiel Hardeman (1910-2006), burgemeester van Westouter, op de Baneberg in Westouter heropgebouwd te worden. De inhuldiging van de windmolen vond plaats in 1961.

Voor het vakkundig demonteren van de windmolen in 1957 werd beroep gedaan op de molenbouwers Henri Lejeune uit West-Vleteren en Omer Vandenbussche uit Ruiselede. Samen met Maurits Gesquière stonden zij ook in voor de heropbouw van de molen op vier nieuw gemetselde teerlingen. Het resultaat werd een standaardmolen met open voet op een grote molenbelt. De molenkast met ronde kijkgaten kreeg opnieuw zijn verticale plankbeschieting. Ook de grootte van de molenkast, die met zijn oppervlakte van 3,00m op 4,20 m een meter smaller is dan de meeste standaardmolens, werd gerespecteerd. De oude balken, waaronder sommige met inscripties, werden zoveel mogelijk gerecupereerd. De ingebeitelde data en namen van molenaars zijn: ‘Vervenne 1871’ / ‘Emiel De Clercq 1917’ / ‘A. Van Haecke’ / ‘Emiel Van Haecke 1889’.  Behouden bleef ook het vangwiel met de inscriptie ‘IEAN HOSTE 1805’. De kombuis die de molenkast voorheen kenmerkte, werd echter achterwege gelaten. De geklinknagelde Verhaeghe-roeden werden ingekort, van 24 m tot 21,50m, en de 29 hekscheien herleid tot 26. De geknikte molenkap en de windzijde van de molenkast werden niet langer bedekt met gekliefde eikenhouten schaliën maar met eternietschaliën. Op de kap werd een nieuwe koperen haas als windvaan geplaatst. Met deze creatie van de Ieperse kunstenaar Adhémar Vandroemme (1917-2009) werd verwezen naar zowel de stroperij van de eerste molenaar als naar ‘berghazen’, de bijnaam van de bewoners van de Rodenberg in Westouter. De steenzolder werd voorzien van twee steenkoppels. Omdat het niet bedoeling was om de molen opnieuw operationeel te maken, werd geen aswiel (voorwiel) geplaatst.

Deze optie leidde vrij vlug tot verval, zoals bleek bij een storm in januari 1990 toen de molen zich niet meer liet kruien. In mei 1990 werden door de fusiegemeente Heuvelland enkele onderhoudswerken uitgevoerd. Deze bestonden onder meer uit het opnieuw voorzien van enkele schaliën aan de windzijde, van nieuwe windplanken, van een nieuwe loopschoor en kruiketting, en van een scheepsketting tussen het vangwiel en de daklijst. Tevens werden de kruisplaten aan de uiteinden met verticale stangen verankerd aan de teerlingen en werden het uitwendige houtwerk en de roeden behandeld. Ingrijpende structurele maatregelen, in het bijzonder met betrekking tot de kromgetrokken en verzakte staart met het kruiwerk, bleven echter uit.

In afwachting van een (nog uit te voeren) maalvaardige restauratie naar ontwerp van ingenieur-architect Freddy De Schacht (Ruiselede) werden tussen 2009 en 2012 aan de Lijstermolen opnieuw enkele instandhoudingswerken uitgevoerd. Daarbij werden de geklinknagelde molenroeden met hun hekwerk ontmanteld en werd de molenkap gerestaureerd en werd een nieuw molenkapje voorzien. Voorts werd de molenvoet hersteld door onder andere nieuwe teerlingblokken, kruisplaten en kruisplaatsleutels te voorzien, en werd de molenkast gestut. Voor de uitvoering werd beroep gedaan op de firma’s Boers & Peusens (Merelbeke) en Van Severen (Knesselare).

De windvang wordt in zeer grote mate gehypothekeerd door de bomen die omstreeks 1961 bij de heropbouw van de molen werden aangeplant.

  • BEUN J. 1961: De Lijstermolen van Beernem te Westouter, Bachten de Kupe 3, 87-88.
  • DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kantons Mesen - Wervik - Zonnebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11N3, Brussel - Turnhout.
  • DENEWET L. 2002: Pleidooi voor de bescherming van de Lijstermolen van Westouter, Mededelingsblad Werkgroep West-Vlaamse Molens 17.1, 5-17.
  • DE SCHACHT F. 2018: Beheersplan “Lijstermolen”. Lijstermolendreef, 8954 Heuvelland-Westouter, Ruiselede, Architectuurstudio De Schacht & Partner(s), onuitgegeven studie in opdracht van de gemeente Heuvelland.
  • DEVLIEGHER L. 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 217.
  • DEVYT C. 1966: Westvlaamse molens. Inventaris volgens de toestand op 1 janauri 1965, Brugge, 118.
  • VERPAALEN J. 1995: Molens van de frontstreek. In de vuurlinie van 14-18: molens uit de streek van Ieper, Zonnebeke, Langemark-Poelkapelle, Heuvelland en Wervik, Veurne, 141-145.

Auteurs:  Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Lijstermolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359160 (geraadpleegd op ).


Lijstermolen ()

Standaardmolen, in 1805 te Beernem gebouwd, aldaar tot in 1954 in bedrijf. In 1957 afgebroken en op de Baneberg herbouwd; ingehuldigd in 1961.

Houten staakmolen onder geknikte bedaking op vier bakstenen teerlingen. Verticale plankenbeschieting bij molenhuis; eternietschaliën aan kap en windveeg. Ingekorte roeden (oorspronkelijk 29 hekscheden, thans 26). Krom getrokken staart, waardoor de molen niet meer kan gekruid.

Rechthoekige openingen: deur met aansluitend balkon op schoorstukken, bereikbaar via trap, ter hoogte van maalzolder; beluikt venster ter hoogte van steenzolder en kap, bij laatstgenoemde, katrol onder luifel op schoorstakken. Ronde kijkgaten in zijwand.

Korenmolen. Maalzolder. Steenzolder met twee koppels stenen. Vangwiel met inscriptie "JEAN HOSTE 1805". Geen voorwiel.

  • DEVLIEGHER L. 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 217.

Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kantons Mesen - Wervik - Zonnebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Lijstermolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/32734 (geraadpleegd op ).