Hoeve volgens de bewoners heropgebouwd in 1922-1923; vooroorlogse hofstede stond echter dieper in, zie resten van omwalling. Teruggaand op de regionale hoevebouw te zien aan:
opstelling: oorspronkelijk losse, heden ten gevolge aanbouwen deels aaneengesloten, lage bestanddelen met U-vormige opstelling rondom een begrint erf; gietijzeren toegangshek; centraal hondenhok; boerenhuis (nok loodrecht op de straat), stal en dwarsschuur respectievelijk ten westen, ten zuiden en ten oosten;
materialen: verankerde, donkerrode baksteen; pannen (mechanische) zadeldaken, geknikt bij boerenhuis, overstekend op houten modillons, met dakvensters, klimmende dakkapellen en luifel boven rondbogige schuurpoort; bakstenen onderdorpels; bakstenen troggewelven tussen ijzeren I-balken in stal;
streekeigen bouwelementen: ronde asemgaten; steunbeer tussen korfbogige wagenhuispoorten; venster- en deurconstructies met houten latei, boogveld en luiken; gecementeerde zijgevels met aandaken bij het boerenhuis;
indeling: boerenhuis van vijf traveeën; stal met tweeledig wagenhuis; schuur met stal en privaat. Recente Onze-Lieve-Vrouwekapel aan erftoegang.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kantons Mesen - Wervik - Zonnebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)