Zogenaamd "Bethléem". Na de Eerste Wereldoorlog dichter bij de straat heropgebouwde hoeve in de typische bouwtrant van de hoeve-eigendommen van het Koninklijk Gesticht van Mesen herkenbaar aan de geaccentueerde streekeigen bouwelementen, zie inleiding; identieke echter meer aangepaste hoeve gelegen aan Rijselstraat nummer 34 en Armentierssteenweg nummer 26 (zie aldaar). Teruggaand op de regionale hoevebouw, zie:
Opstelling: losse, lage bestanddelen gegroepeerd rondom een deels begrint, deels gekasseid rechthoekig erf met boerenhuis, stal en schuur respectievelijk ten noordwesten, noordoosten en zuidoosten; vaalt rechts van de stal; gekasseide erfoprit aan straatzijde gemarkeerd door twee zandstenen zuilen opgebouwd uit gerecupereerde trommels en twee veelzijdige kapitelen met bogenfries afkomstig van het vooroorlogse Gesticht en/of Sint-Niklaaskerk.
Aanplanting: boomgaard ten noorden.
Materialen: verankerde rode baksteenbouw; hergebruikte Atrechtse zandsteen voor de plint van het boerenhuis; pannen (mechanische) zadeldaken -afgewolfd bij het lager gedeelte van boerenhuis en stal met dakvensters en -kapellen onder meer klimmende; witgekalkte troggewelven tussen ijzeren I-balken, in de stal.
Streekeigen bouwelementen: houten kruiskozijnen deels nog met bewaarde bakstenen onderdorpel bij het boerenhuis met korfboogdeur waarboven oeil-de-boeuf; rechthoekige stalvensters verdiept in korfboogomlijsting op bakstenen afzaat; zijtuitgevels afgewerkt met muurvlechtingen; aandaken; op elkaar gestelde hoeksteunberen; asemgaten in de schuur.
Indeling: boerenhuis met haakse, drie traveeën tellende opkamer + drie traveeën + een lagere travee; stalvleugel van dertien traveeën; dwarsschuur met rechthoekige schuurpoort en wagenhuisopening onder ijzeren I-balk.
Ten noordwesten, recentere loods. Ten noordoosten van nummer 45, het kleine oorlogskerkhof Bethléem Farm East Cemetery met 43 graven (340 m²).