Teksten van Parochiekerk Sint-Dionysius

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/32991

Bastiaanplaque Leggett (Geluwe - WOI) ()

Gedenkteken naast de Sint-Dionysiuskerk van Geluwe langs de Sint-Denysplaats. 

Historische achtergrond

Sinds 1990 creëerde dr. Ross Jan Bastiaan, tandarts uit Melbourne, Victoria (Australië) op vrijwillige basis een 150-tal gedenkplaten ("Bastiaanplaques") die herinneren aan de rol van Australië in alle oorlogen en vredesoperaties, van de Eerste Wereldoorlog Gallipoli (1915) tot de Golfoorlog (1991). Deze worden geplaatst op een site die herinnert aan een feit uit Australië's oorlogsverleden. De gedenkplaat bevat een tekst in het Engels met een vertaling in de taal van het land waar het zich bevindt, een reliëfkaart van de omgeving met aanduiding van plaatsen die van belang zijn voor het oorlogsfeit. Soms wordt daar een historische kaart of de afbeelding van personages aan toegevoegd. Deze plaques staan verspreid over 18 landen. In België staan er momenteel vier dergelijke Bastiaanplaques, in Ieper (n° 71: Menenpoort), Passendale (n° 72: Derde Slag bij Ieper), Mesen (n° 73) en Geluwe (n° 135: William Thomas Leggett).

De Bastiaanplaque in Geluwe herdenkt William Thomas Leggett van het 1st Life Guards, naar verluidt de eerste Australiër die sneuvelde in de strijd om Ieper, op 14 oktober 1914, enkele dagen voor het losbreken van de Eerste Slag bij Ieper. Het gebeurde tijdens een schermutseling met Duitse Ulanentroepen in Geluwe. Leggett, onderscheiden met een aantal medailles, werd eerst in het dorp begraven en later overgebracht naar het New British Cemetery in Harelbeke. Geluwe zou gedurende de hele oorlog Duits gebied blijven.

De gedenkplaat werd betaald door de familie van Leggett en sympathisanten, ontworpen door Ross J. Bastiaan, gegoten door Arrow Bronze, geplaatst door de gemeente Wervik en onthuld in 2001. Het was hiermee de vierde Bastiaanplaque in België.

Kenmerken

Rechtopstaande drager uit staal, met daaraan bovenaan bevestigd: bronzen plaat met bovenaan 'Australia 1914 Geluwe'. Links 'William Thomas Leggett (* 25.01.1891 - + 14.10.1914) Nr. 2880 Corporal of Horse, C Squadron, 1st Life Guards'. Centraal het wapenschild van Australia. Rechts 'Deze plaque herdenkt William Leggett, de eerste Australiër die sneuvelde in de strijd om Ieper (+ 14.10.1914)'. Centraal de buste van Leggett in reliëf. Daaronder een kaart van Geluwe. Links en rehts een Engelse tekst over William Leggett.
Centraal onderaan staan de woorden ‘Lest we forget’.
Onderaan links de uitvoerders, onderaan rechts: 'Donated by Mr & Mrs S. Leggett' 'Family of William Leggett' 'Australian Friends.’.

H. 180 cm x Br. 56,5 cm (geheel).
L. 50 cm x Br. 50 cm (plaat).

Uitvoering: Ross J. Bastiaan, Melbourne 2001 (beeldhouwer, gesigneerd en gedateerd). Arrow Bronze, Melbourne, Australia (bronsgieterij).

  • S.N. s.d.: Australian Bronze Commemorative Plaques [online$, http://www.plaques.satlink.com.au/list/European/Belgium/index.htm (geraadpleegd op 14 september 2004).
  • S.N. s.d.: William Thomas Leggett [online], http://www.westhoek.be/williamleggett/info/bronzeplaque.htm (geraadpleegd op 14 september 2004).
  • S.N. s.d.: Wereldoorlog I in de Westhoek [online], op: http://www.wo1.be. (geraadpleegd op 14 september 2004).

Bron: WOI Relict (938): Bastiaanplaque Leggett (Geluwe - WOI)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Dionysius [online], https://id.erfgoed.net/teksten/390844 (geraadpleegd op ).


Parochiekerk Sint-Dionysius ()

Georiënteerd bedehuis te midden van grastuin afgezoomd met bomen, ter hoogte van het in 1806 opgeheven kerkhof toen overgebracht op circa 250 meter ten oosten. Overluifd kruisbeeld tegen de westgevel van het zuidelijk transept. Pastorie voorheen ten noordoosten van de kerk; gesloopt in 1969.

Ten zuiden van de kerk: oorlogsmonument ter nagedachtenis van de Geluwse gesneuvelden, naar ontwerp van architect H. Hoste (Brugge) van 1925. Kubistische "baksteensculptuur" met voorstelling in halfreliëf van de Vrede en Vlaamse leeuw respectievelijk op de voor- en achterzijde.

In oorsprong romaanse kruiskerk met driebeukig basilicaal schip en kruisingstoren. 1555: oprichting van het Onze-Lieve-Vrouwekoor ten noorden van het hoofdkoor. 1565 en 1568: schade ten gevolge van de beeldenstorm voornamelijk met betrekking tot het kerkmobilair en de toren (brand). Herstellings- en uitbreidingswerken onder meer verlengen van hoofdkoor en bouw van zuidelijk zijkoor in 1717; mogelijk ook in de loop van de 18de eeuw, verbreden van de zijbeuken indien hier aangetroffen jaarstenen gelezen worden als 1740 (zuid) en 1754 (noord). 1911-1912: slopen van de kruisingstoren, verlengen van het transept met een uitspringende noord- en zuidtravee waarbij laatstgenoemde bekroond met toren, en bouw van nieuwe zuidoostelijke sacristie, naar ontwerp van architect J. Carette (Kortrijk). Na de zware schade tijdens de Eerste Wereldoorlog herstelt architect A. Latte (Kortrijk) het vooroorlogse uitzicht echter met weglating van de torenspits.

Hallenkerk met zuidelijke transepttoren. Exterieur architecturaal aanleunend bij het neoromaans met regionale inslag; de hallekoren bewaren grosso modo hun oorspronkelijk (laat-)gotisch uitzicht.

De plattegrond ontvouwt: een driebeukig schip van drie traveeën, een uitspringend transept met armen van twee traveeën - onder meer zuidelijke transepttoren met halfronde hoektoren- , een hoofdkoor van twee traveeën + een halve travee en twee zijkoren van een rechte travee, ten noorden met bijkomend halfrond traptorentje en alle met driezijdige sluiting; een zuidoostelijke sacristie en een doopkapelletje ten noorden.

Kerkgebouw opgetrokken uit ijzerzandsteen - deels hergebruikt romaans bouwmateriaal- op sokkel van Atrechtse zandsteen; koorpartij evenwel met opgaand metselwerk van donkere bakstenen afgewisseld met gele onder meer voor vensteromlijstingen en hoekbanden. Gebruik van natuursteen met homogener uitzicht voor omlijstingen van muuropeningen, vensters, traceringen, dekplaten. Leien bedaking.

Midden- en zijbeuken onder gelijklopende zadeldaken. Drie westelijke puntgevels afgezet door steunberen, op de hoeken voorzien van versnijdingen. De centrale puntgevel herneemt grosso modo zijn romaans uitzicht van voor 1911: de nauwelijks verjongende steunberen tot op dakhoogte, de soortgelijke steunbeertjes weerszijden het portaal, en de typische versiering van de geveltop met nagenoeg rechthoekige nis verdeeld door drie halfronde zuiltjes met teerlingkapiteel onder keperboogjes. Voorts neoromaans geïnterpreteerde muuropeningen: westelijk rondboogportaal met drieledige archivolt opgevangen door driekwartzuiltje met bladkapiteel, centrale ronde oculus met ingeschreven veellobbige vierpas. Aansluitende bouwtrant voor de flankerende puntgevels met rechthoekige deur voorzien van imposten waarboven hogervermelde jaarstenen, rondbogig tweelicht, en gesuperposeerde lichtgleuven waarvan de grootste bekroond met driepas. Zelfde neoromaanse uitwerking voor zijgevels en noordelijke transeptpuntgevel, zie rondbogige muuropeningen tussen versneden steunberen; ook voor de vierkante zuidelijke transepttoren van drie geledingen onder meer met gekoppelde rondbogige galmgaten en afgelijnd met blinde rondboogarcade onder het tentdak.

Anderzijds (neo-)gotische koorpartij met nog oorspronkelijke muurpartijen zie onder meer noordelijk zijkoor met datering 1555 door middel van lichtere bakstenen. Steunberen, bij het noordelijk zijkoor enkel ter ondersteuning van de sokkel. Rond- en spitsbogige tweelichten met minder of meer uitgewerkte traceringen respectievelijk van bak- en natuursteen. Zuidoostelijke sacristie in aansluitende bouwtrant; zijtrapgevels.

Bepleisterd interieur met ruim karakter eigen aan een hallenkerk. Brede spitsbogige scheibogen van baksteen op zuilen van Atrechtse zandsteen met achtzijdige sokkel en kapiteel. Houten tongewelven met geschilderde versieringen; de gordelbogen rusten op consoles met hoofdje. In het zuidelijk transept onder de toren: bakstenen kruisgewelf met (simili- ?) natuurstenen ribben en gat.

Mobilair: Schilderijen op doek uit de 18de eeuw: Kruisafneming (circa 1705), Aanbidding der Herders, Marteldood van Sint-Sebastiaan, Jezus met de Emmaüsgangers. 19de-eeuws schilderij: Heilige Dionysius met zijn rechters. Houten 18de-eeuwse beelden van Heilige Rochus en Heilige Dionysius.

Meubilair: altaren van na de Eerste Wereldoorlog, houten communiebank van circa 170O, barokke biechtstoel gedateerd 1696 en repliek van na de Eerste Wereldoorlog, koorgestoelte uit het tweede kwart van de 18de eeuw, preekstoel van circa 1700 en twee broederschapslijsten uit de 18de eeuw.

  • Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, 325.
  • (DECUYPERE D., VUYLSTEKE A., e.a.), Omtrent Geluwes Parochiekerk Geluwe, 1976.
  • HUYS E., Geschiedenis van Geluwe, derde aangevulde uitgave ingeleid door N. MADDENS en bijgewerkt door D. DECUYPERE, Tielt, 1977, p. 60-72.
  • (DESMIDT F.), De Romaanse Kerkelijke Bouwkunst in West-Vlaanderen, (Gent), 1940, p. 170-173.
  • ROOSE-MEIER B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie West-Vlaanderen, Kanton Wervik, Brussel, 1977, p. 14-16.

Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kantons Mesen - Wervik - Zonnebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Dionysius [online], https://id.erfgoed.net/teksten/32991 (geraadpleegd op ).