Zogenaamd "De wittepoorte", zie opschrift van houten uithangbord. Eertijds omwalde semigesloten hoeve met lage verankerde bakstenen bestanddelen onder pannen (mechanische) zadeldaken onder meer met overstekende dakrand op houten modillons, rondom een begrint erf met bakstenen putvaalt en toegangspoort opgenomen in de stal- én wagenhuisvleugel aan de oostelijke erfzijde; oude 18de-eeuwse kern, hersteld na de Eerste Wereldoorlog. Ten zuidwesten, afgezonderde tabaksast uit de jaren 1940. Ten oosten van de hoeve, sociale woonwijk "De Witte poorte" uit het begin van de jaren 1950, ooit door de UNESCO vermeld als model voor sociale woningbouw.
Rechthoekige toegangspoort onder witgeschilderde houten balk met ijzeren initialen BP (Blanche Porte), centraal in de stal-/wagenhuisvleugel. Straatgevel: drie wagenhuisopeningen onder gezamenlijke balk links en houten Mariakapelletje in de oksel van de rechter zijgevel met het aanpalende nutsgebouw. Gekasseide en vlak overzolderde doorgang; afgeschuinde hoeken aan erfzijde.
Ten noorden van het erf, witgekalkt boerenhuis van zeven traveeën onder meer twee met oudere(?) muurpartijen rechts, zie ook muurvlechtingen in rechter zijpuntgevel. Onderbroken bedaking met houten dakkapel en -venster; dakruitertje in het midden. Getoogde muuropeningen. Luiken. Recenter aanbouwsel onder plat dak, centraal tegen de erfgevel. Rechts, aansluitend lager nutsgebouwtje als verbinding met de stal-/wagenhuisvleugel.
Ten westen, koestal met twee houten dakvensters en getoogde muuropeningen. Achtergevel: nieuwe stal onder meer onder aanleunend lessenaarsdak.
Ten zuiden, bij de stal aansluitende hogere dwarsschuur in L-vorm. Drie korfbogige schuurpoorten. Aardappelkelder: bakstenen troggewelf tussen I-balken. Oostelijke zijpuntgevel: muurvlechtingen, lichtgleuf en recenter laag aanbouwsel.
Vervallen bakhuis ten zuidwesten van het boerenhuis.