Hoeve heropgebouwd grosso modo naar ontwerp van architect M. Dujardin (Komen) van 1921. Inbreng van een minder traditioneel element namelijk zijrisaliet met puntgevel in huiserfgevel, voorst aansluitend bij de regionale hoevebouw:
Opstelling: lage bestanddelen U-vormig opgesteld rondom een begrint erf met geplaveide stoepen, toegankelijk via gietijzeren hek; boerenhuis, schuur en afgezonderde tabaksast respectievelijk ten zuidwesten, zuidoosten en oosten.
Aanplantingen: siertuintje, ten noordoosten; drenkplaats ten zuidoosten.
Materialen: verankerde rode baksteenbouw; houten plankenbeschieting in wagenhuisgedeelte; pannen (mechanische) zadeldaken, onder meer met links dakschild en klimmende dakvensters, met overstekend op houten schoorstukken steunend op bakstenen consooltjes; luiken; vlakke zoldering tussen ijzeren I-balken in nutsgebouwen; kozijnstaldeur.
Indeling: L-vormig langgestrekt boerenhuis van vier traveeën + stal; dwarsschuur met wagenhuis links, en aanleunend konijnenhokje links.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten, 4550.