Wederopbouwhoeve getypeerd door de minder gebruikelijke L-vormige en gesloten opstelling van de bestanddelen. Voorts, echter aansluitend bij de regionale hoevebouw met accentuering van de streekeigen bouwelementen bij schuurgedeelte.
Opstelling en indeling: langgestrekte hoeve onder onderbroken bedaking bestaande uit links paardenstal, boerenhuis van twee opkamertraveeën + vier traveeën, een langsschuur over de lange zijde ingedeeld enerzijds als stal anderzijds als schuur; ten noorden, tabaksast uit de jaren 1940.
Aanplantingen: deels begraasd erf, met centrale vaalt; materialen: verankerde rode baksteenbouw; witbeschilderde en gecementeerde plint; pannen (mechanische) zadeldaken op houten consooltjes; bakstenen strekse en rollaag boven de korfbogige muuropeningen; ijzeren I-balken boven wagenhuispoort.
Streekeigen bouwelementen: schuur voorzien van steunberen, aflijnende tandlijst, tuitgevels onder meer gecementeerd, met muurvlechtingen en blinde oculi.
Ten zuiden, Mariakapelletje uit de jaren 1940.