In en rond de St-Audomaruskerk van Passendale zijn er verschillende gedenktekens in verband met de Eerste Weredoorlog terug te vinden: links voor de ingang van de kerk staat het standbeeld voor de omgekomen inwoners, op het kerkhof rechts van de kerk is er een cenotaaf voor de inwoners van Passendale, in de linkertransept van de kerk is er een glasraam ter ere van de ‘66th Division BEF’, met aan de buitenkant van de kerk een gedenkplaat hiervoor.
Glasramen ter herdenking aan de rol van de 66th Division British Expeditionary Forces tijdens de Derde Slag bij Ieper.
De Derde Slag bij Ieper werd gelanceerd door Sir Douglas Haig om de Duitse linies te doorbreken. De strijd brandde los op 31 juli 1917 en strandde op 10 november 1917 bij Passendale. Medio september werd het Britse Vijfde Leger vervangen door het Tweede Leger. Ook zij vochten een moeizaam gevecht. Na de Slag bij Broodseinde van 4 oktober 1917 werd voorgesteld om de aanval te stoppen, maar Haig wilde een vaste weg naar Passendale en één naar Westrozebeke.
Op 9 oktober vond de Slag bij Poelkapelle plaats. Toen leverde de Britse ‘66th (2nd East Lancashire) Division’ haar eerste grote gevecht. De frontlijn van de Nieuw-Zeelandse divisie was overgenomen door de ‘49th (West Riding) Division’ met de 66ste divisie langs haar rechterzijde. De aanval om de hoogtelijn Westrozebeke-Passendale in te nemen, pakte rampzalig uit. Deze fase van de strijd zou Passendale onder meer zijn reputatie geven van een heroïsche maar vergeefse slag tegen de Duitsers en de natuurelementen: de regen en het artillerievuur hadden het landschap herschapen in een modderbad. Het grootste probleem was dat de artillerie onvoldoende benut kon worden. Op andere plaatsen, in het noorden en zuiden, werd er wat grond veroverd, maar in het algemeen was het de dag van de Duitsers. Er zou nog pogingen ondernomen moeten worden om Passendale in te nemen: op 12 oktober de 'Eerste Slag bij Passendale' door het II ANZAC en op 26 oktober de 'Tweede Slag bij Passendale' door het Canadese legerkorps.
De ‘66th Division’ speelde nog een rol tijdens het Duitse lenteoffensief – toen ze tot kadersterkte herleid moest worden - en het Geallieerde Eindoffensief. Op dat ogenblik werd ze aangevoerd door generaal-majoor H.K. Bethell, een berucht figuur.
De ‘66th Division’ schonk de glasramen als herinnering aan degenen die in de nacht van 8 op 9 oktober 1917 stierven bij de gevechten om de puinen van deze kerk.
De neo-Romaanse Sint-Audomaruskerk van 1904-1906 werd ontworpen door architect De Pauw uit Brugge. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de kerk dikwijls het mikpunt van allerhande beschietingen en werd het hierdoor fel beschadigd. Tegen het einde van de oorlog was ze helemaal vernietigd. Vanaf 1923 werd de kerk naar het oorspronkelijke plan heropgebouwd, praktisch zonder wijzigingen. In 1945-1946 moest men de heropgebouwde kerk opnieuw herstellen van oorlogsschade.
In het midden van het ronde venster staat het kenteken van de divisie. De omlijsting van het ronde venster heeft de kentekens van iedere eenheid van die divisie. Op het middenvenster staat de afbeelding van Sint-Joris (Saint Georges). Bovenaan staat het wapenschild van het hertogdom Lancaster en onderaan de schilden van Manchester en Salford. In de zijvensters staan de wapenschilden van elke stad van het hertogdom Lancaster waar de divisie een afdeling had. Saint George is zodoende omringd door de wapenschilden van de garnizoensteden.
De vensters zijn getekend door M.P. Hawke en gemaakt door de firma Bary en Crickx te Brussel. De glasramen werden onthuld op 13 oktober 1928. Een eerste restauratie werd uitgevoerd na mei 1940, een tweede einde 1987.
Binnen in de linkerzijbeuk van de kerk zijn in de muur bovenaan een oculusvenster en daaronder drie rondboogvormige lancetvensters uitgespaard, versierd met glas-in-lood ramen met voorstellingen.
In het oculusvenster zijn de volgende kentekens aangebracht: British Forces, the Manchester regiment, waarschijnlijk het kenteken voor the East Lancashire regiment, the 66th Division, the Army Service Corps, the Corps of Royal Engineers, Manchester, Lancaster, the Lancashire fusiliers, the Royal Army Medical Corps, Royal (regiment of) Artillery.
Op het linkse glasraam elf wapenschilden omgeven met verguld rankwerk en de namen van de localiteiten op een banderol eronder, 'Leigh', 'Burnley', 'Wigan', 'Darwen', 'Rochdale', 'Blackburn', 'Oldham', 'Bolton', 'Ashton -U- Lyne', 'Accrington' 'Bury', '1914' in de onderste banderol.
Op het middelste glasraam bovenaan het wapenschild van de 'Duchy of Lancaster' en daaronder de voorstelling van St.-Joris met de draak geplaatst in een architecturale omlijsting en een stad op de achtergrond, 'Saint George' en de wapenschilden van 'Manchester' en 'Salford', onderaan in een banderol '66th Division', 'British Expeditionary Force', 'in memoriam'.
Op het rechtse glasraam elf wapenschilden omgeven met verguld rankwerk en de namen van de localiteiten in een banderol 'Atherton', 'Clitheroe', 'Heywood', 'Ramsbottom', 'Middleton', 'Todmorden', 'Haslingden', 'Patricroft', 'Church', 'Padiham', 'Bacup', '1918' in de onderste banderol.
Aan de buitenmuur van de kerk hangt een rechthoekige bronzen gedenkplaat. Links een zwaard met lauwerkrans en rechts 'This window is dedicated to the memory of the 66th Division British Expeditionary Force 1914-1918', met de letters in reliëf.
H. 41 cm x Br. 75 cm
Bron: WOI Relict (507): Glasramen 66th Division BEF (Passendale - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Parochiekerk Sint-Audomarus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/393450 (geraadpleegd op ).
Georiënteerd bedehuis midden omringend kerkhof met ijzerzandstenen omheiningsmuurtje waarop hek tussen postamenten. Ten noordoosten en zuidoosten ijzerzandstenen kapelletjes respectievelijk met Christus- en Corneliusbeeld naar ontwerp van architect A. De Pauw (Brugge) van 1924.
Neoromaanse kerk heropgebouwd in 1920 naar ontwerp van A. De Pauw (Brugge) van 1904. Het romaans bedehuis werd verbouwd in 1663: midden- en zijbeuk werden verbreed en onder één dak gebracht; transeptarmen werden verlengd; heroriëntering van de kerk namelijk westkant werd koor, koorpartij werd voorportaal. In 1904 wordt de kerk gesloopt en iets meer ten zuiden heropgebouwd: het romaanse koor wordt zijkoor; het noordelijk transept wordt doopkapel; de kruising vormt een deel van het noordelijk transept. Na de Eerste Wereldoorlog wordt de kerk naar de plannen van 1904 heropgebouwd. Herstellingswerken in 1945-1946 na de beschadiging tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Driebeukig bedehuis met basilicale opstand met toren op zuidoostzijde.
De plattegrond ontvouwt: driebeukig schip van vijf traveeën, onder meer één centrale portaaltravee; een noordelijk en zuidelijk transept van één travee met rechte sluiting; een hoofd- en twee zijkoren van één travee, respectievelijk afgesloten door apsis en vlakke sluiting; één noordelijk en zuidelijke sacristie.
Hergebruikte ijzerzandsteen voor noordelijk zijkoor en -transept, voorts afwisselend lagen van gele, roze en rode natuursteen. Lei-, zadel- en lessenaarsdaken.
Centrale westelijke puntgevel voorzien van kruisbekroning; oculi en rondboognissen onder meer met lichtgleuven; rondboogvenster onder meer op doorgetrokken afzaat van witte steen ter aflijning van de eerste geleding; verdiept rondboogportaal in een geprofileerde omlijsting (halfzuilen) van geblokte witte en roze natuursteen, en gekoppeld tussen twee rondboognissen in dito omlijsting; vlakke hoeksteunberen.
Overige gevels geritmeerd door vlakke steunberen, rondboogvensters en -nissen met onder meer doorlopende afzaten, afgelijnd hetzij door houten kroonlijst op consooltjes, hetzij door natuurstenen tandlijstje. Oculus in transeptgeveltop.
Noordelijke puntgevel gevat tussen steunberen met versnijdingen met geprofileerde spitsboognis met drielob onder druiplijstje in de geveltop, eronder spitsbogig tweelicht en rondboognis op de benedenverdieping.
Vierkante zuidoosttoren van drie geledingen onder tentdak. Halfrond traptorentje op de zuidoosthoek. Getypeerd door op elkaar gestelde vlakke hoeksteunberen; aflijnend rondbogenfries, twee aan twee gekoppelde rondbogige galmgaten, eronder rondboognissen waarin lichtgleuven, en rondboogvensters, waarboven oculus.
Basilicale opstand, deels bepleisterd. Afwisselend gebruik van donkere en lichtere natuursteen voor rondbogige scheibogen op bundelpijlers met geprofileerd dekblad en Toscaans kapiteel, voor lisenen en voor vensteromlijstingen. IJzerzandsteen in noordelijk transept en -koor; laatst genoemde verlevendigd door middel van gesuperpositie van rondboognissen. Bakstenen kruisribgewelf ter overkluizing van middenbeuk, kruising en zuidkoor. Bepleisterd kruisgewelf met gording en trekbalk in noordelijke en zuidelijke beuk. Houten zoldering respectievelijk vlak en spitston, voor noordelijk koor en -transept. Straalgewelf in apsis.
Neoromaans mobilair. Brandraam zogenaamd "66th E.L. Division Memorial Window" in noordelijk zijbeuk, ingezegend op 13 oktober 1928, ter herinnering aan de Slag van Passendale.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kantons Mesen - Wervik - Zonnebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Huys M. 1991: Parochiekerk Sint-Audomarus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/33171 (geraadpleegd op ).