Hoeve naar verluidt in 1921 niet op de vooroorlogse plaats heropgebouwd, volledig in aansluiting met regionale hoevebouw.
Opstelling: losse, lage bestanddelen U-vormig opgesteld rondom een deels begrint erf met bakstenen stoepen; zuidoostelijke erfoprit; boerenhuis, stal, schuur en tabaksast respectievelijk ten noorden, oosten, westen en noorden.
Aanplantingen: deels met gras begroeid erf met appelaar; met doornhaag afgezette resten van boomgaard ten noordoosten.
Materialen: verankerde, rode baksteenbouw; pannen (mechanische) gebogen zadeldaken op houten modillons, onder meer onderbroken door dakvensters.
Streekeigen bouwelementen: rechthoekige kozijnstaldeuren in rondboogomlijsting met boogveld in visgraatverband; korfbogige aardappelkelderdeuren met afgeschuinde dagkanten eindigend op ezelsoor; zijtuitgevels.
Indeling: stalvleugel met links melkhuis; schuurvleugel met tweeledig wagenhuis en aardappelkelder.
Vernieuwd gevelparement bij boerenhuis. Recent aanbouwsel tegen achtergevel.