Zogenaamd "Kasteel op de Dam". Kasteel in omringend park met monumentale inrijpoort, opgetrokken in regionalistische baksteenarchitectuur met voornamelijk neo-Vlaamserenaissance-kenmerken en gebouwd in 1900 ter vervanging van een landhuis van circa 1840, zogenaamd "Damzicht" van de heer C. Vervier, die hier in 1828 160 hectare "Domaniale Bossen" had aangekocht. Heden grotendeels omgracht kasteeldomein met park en vijver in landschappelijke stijl, centraal ingeplant kasteel met ten oosten erachter de hovenierswoning met vroegere koetshuizen en paardenstallen en kasteelhoeve.
Bakstenen inrijpoort met oorspronkelijk brede korfboogdoorrit onder bak- en zandstenen strek en waterlijst (thans afgebroken), met flankerende pilasters op arduinen sokkel; bekronend reliëf met wapenschilden van de families Vervier en Maertens de Noordhout en banderol met devies: "Nihil sine Deo" nu geplaatst in rechter hekpijler. Fraai ijzeren hek en flankerende hekjes tussen lagere bakstenen pijlers.
Kasteel ingeplant achterin boomrijk park; centraal gedeelte van vijf traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (leien, nok parallel aan de straat) met aan noordzijde uitgebouwde keuken van één bouwlaag met terras afgezet met balustrade en siervazen en achtzijdig traptorentje onder leien helm met bol- en uibekroning in de oksel. Zuidelijke zijde met uitgebouwd salon onder plat dak met balustrade. Baksteenbouw verrijkt met natuurstenen speklagen en hoekblokken, op breukstenen sokkel. Rechthoekige vensters met roodbruingeschilderd houtwerk, onder boogvelden en ontlastingsbogen. Gemarkeerd linker zijrisaliet met neorenaissancetopgevel en gekoppelde venstertjes onder boogveld met cartouche met jaartal 1900. Centrale getoogde deur met bordes en vier traveeën, onder erker op zware consoles. Torentje afgezet met hoekblokken en boogfries onder de overstekende dakrand; kleine rechthoekige venstertjes onder boogvelden. Identieke achtergevel.
Interieur. Onder meer neo-Vlaamserenaissance-kamer met lambriseringen en schouw met mannen- en vrouwenfiguren.
Hovenierswoning met vroegere koetshuizen en paardenstallen op T-vormige plattegrond; één bouwlaag onder zadel- en mansardedak (pannen) met rond traptorentje onder kegelvormig dak in de oksel, ingeplant haaks achter het kasteel. Gelijkaardige baksteenarchitectuur van circa 1900. Voorgevel gemarkeerd door een centraal risaliet met neorenaissance getinte top, grote getoogde poorten (gestreept houtwerk) onder omlopende waterlijst en aflijnende decoratieve baksteenfriezen.
Hoeve met gewitte gevels op gepikte plint, onder zadeldak (nok loodrecht op de straat) eveneens van 1900, zonder verdere noemenswaardigheden en recente bedrijfsgebouwen.
- TONDAT R., Bouwkundig erfgoed te Waarschoot, Maldegem, 1978, p. 162-168.