Eén der oudste landbouwuitbatingen van de streek, van grafelijke oorsprong, teruggaand tot de grote 13de-eeuwse ontginningen. In 1249 geschonken aan de dochter van E. Van Leerne, heer van Rostine. Typische site met walgracht en mottestructuur, zie beschrijving in Staat van Goed van 1426: "eenen steepen hunse an alien syden ghesondert uten water met eenre valbrugghen" en een neerhof "behuust met eenen woonhuuse, eenre schure, eenen stalhuuse, eenen duufhuuse...". De heer had er ook visrecht, jachtvrijheid en vrije vaart op het Brakeleiken tot de Lieve en vrije doortocht door de moer naar Eeklo. In de loop der eeuwen in het bezit van belangrijke families (onder meer van der Zickele (15de eeuw), de Luu -Van Reimerswaal (16de eeuw), de Rodoan (16de tot 17de eeuw) en Coppieters de Holleberg (17de tot 18de eeuw). In 1766 verkocht aan Fr. J.B. Baut, heer van Wannegem-Lede en verpacht aan P. Bekaert (zie de Ferrariskaart van 1771 -78 zogenaamd "Ct Bekaert"). Midden 17de eeuw, kasteel reeds in ruïne en niet meer heropgebouwd.
Heden nog ver achterin gelegen hoevegebouwen, ingericht als paardentrainingscentrum, op nog deels omgracht erf toegankelijk via een lange dreef en ijzeren hek tussen vierkante gemetste pijlers.
Ten oosten, woonhuis van zeven traveeën onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat) in kern minstens opklimmend tot de 15de eeuw (gewelfde kelder), aangepast in de loop van de 17de eeuw (jaartal 1687 op balk), 18de eeuw (voorgevel) en 19de eeuw (jaartal 1877 op aangebouwd wagenhuis en schuur) en recent aangepast. Bezette, geschilderde erfgevel met rechthoekige vensters met luiken (nieuw houtwerk in plaats van vroegere houten kozijnen met kleine roedeverdeling) en rechthoekige deur (nieuw houtwerk) in grijsgeschilderde bakstenen omlijsting op neuten, uit eind 18de eeuw. Linkse travee met opkamervenster.
Interieur met bewaarde balklagen met mooie, aan beide uiteinden versierde moerbalken onder meer met jaartal 1687, links op slof; grote haard (aangepast) met versierde schouwmantelbalk en rechts vernieuwde ingebouwde kastjes. Aan noordzijde twee voutekamers met behouden rode en zwarte tegels, boven de gewelfde kelder met twee kruisribgewelven gesteund door een moerboog, mogelijk uit begin 15de eeuw. Gekoppelde deuren in later aangebrachte gang, naar voutekamers en paneeldeur naar kelder. Rechts, in 1877 (zie gevelsteen) aangebouwd wagenhuis met twee korfboogpoorten.
Ten noorden, vroegere schuur en stallen, nu paardenstallen, in rechtse zijgevel jaartal 1877. Bakstenen gebouw van zeven traveeën op gepikte plint, onder zadeldak (pannen, nok parallel met de straat). Rechthoekige deuren en korfboogpoorten met witgroen gestreept houtwerk.
Ten westen, oude deels vernieuwde schuur (circa 1900) met noordelijk deel met zeer dikke muren van roze baksteen, vermoedelijk opklimmend tot begin 15de eeuw. Rechthoekige openingen en twee laadvensters in dak. Links toegevoegd gedeelte met oorspronkelijk grote poorten onder hoge bakstenen strek; gestreept houtwerk.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nummer 1191.
- DE VOS A., Geschiedenis van Waarschoot, Waarschoot, 1990, deel I, p. 269-273.
- TONDAT R., Bouwkundig erfgoed te Waarschoot, Maldegem, 1978, p. 280-290.