Romp van de Devreesesmolen, een stenen stellingmolen die opgetrokken werd in 1866-1867 als koren- en oliewindmolen. In 1872 werd een stoommachine toegevoegd. In 1946 werd de site uitgebreid met een leerlooierij.

Stenen stellingmolen, oorspronkelijk met houten gaanderij, opgetrokken in 1866-1867 als koren- en oliewindmolen door Louis Van Poucke. In 1872 werd de molen uitgerust met een stoommachine, die in 1886 vervangen werd door een nieuw exemplaar. De molen was vanaf 1912 in eigendom van de familie Devreese, naar wie de molen nog steeds genoemd wordt. Op 17 juli 1937 werden de kap, wieken en gaanderij afgebroken, wegens te bouwvallig. De romp werd wat hersteld en afgedekt. In 1946 werd de maalderij vergroot met een aanbouw en werd een zware elektrische motor in de romp geplaatst. In de bijgebouwen werd een leerlooierij ingericht, een verderzetting van een huidenvetterij die in 1932 was opgericht in de Veldstraat. In 1957 werd een nieuwe vergroting uitgevoerd, zodat de molenromp aansloot op de aanbouwen en het woonhuis.

In 1983 werd gestart met de renovatie van de molenromp, waarbij nieuwe tussenvloeren werden geplaatst. Jaren later werd de molenromp opnieuw afgedekt. De molenaarswoning, die zich ten westen van de molen bevond (nok parallel aan de straat), werd circa 2016 gesloopt.

Achterin gelegen conische bakstenen romp met rondboogpoort onder waterlijst, bekronend heiligennisje met Onze-Lieve-Vrouwebeeld en recent aangebracht jaartal 1867. Gedichte gaten van de vroegere gaanderij en rondboogvensters onder waterlijst op de drie bovenverdiepingen (nieuw houtwerk en nieuwe vloeren binnenin). Onder meer twee stenen van de kollergang en twee maalstenen zouden bewaard zijn.

De leerlooierij bestaat uit gebouwen opgetrokken op een L-vormige plattegrond, rechts van en achter de molen, met drie bouwlagen onder plat en zadeldak. De muuropeningen zijn aangepast. Oorspronkelijk gebeurde het looien in 26 putten, later in trommels, eveneens deels volgens plantaardig procedé, de enige in Vlaanderen.

Voormalig molenaarshuis, maalderij en molenromp van de zogenaamde "Devreesesmolen", laatstgenoemde heden opgeslorpt in het rechter aanpalende leerlooierijbedrijf Devreese.

Achterin gelegen bakstenen molenromp van de koren- en oliewindmolen van het type bovenkruier met houten galerij, opgericht in 1866-67 door L. Van Poucke, sinds 1872 uitgerust met stoommachine, in 1912 eigendom van de familie Devreese. Sinds 1936 zijn kap, wieken en galerij verdwenen. In 1946 vergroten van de maalderij en invoeren van een elektrische motor; sinds 1957 opgeslorpt in gebouwen van de leerlooierij.

Konische bakstenen romp met rondboogpoort onder waterlijst, bekronend heiligennisje met Onze-Lieve-Vrouwebeeld en recent aangebracht jaartal 1867. Gedichte gaten van de vroegere galerij en rondboogvensters onder waterlijst op de drie bovenverdiepingen (nieuw houtwerk en nieuwe vloeren binnenin).

Molenaarshuis. Achterin gelegen huis met gecementeerde gevels, zes traveeën onder zadeldak (pannen, nok parallel met de straat), uit de tweede helft van de 19de eeuw; heden met aangepaste garagepoorten rechts.

Leerlooierij Devreese. Opgericht als huidevetterij in de Veldstraat, in 1932, sinds 1937 hier gevestigd naast de maalderij Devreese. Gebouwen opgetrokken op L-vormige plattegrond, rechts van en achter de molen, met drie bouwlagen onder plat en zadeldak; aangepaste muuropeningen. Oorspronkelijk looien in 26 putten, heden in trommels, nog deels volgens plantaardig procédé, de enige in Vlaanderen.