is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve met losse bestanddelen
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Hoeve met losse bestanddelen en omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Hoeve met losse bestanddelen: boerenwoning
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve met losse bestanddelen
Deze vaststelling was geldig van tot
De boerenwoning van de hoeve met losse bestanddelen dateert uit de 18de eeuw, maar heeft een oudere kern die in oorsprong mogelijk tot de 16de eeuw opklimt. Bij de hoeve bevindt zich een deels door een meidoornhaag begrensde hoogstamboomgaard. Rijen knotwilgen omzomen het erf en weiland grotendeels.
Van deze hoeve is bekend dat zij minstens sinds de 18de eeuw reeds in het bezit was van de familie Ryckaert. De hoeve is één van de best bewaarde van de weinige overblijvende hoeven van Oostwinkel, behorend tot het in de regio dominerende hoevetype met losse bestanddelen.
De voormalige hoeve omvat een erf van circa 1,5 hectare waarvan de achterzijde (noordwest) begrensd wordt door een beek, de zogenaamde Kasteelwaterloop. De hoeve ligt aan de rand van de dorpskern van Oostwinkel, een straatdorp gevormd aan de verbindingsweg van Zomergem via Ronsele naar Adegem. De Langestraat verbindt Oostwinkeldorp met Oostwinkelbrug over het Schipdonkkanaal. Het is één van de langste straten van Oostwinkel en is reeds vermeld in 1551 als "Langhestraete", tevens een oude wijknaam van het dorp.
Het erf telt 120 knotwilgen die voor een groot deel aangeplant zijn aan de grenslijnen ervan. Een oude meidoornhaag ter hoogte van een vroegere perceelgrens vormt de rechtergrens van de bewaarde oude hoogstamboomgaard met achterin gelegen boerenwoning. Een gracht met aan weerszijden een rij knotwilgen rechts van de boomgaard geeft nog voor een deel de perceelgrens weer tussen twee van de drie bijbehorende stukken land (samengevoegd tot één perceel bestaand uit weiland en deels beplant met fruitbomen naast de oorspronkelijke boomgaard).
De boerenwoning met zuidwestelijk georiënteerde voorgevel telt zeven traveeën en is afgedekt met een pannen zadeldak tussen zijaandaken met vlechtingen. De woning dateert waarschijnlijk grotendeels uit de 18de eeuw, maar werd wellicht voorafgegaan door een ouder huis waarvan de overwelfde kelders bewaard bleven (daterend uit de 16de of begin 17de eeuw). De beide lage, zijdelings aangebouwde annexen onder lessenaarsdak evenals het achterhuis met achterkeuken onder afzonderlijk zadeldak zijn vermoedelijk toegevoegd in de tweede helft van de 19de eeuw. Het kleine klokkenstoeltje werd recent op de daknok geplaatst.
De muuropeningen van de verankerde lange bakstenen voorgevel met grijs geschilderde plint geven de oorspronkelijke binnenindeling van de woning weer. De twee middelste traveeën groeperen de voordeur met links ervan de twee vensters van de centrale woonkamer. De haardtravee vormt de scheiding met de twee gegroepeerde vensters van de links gelegen slaapkamer. Midden van de twee rechtertraveeën gevormd door de opkamer bevindt zich het opkamervenster. Het betreft een ruim houten bolkozijn met kleine roedeverdeling, tralies en luiken. De overige vensters van de voorgevel zijn hoger, eveneens voorzien van kleine roedeverdeling, tralies, luiken en hardstenen lekdrempel. De voordeur bezit een gedeeld en getralied bovenlicht. In het rechterdeel van de rechterzijgevel komt boven het getralied keldervenster een smal opkamervenster voor met houten kloosterkozijn waarvan het bovendeel getralied is en het onderdeel met buitenluik. Het kleinere zoldervenster met houten raamkozijn is eveneens voorzien van een buitenluik. Via de geannexeerde kleine stal is de kelderdeur in de rechterzijgevel bereikbaar die toegang verleent tot de voorste kelder. De annex tegen de linkerzijgevel bevat twee varkensstallen met daartussen een toilet, ruimte van waaruit de voederluiken bedienbaar zijn. De achterkeuken rechts onder verlengd achterdakschild eindigt op een broodbakoven met uitgebouwd ovengewelf onder zadeldakje. Het midden tegen de achtergevel aangebouwd achterhuis van drie traveeën vertoont getraliede getoogde vensters elk met een luik en een lage achterdeur.
Onder de twee rechter traveeën (noordoostelijk deel van de woning) bevinden zich achter elkaar twee deels ondergrondse afzonderlijke kelders elk met twee gedrukte gebogen gewelven met fijne gestucte kruisribben. De voorste kelder (zonder venster), die enkel van buitenshuis toegankelijk is, vertoont naast de deur een keperboogvormige wandnis (waarschijnlijk een lampnis). De kelderdeur naar de achterste kelder bevindt zich onder de zoldertrap in de rechter achterhoek van de centrale woonkamer. De houten zoldering bleef bewaard met kinderbalken op moerbalken waarvan de uiteinden op dezelfde typische wijze versierd zijn (gesculpteerd voluutmotief). De zware moerbalk in de woonkamer vertoont afgeschuinde hoeken. De brede vroegere open haard met geprofileerde houten haardlijst bleef behouden in de woonkamer. De opkamer en de slaapkamer, die overlangs in twee kamers werd gesplitst, behielden de traditionele rode vierkante vloertegels. De oorspronkelijke achterdeur is rondboogvormig, aan de woonkamerzijde ingeschreven in een rechthoekige wandnis. De meeste deuren, zoals de voordeur, bezitten geen omkadering en hangen aan oude hengsels. De gang eindigt op een gemetste kwartronde hoektrap van grijze bakstenen naar de opkamerdeur en zoldertrapdeur. De houten zoldertrap met kwartslag eindigt op de zolder op een trappaal.
Het achterhuis met blauwe vierkante tegelvloer bewaart eveneens een brede vroegere open haard. Aan de tegenoverliggende muur geeft een open steektrap met val toegang tot de zolder van deze kamer. Schuin in de hoek van de smalle achterkeuken daarnaast bleef de broodbakoven met ijzeren ovendeur bewaard.
Vooraan op het erf en parallel aan de straat is een rechthoekig bedrijfsgebouw gelegen met dwarsschuur, van baksteen met houten gedeelten (recent vernieuwde horizontale bebording). Het vroegere strodak werd in de jaren 1970 vervangen door een lager zadeldak met golfplaten. Inwendig zijn nog eiken ankerbalkgebinten aanwezig. Op het achtererf bevindt zich nog een open loods met daarachter een kleine vervallen bakstenen stal.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Oostwinkel
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve met losse bestanddelen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33725 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.