De Sint-Amanduskapel uit 1636 is gelegen in de bosrijke omgeving van de Kapellemeersen en wordt samen met het Sint-Amandsputteken al vermeld sinds de 14de eeuw.
Historiek
De oudste vermelding van de Sint-Amanduskapel te Erembodegem dateert van 1343 en een bron werd op die locatie vermeld in een document uit 1380.
In 1582 werd de kapel samen met de kerk door de Geuzen vernield. Een nieuwe kapel werd gebouwd en gewijd in 1636. Een arduinen grafsteen van Jan van Vaerenbergh (gestorven in 1659), mogelijk bouwheer of weldoener, werd achteraan de kapel in gemetseld.
Dichtbij de kapel is het heden opgemetst Sint-Amandsputteken gelegen (zie vermelding van een bron in 1380), waaraan genezende krachten werden toegeschreven in verband met oogkwalen en wormen in de akkers (in de voorgevel van de kapel valt te lezen: “H. Amandus, patroon tegen zere ogen en de worm in 't land”).
Achter de kapel bevindt zich, toegankelijk vanaf de Sint-Amandstraat en langsheen de kapel, een weiland waar het Sint-Amandusbrood werd bedeeld. De uitdeling van koeken is in de gemeente gekend als “Koekengrabbeling”: tot rond 1930 werden broodjes door de priester te grabbelen gegooid terwijl het volk beneden in de weide plaats had gevat.
In 1967 werd de kapel hersteld, namelijk vernieuwing van het dak, dakbedekking en klokkenruitertje. In weerwil van herhaalde plaatselijke herstellingen en onderhoudswerken manifesteren zich de laatste jaren scheuren in de muren en komt de voorgevel los van het gebouw, mogelijks te wijten aan ondiepe funderingen en toenemend verkeer.
Beschrijving
De kapel, die de Dendervallei beheerst en waarvan de bijhorende grond rechts met een haagbeukhaag van de straat is afgesloten, is een éénbeukige ruimte onder zadeldak, vooraan bekroond met een houten klokkenruitertje en achtzijdige spits.
Na de verwoesting van 1582 werd ze opgetrokken met traditionele materialen, een mengwerk van baksteen en zandsteen (onder meer zandstenen plint, speklagen, vensteromlijstingen en hoekblokken). De langsgevels zijn elk slechts met één gedrukt spitsboogvenster geopend. In de voorgevel bevindt zich boven de korfboogtoegang een eenvoudig rechthoekig venster. Voor deze eenvoudige kapel met driezijdige koorsluiting, gewijd in 1636, zal waarschijnlijk haar in 1582 verwoeste voorganger model hebben gestaan, temeer daar het tijdverloop tussen beide feiten laat vermoeden dat de oude kapel wel niet zo grondig verwoest zal zijn geweest, doch dat ze na voorlopige instandhoudingswerken nog ruim een halve eeuw lang in gebruik zal zijn geweest.
Binnenin vertoont de kapel een eenvoudige éénbeukige ruimte met gepleisterde wanden en segmentboogvormig gewelf. Dit laatste is voorzien van dunne gepleisterde ribben en zet aan boven een eenvoudig geprofileerde lijst. Op een 18de-eeuws altaar, voorstellend het Lam Gods in wolken, stralenkrans en rocaille-ornamenten, staat het 1,15 meter hoog houten gepolychromeerd 17de-eeuws Sint-Amandusbeeld in bisschoppelijk gewaad, een bisschopsstaf en kerk houdend. In detaillering getuigt de uitwerking van het altaar van een meer verfijnd ambachtelijk werk, dit in tegenstelling tot het Sint-Amandusbeeld dat een meer volks karakter vertoont. Vooraan tenslotte wordt bij wijze van smeedijzeren afsluiting met hekken en een doksaal met eenvoudige balusters en trap een inkompartij van de kapelruimte afgescheiden.