Kamerwoning in stijl- en regelwerk, volgens H. Sermeus uit de eerste helft van de 16de eeuw, volgens J. Grootaers uit de tweede helft van de 16de eeuw. Twee bouwlagen onder een steil zadeldak (Vlaamse pannen).
Bepleisterde, overstekende bovenverdieping, steunend op houten kraagstukken. Houten drielicht naast rechthoekige deur met bovenlicht. Houten bolkozijn op de bovenverdieping. Latere kroonlijst.
Volgens J. Grootaers bewaarde achtergevel in vakwerkbouw met bakstenen vulling.
GROOTAERS J., Houten gevels van laatmiddeleeuwse huizen te Mechelen, onuitgegeven licentiaatsverhandeling aan K.U.L. (in voorbereiding 1982), deel II nummer 60.
SERMEUS H., De houten huizen van Mechelen, Mechelen, 1981, p. 50.
Bron: EEMAN M., KENNES H. & MONDELAERS L. 1984: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Mechelen, Binnenstad, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 9n, Brussel - Gent. Auteurs: Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)