Breedhuis, enkelhuistype van zes traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak (kunstleien) met dakkapellen, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.
Gecementeerde lijstgevel op een arduinen plint met neo-Lodewijk XVI-elementen. Licht achteruitspringende rechterdeurtravee. Venstertraveeën afgelijnd door pilasters, gemarkeerd door middenrisaliet met erker op bel-etage en drielicht met ijzeren balkonhek op bovenverdieping; bekronend segmentboogfronton op consoles. Rechthoekige vensters gevat in een rechthoekige nis; lekdrempelconsoles en versierde lateien onder een druiplijst op consoles op bel-etage. Verbouwde begane grond.
Rechthoekige deur. Erboven: rondboogvormig bel-etagedeurvenster met ijzeren balkonhek; bekronende guirlandes onder een driehoekig fronton.
Achteringelegen meubelfabriek "Stevens N.V.", naar verluidt gesticht in 1896 door B. Stevens en G. Weber. Complex bestaande uit U-vormige gebouwen, heden buiten gebruik. Witgekalkte oost- en zuidvleugel van respectievelijk zeven en vier traveeën en drie bouwlagen. Rechthoekige vensters gemarkeerd door houten lateien en metalen roedeverdeling.
Interieur: houten balken gestut door bakstenen pijlers. Noordvleugel: betonconstructie uit het tweede kwart van de 20ste eeuw (na de Tweede Wereldoorlog). Naar verluidt, recentere uitrusting.