Teksten van Herenhuis in art nouveau

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34

Herenhuis in art nouveau ()

Art-nouveauherenhuis uit circa 1905, naar verluidt ontworpen door architect L. Moonens, voor apotheker en schepen De Valkeneer.

Historiek

De huizen aan het Esplanadeplein nummer 19 en nummer 20, respectievelijk een herenhuis en een apotheek vormden tot kort voor het moment van bescherming (1993) één eigendom van apotheker R. Van Ongevalle. Deze had beide huizen overgenomen van de oorspronkelijke bouwheer, apotheker De Valkeneer, die tevens schepen was van de stad Aalst.

De herenwoning werd opgericht circa 1905, volgens de veilingcatalogus naar ontwerp van de Antwerpse architect L. Moonens, een leerling van de beroemde bouwmeester Henry van de Velde, die nauwe relaties onderhield met Victor Horta. Het bestaande aanpalende huis, op het moment van bescherming gekend als Apotheek Breckpot, was sinds 1896 in het bezit van apotheker De Valkeneer en werd vermoedelijk dan ingericht als apotheek.

Beschrijving

Het herenhuis is een mooi voorbeeld van vroeg 20ste-eeuwse architectuur met typische stijlvermenging van verschillende strekkingen waarbij art-nouveau-elementen overwegen.

De vrij monumentale voorgevel met drie bepleisterde bouwlagen boven een hardstenen onderbouw wordt gekenmerkt door een systematische opbouw met goed overwogen verticale en horizontale lijnen. De verticale richting wordt opgebouwd vanaf de voetschrapers tot aan het fronton via pilasters, consoles onder de erker en verder fijne metalen staven onder de kroonlijst en het pseudofronton dat het centrale gedeelte accentueert. De horizontaliteit wordt benadrukt door de gevelbrede trapezoïdale erker en bekronend fraai ijzeren balkon op de bovenste verdiepingen. De grote glaspartijen, rond- en korfboogvensters op de bel-etage en de rechthoekige vensters met opvallend houten traceerwerk in de erker, zorgen voor een ruime lichtinval. De bovenste verdieping wordt verlicht door twee gekoppelde deurvensters onder een korfboogvormig boogveld, overluifeld door een soort gebogen pseudofronton rustend op ijzeren staafjes en erboven een afgeknot piramidedakje, mogelijk oorspronkelijk met belvedère. Omlijste oculi met glas in lood flankeren de deurvensters.

Typische art-nouveau-elementen zijn aanwezig in de erkerconsoles, het balkon met florale steuntjes voor de ijzeren zuiltjes en de uitgewerkte overstekende kroonlijst op modillons met ertussen sobere sgraffitopanelen. Alle details en houtwerk van bijvoorbeeld de deuren en vensters, het smeedwerk van de benedendeur en het balkon en het glas in lood werden ambachtelijk zeer verzorgd uitgevoerd en duiden op de integratie van de toegepaste kunsten in de nieuwe architectuur.

Rechts van het herenhuis vormt een twee bouwlagen hoge vleugel (de voormalige apotheekgroothandel) met opmerkelijke poort met ovaal bovenlicht en gekoppelde boogvensters met eveneens fraai houtwerk, de verbinding met de apotheek (huisnummer 20).

De interieurindeling van deze statige herenwoning kan als typisch voor het begin van de 20ste eeuw beschouwd worden. De dienstruimten zijn ondergebracht in de halve kelderverdieping en de representatieve ruimten bevinden zich op de eerste verdieping. Hierdoor is de hal gereduceerd tot een eerder smalle traphal, met een steile rechte trap die naar de bel-etage leidt vanaf een smal bordes. De traphal is uitgevoerd in imitatiemarmer, imitatienatuursteen en een band in imitatiemozaïek. Een kleine wachtkamer direct rechts bij de voordeur, is voorzien van een schouwtje in neo-Lodewijk XVI-stijl. Links bevindt zich de toegang tot de dienstruimten die op het moment van bescherming (1993) gedeeltelijk aangepast waren en voorzien zijn van een keuken in de jaren 1950 of 1960.

De bel-etage bestaat uit drie in elkaar overlopende kamers gedecoreerd in verschillende stijl. Vooraan bevindt zich het salon, centraal de eetkamer en aan de tuinzijde de zitkamer. Het verschil in stijl en een deur- of boogconstructie scheiden deze kamers. Bij het salon in neo-Lodewijk XVI-stijl wordt de symmetrische opbouw op een uiterst geraffineerde wijze gerealiseerd doordat de vorm van de toegangsdeur herhaald wordt in de tegenover gelegen deur in de gang en tevens in de kamer zelf door een ingemaakte kast. Een opengewerkte boogconstructie scheidt de toegang tot de ruimte en het eigenlijke salon. Het hoofdaccent wordt gelegd op de schouw met houten schoorsteenmantel, rechte rookvang versierd met een spiegel en bekronend medaillon met hierin een schilderij voorstellende een bloemenruiker. De omlopende lambrisering is voor zien van paneelwerk en een bandfries, waarboven smalle sierpanelen en bredere panelen – voorzien van behang – met bekronend vaasmotief. Voor de vensters zijn glas-in-loodschermen aangebracht in Lodewijk XVI-stijl met medaillons waarin de voorstelling van de seizoenen.

Een dubbele deur verschaft toegang tot de middenkamer in neo-Vlaamserenaissance-stijl, die de functie vervuld van eetkamer. Dit is een donkere kamer, niet alleen door het ontbreken van daglicht maar ook door het kleurgebruik, namelijk hoofdtonen zwart en bruin. Een centrale monumentale marmeren schouw is opgebouwd uit een zwart marmeren schoorsteenmantel met zuilen, bekronende voluten met centraal een bronzen beeldje voorstellende Mozes (naar Michelangelo). De schouwmantel in bruine marmersoorten met centrale rondboognis is voorzien van flankerende gecanneleerde zuiltjes waartussen een lichtarm. De hoge lambrisering met paneelwerk, het imitatie goudleder, de kroonlijst vervolledigen, samen met het plafond met moer- en kinderbalkconstructie en centraal rechthoekig paneel met afgekante hoeken, het geheel. Het plafond is afgewerkt met een florale randbeschildering in groen en wit en is verder ingedeeld in rechthoekige cassetten met florale beschildering.

De zitkamer – met zicht op de tuin – en opgevat in een sobere art-nouveaustijl is van de eetkamer gescheiden door een boogconstructie met glas-in-loodpanelen. Er is een mozaïekvloer aanwezig en een centrale met hout beklede schouw is voorzien van een ovale spiegel. De flankerende hoekkasten hebben spiegeldeurtjes. Aan de andere zijde van de kamer bevindt zich tussen twee deuren een zitbank met bekronend rechthoekig kastje. Het bijhorend meubilair namelijk een rond tafeltje, een aantal stoelen en een zetel werden bewaard.

De trap naar de tweede verdieping is uitgevoerd in neo-Lodewijl XVI-stijl. Aan de straatzijde bevindt zich een gevelbrede slaapkamer met eenvoudige bruin marmeren schouw met koperen haardafsluiting. Een kleinere slaapkamer is eveneens met een centrale zwart en groen marmeren schouw met koperen haardafsluiting en bekronende spiegel met een fraaie omlijsting uitgerust.

De tweede en derde verdieping zijn voorzien van eenvoudige art-nouveaudeuren. De derde verdieping heeft kleinere, eenvoudige slaapkamers.

De ruimten aan de rechterzijde van het gebouw – waarin oorspronkelijk onder meer de diensttrap was ondergebracht – werden door een vorige eigenaar volledig verbouwd en voorzien van een lift en sanitair.

De poort aan de rechterzijde van het gebouw geeft toegang tot het magazijn van de voormalige apotheekgroothandel.


Bron: Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO000844, Aalst: Esplanadeplein 19 en 20.
Auteurs:  Van den Bossche, Hedwig
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van den Bossche H. 1993: Herenhuis in art nouveau [online], https://id.erfgoed.net/teksten/173581 (geraadpleegd op ).


Herenhuis in art nouveau ()

Diephuis met vier bouwlagen van drie traveeën onder schilddak, uit de 20ste eeuw. Bepleisterde Jugendstil-lijstgevel met accent op middentravee afgelijnd door vlakke lijsten, uitlopend in de verlengde postamenten van het balkon van de bovenverdieping die het segmentboogfronton steunen. Arduinen begane grond met schouderboogvormige muuropeningen, venster met decoratief traliewerk, deuren in zijtravee. Bel-etage met korfboogvenster geflankeerd door rondboogvensters. Daarboven trapezoïdale loggia met rechthoekige vensters met fraaie houten tracering, onder kroonlijst met gesmeed ijzeren hek. Twee gekoppelde deurvensters geflankeerd door oculi. Rechts, in het verlengde van het herenhuis, aanbouw met twee bouwlagen van twee traveeën onder afgewolfd schilddak. Bepleisterde lijstgevel met segmentboogvormig benedenvenster, twee gekoppelde rechthoekige bovenvensters onder I-balk met rozetjes, fraaie houten tracering. Korfboogdeur met fraai ovaal bovenlicht.


Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent.
Auteurs:  d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: d'Huyvetter C. & de Longie B. & Eeman M. 1978: Herenhuis in art nouveau [online], https://id.erfgoed.net/teksten/34 (geraadpleegd op ).