Kapel met zeven statiën van Onze-Lieve-Vrouw der Zeven Weeën ingeplant op een aan drie zijden omhaagd en met geknotte linden omzoomd plantsoen midden de Boskapellaan. Oude bedevaartplaats in het Lobos dat afhing van "Kasteel Rozelaar" eerst in het bezit van de abt van de Gentse Sint-Baafsabdij en nadien van de bisschoppen van Gent. Lobos en de bedevaartplaats waren vanouds door een weg (heden Rozelaredreef) verbonden met voornoemd kasteel. Tijdstip van oorsprong van de Mariadevotie op deze plek onbekend, maar mogelijk de voortzetting van een voorchristelijke vereringsplaats. Aan een oude eik in het bos hing minstens sinds de 14de eeuw een miraculeus Mariabeeldje waarvan de verering ter genezing van bepaalde ziekten steeds toenam. In 1607 besloot bisschop Pieter Damant ten behoeve van de bedevaarders op die plek een kapel op te richten toegewijd aan de Maagd Maria en de Heilige Drievuldigheid.

De bijbehorende ommegang van de Zeven Weeën van Maria zou ontstaan zijn in de periode 1621-1657 tijdens het episcopaat van Antoon Triest. Loboskapel samen mét "Kasteel Rozelaar" in 1797 aangeslagen en openbaar verkocht. In 1808 sloping van de kapel door de eigenaar Lacroix. Miraculeus Mariabeeldje samen met kapelmeubilair overgebracht naar de parochiekerk van Lochristi. Een herinneringssteen aan de stichting van deze kapel bleef bewaard in de zijgevel van de woning Bosdreef nummer 104. Huidige Loboskapel opgericht in 1895 door Maria de Cock barones Goffinet, toenmalige eigenares van de grond en van "Kasteel Rozelaar".

Neogotische bak- en natuurstenen kapel met vierkante portiek onder leien bedaking en siernokijzer boven de driezijdige sluiting. Voor- en zijpuntgevels met markerende steunberen, hoekstenen met waterspuwer en geprofileerde puntgevelaflijning met kruisbekroning. Gesculpteerde gevelsteen boven de spitsboogvormige toegang voorzien van twee wapenschilden (van de families de Cock en Goffinet) onder kroon en banderol voorzien van opschrift: "Fati constantia victrix/ Sursum corda". Vierkante gevelsteen in de blinde achtergevel met volgend opschrift aangaande de oorsprong van de vroegere en bouw van de huidige kapel: "In honorem SSae Trinitatis/ Deiparaeque Virginis/ Matris Dolorosissima/ Sacellum Anno 1607 erectum/ 1808 funditus eversum/ Praenob. domina Maria de Cock/ Baronissa Goffinet/ grata reaedificavit/ et XX Octobris Anno MDCCCVC/ solemniter dedicavit." Altaar met bruin geschilderd Piëtabeeld onder houten kruisgewelf.

Zeven statiën van de ommegang van Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën gewijd in 1894. Rechthoekige taferelen geschilderd op metaal in een houten omlijsting met zadelkapje op twee colonnetjes, gemonteerd op een hoge hardstenen sokkel, recent gerestaureerd.