Teksten van Kapel Onze-Lieve-Vrouw Termuren met omgevend perk

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/341

Kapel Onze-Lieve-Vrouw Termuren met omgevend perk ()

De kapel Onze-Lieve-Vrouw Termuren werd opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl, is gedateerd 1762 en is omgeven door een perk met lindebomen, een kruisbeeld en taxussen.

Historiek

De huidige bedevaartkapel genaamd Onze-Lieve-Vrouw Termuren werd gebouwd in 1763 ter vervanging van een oudere Mariale kapel. Diverse bronnen bevestigen het bestaan van een kapel Onze-Lieve-Vrouw Termuren in de 17de eeuw. Aanwijzingen laten toe te veronderstellen dat er al een voorgaande Mariakapel bestond in de 16de eeuw. De voorgeschiedenis van deze kapel wordt nog gelinkt aan het historische "hof ten Hale" naast de Dender te Erembodegem. Wat echter verhaald wordt over de aanleiding tot oprichting van een eerste kapel is niet op historische documenten gebaseerd maar veeleer legendarisch van aard. Aan het "hof ten Hale", één van de eigendommen van Simon de Mirabello, ruwaard van Vlaanderen, zou een geschilderde beeltenis van Maria gehangen hebben. In 1371 ging dit hof in bezit over aan de abdij van Groenenbriel. Volgens De Potter en Broeckaert zou bij een brand op het hof de beeltenis aan een muur gespaard gebleven zijn waarop men op het erf om dit wonder te gedenken een Mariakapel oprichtte onder de aanroeping Onze-Lieve-Vrouw ter Muren.

Er zou al sprake zijn van de kapel in 1513. De oudst gekende vermelding volgens bron daterend van 1603 spreekt van een "nieuwe capelle" en laat vermoeden dat een voorgaande bij de godsdiensttroebelen mogelijk werd vernield. In 1631 werd de kapel onder haar huidige benaming genoteerd. Volgens een citaat van 1653 verklaarde Pieter Van der Elst, pachter van het hof ten Hale, dat "het voors. Capelleken van sijne ouders soude sijn opgemaeckt en gestelt".

Reeds in de 17de eeuw trok de kapel vele bedevaarders aan. Toch werd pas in 1723 toestemming verleend om het altaar te wijden en konden van dan af in de kapel missen worden opgedragen. In 1725 werd een barok houten altaar vervaardigd voor de kapel dat in 1731 werd gemarmerd. De kapel werd te klein voor het aantal bezoekers en door haar ligging bij de Dender stond ze in overstromingsgebied. Dit gaf aanleiding tot het verzoek om een nieuwe kapel op een meer geschikte plaats te bouwen. De aartsbisschop gaf in 1762 toestemming voor een nieuwe kapel onder de aanroeping van Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw. De abdis van Groenenbriel schonk een stuk grond voor de bouw aan de wegsplitsing van twee wegen leidend naar Aalst. De kapel werd ingewijd op 5 juli 1763, feestdag van Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw. Onder de Franse bezetting werd de kapel verkocht aan particulieren en in 1838 kwam ze terug aan de gemeente of de kerkraad. Nog in 1838 schonk paus Gregorius XVI een volle aflaat aan de bedevaarders gedurende de kapellekensdagen van 5 tot 15 augustus die als jaarlijkse noveen nog steeds bestaat. In 1853 verkreeg de kapel een nieuwe vloer en in 1884 werd ze uitgerust met een kruisweg. In 1913 onderging de kapel binnen en buiten herstelwerken waarbij de haan en het kruis werden vernieuwd.

Links opzij van de kapel werd in 1929 een hardstenen kruisbeeld opgericht door de Aalsterse steenkapper Benoit De Saedeleer. Het beeld is opgedragen aan Christus Koning Verlosser van het Mensdom en werd geschonken door de parochianen en vereerders van Onze-Lieve-Vrouw Ter Muren (volgens opschrift). Naar aanleiding van de wijding van het kruis werd het pad rondom de kapel gekasseid. In 1974 zou de kapel nogmaals gerestaureerd zijn, evenals het altaar.

Korte tijd geleden liet de kerkfabriek het schilderij van Onze-Lieve-Vrouw met Kind in het altaar door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium onderzoeken. Dit wees uit dat er geen andere schildering aanwezig is onder de huidige picturale laag. De voorstelling vertoont sterke verwantschap met een schilderij van Rogier van der Weyden waarvan veel kopieën bestaan. De inspiratie daarvoor kan gezocht worden bij de byzantijnse voorstelling van het Kind dat Onze-Lieve-Vrouw liefkoost. Het betreft geen kwaliteitsvolle kopie en een datering bleek niet evident. Stilistisch is het schilderij op paneel te plaatsen eind 16de eeuw, of 17de eeuw, misschien zelfs later. Het oorspronkelijk icoon ging zeker verloren.

Beschrijving

De kapel is met het koor naar het noordoosten gericht en het vloerniveau ligt lager dan het huidige straatniveau. De voorgevel die naar de straat gericht is wordt voorafgegaan door een brede natuurstenen trap van drie treden afdalend tot tegen het gekasseid pad dat rondom de kapel tegen de gevels loopt.

De eenbeukige kapel telt vier traveeën en eindigt op een driezijdige sluiting. Ze is geconstrueerd in traditionele bak- en zandsteenbouw. Het leien zadeldak is boven de eerste travee bekroond door een houten dakruiter, vierkant aanzettend met een lantaarn onder fijne achtzijdige leien spits bekroond door een kruis met haan. Boven de aanzet maken de dakschilden een knik. Het nokuiteinde boven de kapelsluiting vertoont een eenvoudig ijzeren kruis. De omlopende lage zandstenen sokkel met afschuining is later bekleed met een cementering (op het moment van bescherming afbrokkelend). Eén of meerdere hoekstenen markeren de gevelhoeken. Een verweerde zandstenen jaarsteen in de voorpuntgevel (boven de bovendorpel van het zoldervenster) dateert de kapel 1763. Centraal in de voorgevel is een hoog rondbogig portaal geplaatst in een zandstenen omlijsting met gebogen druiplijst, imposten en voorzien van een dubbele deur. Het rechthoekige zoldervenster erboven vertoont rechtstanden van gesinterde baksteen, dorpels van hardsteen en vernieuwd houtwerk. In beide zijgevels van de kapel zijn hoog geplaatste steekboogvensters aangebracht gevat in omlijstingen van gesinterde baksteen. Ook de lage steekboogvormige zijdeur in de eerste travee van de rechter zijgevel is met gesinterde baksteen omlijst; de omlijsting is voorzien van oren en een recht druiplijstje. De kapelsluiting is centraal voorzien van een getraliede ovale oculus gevat in een omlijsting van gesinterde bakstenen met druiplijstje.

Interieur

De gebogen overwelving van de kapel en de wanden zijn bepleisterd en witgeschilderd. De zijwanden zijn voorzien van een recente, gewitte lambrisering (asbestplaten). Het oorspronkelijk gewelf zet aan op een geprofileerde kroonlijst met enige stucornamentiek voornamelijk ter hoogte van de aanzet van de trekankers. De kroonlijst vertoont sporen van een vroegere kleurlaag. Het gewelf zelf is versierd met profiellijstwerk dat het gewelf in vakken verdeeld.

De smalle voorste travee vormt een portaal onder doksaal en is deels door balustrades van gevernist eikenhout op een hoge gemetselde plint afgesloten van de bidruimte. De deuren van de centrale binnendeur van het portaal worden elders bewaard. Naast de zijdeur is tegen de wand van het portaal een schelpvormig hardstenen wijwatervat aangebracht. De natuurstenen vloer in het portaal werd vernieuwd. De scheidingswand met de bidruimte is binnen het portaal onderaan bekleed met blauwe hardsteen (afschilferend). De vloer van de kapel is bekleed met oude vierkante tegels van zwarte kalksteen met enkele driehoekige witmarmeren tegels (wellicht carraramarmer). De steektrap naar het doksaal klapt opzij tot tegen de zijwand van de bidruimte in de kapel. Het koor met verhoog van één trede is eveneens gevloerd met zwarte kalksteen met regelmatig terugkerend witmarmeren ruitmotiefje. Twee gewitte halfhoge houten wandpanelen met gebogen afdekking en versierd met lijstwerk flankeren het altaar. Het rechter paneel is van een rechthoekige deur voorzien die toegang verleent tot de kleine ruimte achter het altaar.

De zes hoge steekboogramen zijn voorzien van figuratieve gekleurde glas-in-loodramen die iconografisch een ensemble vormen. Ze stellen volgende scènes voor uit het leven van Maria:

  • De boodschap van de engel aan Maria (gedateerd rechts onder 1945)
  • De geboorte van Jezus met engel en opschrift "Gloria in excelsis deo"
  • De Heilige Familie met Maria aan spinnewiel, Jozef als timmerman en kind Jezus met kruis
  • Jezus aan kruis met Maria en Johannes
  • Maria ten hemelopneming met engelen (met deels zichtbaar opschrift "Mariajaar 1954")
  • De kroning van Maria in de hemel (deels verscholen opschrift "Gift … 1968").

Volgens de nota van L. Van Der Helst draagt een glasraam het opschrift "Gift vanwege de Bedevaarders van St.Jans Molenbeek – Hersteld in 1928".

Meubilair
  • In de koorsluiting bevindt zich een hoog barok portiekaltaar van gemarmerd hout met vergulde elementen, waarvan de altaartafel verwijderd is. De portiek is met vele sculpturale elementen verrijkt, voornamelijk ter hoogte van het tabernakel en de frontonbekroning die onder meer vier engelenbeeldjes en een centrale duif in wolken- en stralenkrans vertoont. Het tabernakel is afgesloten door een deurtje met in halfverheven reliëf een voorstelling van het offer van Abraham (Abraham die het mes opheft om zijn zoon Isaac te doden en een engel die hem op het laatst daarvan weerhoudt).
  • Boven het tabernakel is in de portiek van het altaar het ingelijste paneelschilderijtje van Onze-Lieve-Vrouw met Kind aangebracht (vermoedelijk uit de 17de eeuw ter vervanging van het vroegere miraculeuze icoon). Het bladgoud van de barokke sierlijst is met goudverf overschilderd. Maria is afgebeeld met loshangend haar en rode kledij. Zij houdt het Jezuskind op haar schoot terwijl het kind rechtop straat en haar liefkoost. Onderaan staat de tekst: "O Mater Dei, memento mei".
  • Op het altaar staan twee gepolychromeerde engelenbeelden opgesteld die een elektrische kandelaar dragen. De aanwezigheid van twee engelenbeelden naast of op het altaar is een veel voorkomend fenomeen.
  • In de hoek naast het altaar staat een gepolychromeerd terracotta Piëtabeeld op een hoge houten sokkel en offerblok beschilderd met houtimitatie.
  • Gepolychromeerd gipsen beeld van Sint-Jozef met Jezuskind op een console die deel uitmaakt van de balustrade van het doksaal. Het beeld is omringd door een losstaande metalen lichtkrans.
  • De kapel is uitgerust met vijf lange en twee korte geboende eikenhouten zitbanken met zijleuningen en rugleuning. Op de rugleuningen van een paar lange banken zijn namen van personen ingekerfd. De banken zij nog steeds in gebruik voor het bijwonen van gebedsdiensten en eucharistievieringen.
  • Eén mahoniehouten bidstoel met koperen reliekhouder op de leuning, vooraan opgesteld.
  • Kruisweg van veertien staties weergegeven op een reeks gekleurde prenten gevat in rechthoekige houten sierlijsten met houten kruisje. Sinds De 18de eeuw is de kruisweg als uiting van de passiedevotie een belangrijk thema in de religieuze kunst en traditioneel aanwezig in gebedshuizen.
Bijhorend perk

De kapel is omgeven door een afgeronde open publieke ruimte waarbij een omlopende met asfalt verharde weg een grasperk rondom de kerk afbakent. Het grasperk is met natuurstenen boordstenen afgelijnd. Op dit grasperk staan rond de kapel zeven nog vrij jonge lindebomen op onregelmatige afstanden van elkaar. De aanwezigheid van een boom bij cultus- en vereringsplaatsen kent een heel oude en verspreide traditie. Vooral de lindeboom is een boomsoort die als vergezellende boom bij kapellen werd aangeplant. Volledig rondom de kapel loopt een gekasseid pad tegenaan de kapel. De overgang van de hoger liggende rijweg naar de kapel wordt gevormd door drie brede natuurstenen treden.

Naast de noordelijke zijgevel van de kapel staat een vrij monumentaal hardstenen kruisbeeld (1929) achter twee taxussen. De meerledige hoge vierkante sokkel staat op een vierkante grondplaat en eindigt onder het kruis op een geprofileerde bekroning. Op het kubusvormig deel van de sokkel staat het opschrift met in goud ingekleurde letters: "Aan/ Christus-Koning/ verlosser/ van het menschdom”. Onderaan het opschrift: "De Parochianen en vereerders van O.L.V. ter Muren”. Aan het hardstenen kruis hangt een bronzen Christusbeeld.

  • DE BROUWER J. 1984: Groot Aalst, Een geschiedkundige verhandeling met inventarisatie van zijn straten en gebouwen Deel 3 Erembodegem, Aalst, 241-243.
  • DE POTTER F. - BROECKAERT J. 1890: Geschiedenis van de gemeente der provincie Oost-Vlaanderen, reeks V, deel 2, Gent.
  • S.N.: Kapel van Onze Lieve Vrouw Termuren (Brochure te koop in de kapel).
  • TIMMERS J.J.M. 1974: Christelijke symboliek en iconografie, Bussem, 129-146.
  • VAN DER HELST L. s.d.: Termurenkapel moet beschermd worden, (nota bij de beschermingsaanvraag van 2012).

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal Beschermingsdossier 4.001/41002/108.1, Aalst: Kapel Onze-Lieve-Vrouw Termuren met beboomd omringend perk met kruisbeeld.
Auteurs:  Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Duchêne H. 2014: Kapel Onze-Lieve-Vrouw Termuren met omgevend perk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/172680 (geraadpleegd op ).


Kapel Onze-Lieve-Vrouw-Termuren ()

Kapel, voorheen deel uitmakend van het "Hof te Hale". Waarschijnlijk opgericht in de 15de eeuw, heropgericht in 1763 en recent gerestaureerd. Gelegen voor de spoorweg, lager dan huidig peil van straat en omringd door knotwilgen. Baksteenbouw op gecementeerde plint van zandsteen met afschuining. Schip van drie traveeën met driezijdige sluiting. Zadeldak (leien) met klokkenruiter. Voorgevel met traditionele zandstenen rondboogdeur met imposten, neuten en druiplijstje. Erboven een rechthoekig venstertje (vernieuwd) met arduinen dorpels en posten van gesinterde baksteen. Zandstenen jaarsteen 1763. In zijgevels, steekboogvensters in omlijstingen van gesinterde baksteen. Deur in gelijksoortige omlijsting met gestrekte druiplijst. Ovaal radvenster in omlijsting van gesinterde baksteen in koorsluiting.

Mobilair: Schilderij: "Onze-Lieve-Vrouw" (hout). Barokaltaar.


Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent.
Auteurs:  d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: d'Huyvetter C. & de Longie B. & Eeman M. 1978: Kapel Onze-Lieve-Vrouw Termuren met omgevend perk [online], https://id.erfgoed.net/teksten/341 (geraadpleegd op ).