Vroeger zogenaamd Goed te Magerheit, heden zogenaamde Polfliethoeve naar de naam van de bewoners. Het "Goed te Magerheit" werd reeds vermeld in een akte van 1496. Hoeve met losse bestanddelen en deels bewaarde walgrachten. IJzeren toegangshek aan twee gewitte, vierkante bakstenen hekpijlers met zijdelings aansluitende ijzeren leuningen voor de straatgracht.
Goed bewaard achterin gelegen boerenhuis van zes traveeën onder zadeldak (pannen, nok parallel met de straat), mogelijk opklimmend tot de 17de eeuw. Sporen van vlechtingen in de rechter zijgeveltop, links zijpuntgevel bepleisterd. Verankerde en gewitte bakstenen voorgevel op gepikte plint voorzien van twee getrapte dakkapellen. Getraliede rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling, zandstenen kruiskozijnen en halve, rood en witgeverfde luiken. Rechthoekige deur met zandstenen latei op consoles en getralied bovenlicht. Twee opkamervensters (noordoost) rechts van de deur. Dakoverstek met houten dakzool op geprofileerde consoles tussen steigergaten. Korfboogvormige achterdeur in de vroegere achtergevel met latere aanbouwsels. Centrale woonkamer met brede open haard en aansluitende ingemaakte wandkastjes; gewitte houten zoldering met versierde moerbalken op stenen consoles.
Ten noorden op het voorerf: lange bakstenen bedrijfsvleugel (dwarsschuur, stallen, wagenhuis) onder overstekend zadeldak (pannen) met versierde houten dakrand, uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Bakhuis met uitgebroken oven achter de boerenwoning. Voorts nog recente stallen en loods met golfplatendak.
- KERCKHAERT N., Oude Oostvlaamse hoeven, Gent, 1977, p. 268.