Teksten van Hoeve Rosengoed

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34185

Hoeve Rosengoed ()

Historiek

Omgrachte hoeve met losse bestanddelen, zogenaamd "Goed ten Rosen" of "Rosengoed". Voormalige heerlijkheid met lage justitie en leen van de Gentse Sint-Pietersabdij, vroegste vermelding waarschijnlijk daterend van 1297-98. Nadien volgen nog vermeldingen in 1322 en 1329. Circa 100 meter achter de oostelijke straatkant gelegen en bereikbaar via een rechte toegangsdreef. In de noordoostelijke hoek van het onregelmatig rechthoekig omgrachte erf ligt het min of meer rechthoekig omgrachte vroegere hooghof waarop in de 13de tot de 14de eeuw het stenen herenverblijf stond van de Gentse familie Volkers uten Rosen aan wie de hoeve haar naam ontleent. Binnen- en buitengracht staan door een kanaaltje met elkaar in verbinding.

Op de kabinetskaart van de Ferraris is de site met omwald opper- en neerhof duidelijk zichtbaar. Rondom de hoeve ligt een lappendeken van akker- en weilandpercelen die deel uitmaken van het landbouwareaal rond Zaffelare. De hoeve is toegankelijk via een weg die verder doorloopt naar het noordoosten richting de Moervaartvallei. Het erf en het aangrenzend perceel ten noordoosten was ingericht als tuin en boomgaard. Vanaf het begin van de 20ste eeuw was er een toename van percelen weiland en werden ook de percelen rondom de hoeve omgevormd naar weiland.

Beschrijving

Beschrijving op basis van inventarisatie uitgevoerd in 1993:

Toegang tot het neerhof op het westelijk deel van de omgrachte site aan de smalste zijde ervan (ten westen): resten van de vroegere poort bestaande uit twee gewitte bakstenen muren op gepikte plint; linker deel met steekboogvormige voetgangersdoorgang en rechts brede poortopening zonder boog, met zandstenen hoekstenen, steunberen tegen de achterzijde van de muren en een ijzeren hek. Naar het zuiden georiënteerd gewit bakstenen boerenhuis met gepikte plint van links naar rechts samengesteld uit de resten van een bakhuisje, het vroegere neerhof en het voormalig speelhuis of buitenverblijf van de heer. Op een lichte terp gebouwd centraal boerenhuis van vier traveeën onder zadeldak (pannen) met links aandak met vlechtingen, gedagtekend 1617 op een verweerde cartouche met rozen boven de deur. Deurtravee voorts gemarkeerd door een hoog puntvormig zoldervenster; rechthoekig zolderluik onder een halfrond bovenlicht met dubbele gebogen druiplijst. Twee rechthoekige vensters met luiken en vlak bepleisterde rechthoekige deuromlijsting. Dakoverstek op daklijstbalkjes. Getralied opkamervenster onder houten dakzool op daklijstbalkjes in de achtergevel (op het noorden). Vernieuwd achterhuis. Van het lage links aanpalende bakhuisje werd de oven gesloopt en de linker zijgevel (vroeger met aandak) vernieuwd. Erfgevel met korfboogdeurtje en rechthoekig venster onder houten latei.

Rechts voormalig buitenverblijf of speelhuis van de heer; drie traveeën en oorspronkelijk één bouwlaag onder hoog mansardedak (resten van vlechtingen in de rechter zijgevel "even de vroegere dakhelling weer); zolderverdieping vermoedelijk in de loop van de 19de eeuw gewijzigd tot bovenverdieping met zadeldak (pannen). Centrale gesculpteerde gevelsteen met rocailles, rozen en jaartal 1750. Rechthoekige vensters met luiken en idem houtwerk (19de eeuw) als in het lager deel van het boerenhuis. Lage stal onder lessenaarsdak later toegevoegd tegen de rechter zijgevel met gedichte zoldervensters.

Ten zuiden lang en laag bakstenen bedrijfsgebouw (dwarsschuur, wagenhuis en stallen) onder zadeldak (golfplaten), minstens uit begin 19de eeuw. Het zuidelijke bedrijfsgebouw met dwarsschuur, wagenhuis en stallen klimt vermoedelijk op tot het einde van de 18de eeuw en is een sterk beeldbepalende en monumentale constructie. Naar alle waarschijnlijkheid was het volume net zoals de boerenwoning oorspronkelijk gedekt met stro.

Ten oosten haast vierkant bakstenen bijgebouw met stallen, onder zadeldak (pannen); noordelijke geveltop met horizontale houten bebording.

De grachten rondom de hoeve zijn vandaag nog steeds aanwezig. Ook de gracht rond het opperhof is deels bewaard. Langs weerszijden van de toegangspoort bevindt zich een geschoren haag die de huiskavel nog deels afbakent. Op het voormalige erf staan nog een aantal fruitbomen.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Geografisch Instituut, uitgegeven in 1949-1970, schaal 1:25.000.
  • Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO001027, Het Motje met omgeving, hoeve Rosengoed en pastorie Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Petrusparochie met tuin (S.N. 1995).
  • KERRINCKX H. 1989: Archeologische Inventaris Vlaanderen, Band XII, Zaffelare, Gent, 157-163.
  • LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n4, Brussel - Turnhout.
  • PUIMEGE G. 1967: ten Rosen, heerlijkheid met lage justitie, "geënclaveerd" te Zaffelare, heerlijkheid met hoge justitie, in De Heemkundige Kring "De Oost-Oudburg", Jaarboek IV, 3-24.

Auteurs:  Verdurmen, Inge; Verbeeck, Mieke; Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verdurmen I. & Verbeeck M. & Verhelst J. 2024: Hoeve Rosengoed [online], https://id.erfgoed.net/teksten/433516 (geraadpleegd op ).


Goed ten Rosen ()

Omgrachte hoeve met losse bestanddelen, zogenaamd "Goed ten Rosen" of "Rosengoed". Voormalige heerlijkheid met lage justitie en leen van de Gentse Sint-Pietersabdij, vroegste vermelding waarschijnlijk daterend van 1297-98. Nadien volgen nog vermeldingen in 1322 en 1329. Circa 100 meter achter de oostelijke straatkant gelegen en bereikbaar via een rechte toegangsdreef. In de noordoostelijke hoek van het onregelmatig rechthoekig omgrachte erf ligt het min of meer rechthoekig omgrachte vroegere hooghof waarop in de 13de tot de 14de eeuw het stenen herenverblijf stond van de Gentse familie Volkers uten Rosen aan wie de hoeve haar naam ontleent. Binnen- en buitengracht staan door een kanaaltje met elkaar in verbinding.

Toegang tot het neerhof op het westelijk deel van de omgrachte site aan de smalste zijde ervan (ten westen): resten van de vroegere poort bestaande uit twee gewitte bakstenen muren op gepikte plint; linker deel met steekboogvormige voetgangersdoorgang en rechts brede poortopening zonder boog, met zandstenen hoekstenen, steunberen tegen de achterzijde van de muren en een ijzeren hek. Naar het zuiden georiënteerd gewit bakstenen boerenhuis met gepikte plint van links naar rechts samengesteld uit de resten van een bakhuisje, het vroegere neerhof en het voormalig speelhuis of buitenverblijf van de heer. Op een lichte terp gebouwd centraal boerenhuis van vier traveeën onder zadeldak (pannen) met links aandak met vlechtingen, gedagtekend 1617 op een verweerde cartouche met rozen boven de deur. Deurtravee voorts gemarkeerd door een hoog puntvormig zoldervenster; rechthoekig zolderluik onder een halfrond bovenlicht met dubbele gebogen druiplijst. Twee rechthoekige vensters met luiken en vlak bepleisterde rechthoekige deuromlijsting. Dakoverstek op daklijstbalkjes. Getralied opkamervenster onder houten dakzool op daklijstbalkjes in de achtergevel (op het noorden). Vernieuwd achterhuis. Van het lage links aanpalende bakhuisje werd de oven gesloopt en de linker zijgevel (vroeger met aandak) vernieuwd. Erfgevel met korfboogdeurtje en rechthoekig venster onder houten latei.

Rechts voormalig buitenverblijf of speelhuis van de heer; drie traveeën en oorspronkelijk één bouwlaag onder hoog mansardedak (resten van vlechtingen in de rechter zijgevel "even de vroegere dakhelling weer); zolderverdieping vermoedelijk in de loop van de 19de eeuw gewijzigd tot bovenverdieping met zadeldak (pannen). Centrale gesculpteerde gevelsteen met rocailles, rozen en jaartal 1750. Rechthoekige vensters met luiken en idem houtwerk (19de eeuw) als in het lager deel van het boerenhuis. Lage stal onder lessenaarsdak later toegevoegd tegen de rechter zijgevel met gedichte zoldervensters.

Ten zuiden lang en laag bakstenen bedrijfsgebouw (dwarsschuur, wagenhuis en stallen) onder zadeldak (golfplaten), minstens uit begin 19de eeuw.

Ten oosten haast vierkant bakstenen bijgebouw met stallen, onder zadeldak (pannen); noordelijke geveltop met horizontale houten bebording.

  • KERRINCKX H., Archeologische Inventaris Vlaanderen, Band XII, Zaffelare, Gent, 1989, p. 157-163.
  • PUIMEGE G., ten Rosen, heerlijkheid met lage justitie, "geënclaveerd" te Zaffelare, heerlijkheid met hoge justitie, in De Heemkundige Kring "De Oost-Oudburg", Jaarboek IV, 1967, p. 3-24.

Bron: LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verbeeck M. 1993: Hoeve Rosengoed [online], https://id.erfgoed.net/teksten/34185 (geraadpleegd op ).