Langs de Parmavaart te Moerbeke werden op het einde van de 16de eeuw drie Spaanse forten opgericht, deel uitmakend van een fortenlinie in het Zeeuws-Vlaamse grensgebied ten zuiden van Axel (Nederland), aangelegd onder landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma (1578-1579). Zij dienden de aanvallen van de Staatsen in het land van Waas en zuidelijk gelegen gebieden af te slaan. Het betreft van noord naar zuid: het fort Francipanie, de kleine schans Papemutse aan Keizershoek en het fort Terwest bij de Moervaart. De Parmavaart van Moerbeke loopt van de Moervaart noordwaarts tot de Grote Kreek. Deze verbindingsvaart droeg in de 19de eeuw deels de benaming Terwestvaart en Vennebeek. Volgens sommige auteurs zou de Parmavaart van Moerbeke een onderdeel geweest zijn van het kanaal met dezelfde naam gegraven tussen Stekene en Kallo in 1584-1585 op last van Alexander Farnese. Van de Spaanse forten te Moerbeke uit de 80-jarige oorlog (1568-1648) bleef enkel fort Francipanie bestaan.
Fort Francipanie zou opgericht zijn kort voor 1600 (waarschijnlijk omstreeks 1585) gelijktijdig met het noordelijk gelegen grotere Moerspuifort bij Zuiddorpe onder Axel. De benaming zou mogelijk ontleend zijn aan de familienaam Frangipani van een Italiaanse vestingsspecialist in Spaanse dienst. In tegenstelling tot het Moerspuifort zou fort Francipanie steeds in Spaanse handen gebleven zijn en in 1644-1645 heropgericht zijn.
De toegangsdreef tot fort Francipanie vangt ten noorden aan bij de Papdijk, bewaart een rij notelaars en loopt parallel aan de Parmavaart. Heden is deze dreef onderbroken door de expresweg Zeekust - Antwerpen. Vanaf de Molenstraat tot de ingang van het fort aan de binnengracht loopt een smalle lindedreef.
Fort Francipanie is een fort van het type vierhoekig hoger gelegen aarden verdedigingswerk, aanvankelijk met dubbele walgrachten. De binnengrachten bleven volledig bewaard en vertonen midden elke zijde een binnenwaartse knik. Het tracé van de oostelijke helft van de buitengracht, met uitzondering van de noordoosthoek, is nog grotendeels afleesbaar uit de percelering en uit inzinkingen op het terrein met nog herkenbare ravelijn aan de oost- en zuidzijde. De westelijke helft van de buitengracht wordt nog steeds gevormd door de Parmavaart. De opgeworpen wal binnen het fort bleef voornamelijk aan de westzijde goed behouden.
Binnen het fort werd waarschijnlijk in de loop van de 18de eeuw een hoeve opgericht. Aan de ingang van het voormalig fort (noordelijke binnengracht) bevindt zich nog het toegangshek van de vroegere hoeve. Twee hoge gewitte vierkante bakstenen hekpijlers met ijzeren hek en links een kleinere derde hekpijler voor het voetgangershek. Bij de rechter pijler sluit een korte rechte muur aan. Tegen de middenpijler is een bord met opschrift aangebracht: "FORT DE FRANCIPANIE/ ANNO 1645".
Midden het fort is een onbewoonde boerenwoning gelegen die vermoedelijk opklimt tot de 18de eeuw. Het betreft een rechthoekig bakstenen huis van een bouwlaag en vijf traveeën onder pannen zadeldak tussen zijpuntgevels met vlechtingen. De aangepaste westelijk georiënteerde voorgevel vertoont aangepaste muuropeningen. De achtergevel met dakoverstek bewaart een lage korfboogdeur. Tegen de linker zijgevel leunen lage stallen aan onder lessenaarsdak. Voorts bevindt zich op het fort een recente houten châlet dienstig als woning. Het fort is voornamelijk omringd door bossen en landbouwgronden.