Auteurs: Michiels, Marijke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Michiels M. 2024: Kasteeldomein van Beervelde [online], https://id.erfgoed.net/teksten/437226 (geraadpleegd op ).
Zogenaamd "Kasteel van Beervelde", voorheen zogenaamd "Hooghof". Huidig kasteel (gewitte villa) met bijgebouwen in park met vijver, begrensd door de Beerveldse Baan (ten oosten), de spoorlijn Gent-Antwerpen (ten noorden), de Toverstraat en een beek (ten westen).
De nog bestaande rechte toegangsdreef vanaf de ingang, vanouds in het verlengde van de Kasteelstraat, leidde vroeger naar het omgrachte oude kasteel van Beervelde, volgens de Ferrariskaart (1771-78) het zogenaamde "Hooghof". Dit oude kasteel met samengestelde omgrachting afgebeeld in A. Sanderus' Flandria Illustrata (1641) behoorde toe aan de baanderheren van Rode. Vermoedelijk ging het om een 16de-eeuws kasteel met vierkante toren, een stenen en houten toegangsbrug vergezeld van een warande en Engelse lusttuin. In de 19de eeuw beschreven als een vervallen en onbewoonde buitenplaats waar de Gentse familie de Loose een oranjerie bezat die een kostbare verzameling planten bevatte. Door huwelijk ging het kasteelgoed eerst van de Loose over in handen van de familie de Limon en nadien, eveneens door huwelijk, werd het goed eigendom van de adellijke familie de Kerchove de Denterghem. De opeenvolgende generaties van deze familie lieten zich opmerken door hun politieke loopbaan onder meer als burgemeester van Gent, en door hun hofbouwkundige belangstelling, kennis en initiatieven, onder meer als voorzitter van de Gentse Floraliën. Graaf Charles de Kerchove de Denterghem liet het oude kasteel slopen, de walgrachten dempen en ten westen ervan een nieuw kasteel bouwen in 1870-1873 naar ontwerp van architect T. Bureau. Een nieuw park met vijver werd als een soort arboretum aangelegd naar ontwerp van 1873 door tuinarchitect L. Fuchs. Rond het kasteel was een geometrische Franse tuin voorzien, de rest van het park werd echter opgevat als een romantische Engelse landschapstuin met een afwisseling van boomgroepen, grasvelden en waterpartijen en voorzien van bochtige paden. Het groots opgevatte bak- en natuurstenen kasteel was opgetrokken in eclectische stijl met gotische inslag en bezat vorstelijke allures onder meer door de torens en het terras met toegangstrappen. Omwille van de oorlogsschade en het te grote bouwvolume werd dit kasteel circa 1946 gesloopt gevolgd door de bouw circa 1950 van een gewitte villa (nummer 75), naar ontwerp van architect Pierre Agie de Selsaeten op de grondvesten van het kasteel met behoud van het oude souterrain, de toegangstrappen en de terrassen.
In 1966 vatte graaf Charles de Kerchove de Denterghem het plan op om de oude keldergangen van het kasteel in te richten als recreatieruimte voor zijn zonen en gaf hij aan kunstschilder Roger Raveel de opdracht voornoemde ruimte met muurschilderingen te decoreren. Raveel deed een beroep op de medewerking van drie jongere maar schilderkunstig aan hem verwante kunstenaars, namelijk de Vlamingen Raoul De Keyser en Etienne Elias en de Nederlander Reinier Lucassen. De keldergangen omvatten een inkomhal, een tussenkamertje, een trapruimte, twee korte smalle gangen en een langere en bredere gang of de doodlopende hoofdgang. Enerzijds werd de bestaande ruimte door het invoegen van enkele nieuwe wanden getransformeerd maar anderzijds werd besloten aanwezige elementen zoals deuren, stopcontacten, buizen en zelfs schaduwen te integreren in het project. Picturale middelen eigen aan Raveels "Nieuwe Visie" zoals het aanbrengen van reële voorwerpen, spiegels, het schilderen van trompe-l'oeil effecten, abstracties en zijn voorkeur voor de alledaagse werkelijkheid vinden hier volop toepassing. Dit internationaal befaamd collectief kunstwerk wordt beschouwd als een unieke realisatie wet betreft samenwerking van diverse hedendaagse kunstenaars. De meest vermeldenswaardige grote onderdelen van de schilderingen zijn: de inkomhal met het levensgroot portret van de grafelijke familie; de trapruimte met onder de trap een badruimte geschilderd door Elias verwijzend naar het vele sanitair in het kasteel; het tussenkamertje met de zelfportretten van de vier kunstenaars en het opschrift "In september-oktober 1966 en in het voorjaar 1967 werden in opdracht van graaf Charles de Kerchove de Denterghem deze gangen tot kunstwerk gemaakt door Roger Raveel met medewerking van Raoul De Keyser, Elias, Lucassen."; de hoofdgang met een moderne versie van "Het Lam Gods".
Nummers 71 en 77. Twee aan de straat gebouwde voormalige portierswoningen. Ingeplant aan weerszijden van het gebogen gekasseid voorpleintje dat de toegangsdreef voorafgaat, deels afgesloten door een gebogen ijzeren hek met centrale toegang tussen gekoppelde bak- en natuurstenen hekpijlers. Twee verschillend uitgewerkte bak- en natuurstenen hoekhuizen met eclectische inslag, gebouwd tegelijkertijd met het kasteel van Charles de Kerchove de Denterghem in 1870-1873. Nummer 71 van twee bouwlagen met links aansluitende gekanteelde gevelpoort. Twee puntgevels onder dakoverstek met decoratief uitgesneden houten windborden en ijzeren topbekroning. Voorts als opvallend te vermelden bouwelementen: ronde uitkragende hoektoren en verzorgde rechthoekige houten erker op houten schoren. Nummer 77 met één bouwlaag en eveneens met puntgevels. Donjonachtige aansluitende torengeleding met uitkragende consolenrij onder de daklijst, voorheen met leien torenspits, heden plat dak. Gesculpteerde gevelsteen met wapenschild van de familie de Limon en de Kerchove de Denterghem boven de deur. Erkervormig uitgebouwd benedenvenster aan de straatkant.
Toverstraat nummer 3-5. Aan de westrand van het kasteelpark, op het eind van de Toverstraat ingeplant U-vormig complex: aanhorigheden van het kasteel omvattende een voormalige modelhoeve met personeelswoning, paardenstallen, koestallen, koetshuizen, zogenaamd "Le Taudis". Architecturaal zeer verzorgd en opvallend ensemble in bak- en natuursteen met monumentale allure, in neotraditionele stijl met gotische inslag en refererend aan de middeleeuwse stadsversterkingen. L-vormig woongedeelte van twee bouwlagen, gedateerd 1873 op een gevelsteen in een muurdam onder een schoorsteen van de noordkant. Leien zadeldaken tussen deels getrapte puntgevels met topbekroning. Puntvormige houten dakkapellen met overstekende uitgesneden top met drielobmotief. Gebogen en rechthoekige vensters evenals de dakkapellen voorzien van glas-in-loodramen. Eveneens verzorgd smeedijzeren beslagwerk en hengsels voor de geel en bruin gestreepte deuren en poorten. Centraal poortgebouw in de oostvleugel met overwelfde gebogen doorrit (twee kruisribgewelven op zes halfzuilen met gesculpteerd knoppenkapiteel). Gekanteelde daklijst met uitkragende ronde hoektorentjes en een conisch versmallende spits bekroond door een ijzeren vorsthek. Voorts een portiek met terras onder loggia met houten leuning in de voorgevel. Noordvleugel gemarkeerd door een achtkantige traptoren met spits voorzien van lantaarn. Paardenstallen met bewaarde hooischelven en houten hokindeling. Troggewelven in de koestallen met ijzeren liggers op ijzeren zuilen voorzien van decoratief uitgewerkte kapitelen. Westelijke erfzijde afgesloten door ijzeren hek tussen begroeide muren.
Ten westen, tegenover de modelhoeve en op het eind van de Toverstraat: ommuurde moestuin met ijzeren toegangshek aan bak- en natuurstenen hekpijlers. Deels bewaarde serres tegen de moestuinmuur evenals een bakstenen stookhuisje onder flauw hellend zinken zadeldak met ronde bakstenen schoorsteenpijp. Voorgevel in vakwerkbouw met centrale vleugeldeur geflankeerd door twee spievensters.
In de noordwest-hoek van het kasteelpark op een heuveltje achter de grote vijver gebouwd achthoekig bak- en natuurstenen tuinpaviljoen van circa 1873; aansluitend terras midden op een lange gebogen pergola. Vroeger aan de vijveroever voorzien van een aanlegsteiger. Neoclassicistisch paviljoentje met pilastergeleding en omlopend gekornist hoofdgestel met attieklijstje. Twee rondboogdeuren en -vensters met booglijsten en groengeverfd houtwerk. Leien koepeldak met verhoogde top rondom versierd met guirlandes en rozetten.
Ongeveer halverwege het oostelijke deel van het park bewaarde ijskelder met gedeeltelijk uitgegraven eivormig gewelf, verdwenen sluisdeuren in de gang. Grotvormig uitgewerkte toegang verstevigd door boomstammen met imitatierotsstructuur tegen de bakstenen voorgevel.
Vijf bruggen over bij de vijver aansluitende grachten: gemetste bruggenhoofden en ijzeren brugbogen en -leuningen met verschillende decoratieve motieven.
Bron: LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Lanclus K. & Verbeeck M. 1993: Kasteeldomein van Beervelde [online], https://id.erfgoed.net/teksten/34499 (geraadpleegd op ).