Molenromp van een stenen grondzeiler, die in 1873-1877 als oliewindmolen werd opgetrokken door olieslager J. Waeyenbergh. De molen wordt ook genoemd naar de opvolger, olieslager Lievin De Visscher.
In 1881 werd een stoommachine geplaatst. De molen fungeerde als oliestoommolen waaraan een koekenbreker was toegevoegd. In oktober 1905 brandde de molen door een blikseminslag uit. Hij werd niet meer heropgebouwd, aangezien olieslagerijen steeds minder rendabel geworden waren. De molenromp werd aangepast tot een magazijn met motor en een waterreservoir voor een bloemisterij. In 1923 werd de motor ontmanteld. In 1939 werd de molenromp verenigd met het woonhuis.
De ronde, licht conische bakstenen molenromp is ingekort en bovenaan afgesloten met een koperen omhulsel. De molenromp bevat verschillende steekboogvensters onder geprofileerde bakstenen druiplijst, waarvan sommige gedicht werden. Er resteren twee balklagen. Tegen de molen leunt een bakstenen poorttravee met zadeldak (pannen) met rechthoekige poort onder houten latei en rollaag en klein vierkant zolderluik onder de hanggoot.
- BAUTERS P. 1985: Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen, Gent, 358.
- LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N4, Brussel - Turnhout.